10. Aansluiting
Zorg ervoor dat het netsnoer is losgekoppeld alvorens het apparaat aan te sluiten.
Schakel voor het aansluiten van het apparaat ook alle andere apparaten uit die met de versterker moeten
worden verbonden.
a) Aansluiting van de bronapparaten
De versterker heeft aansluitingen voor analoge en digitale audioapparatuur.
Sluit alleen apparaten met dezelfde aansluitingen als die op de versterker aan op de betreffende audio-
aansluitingen.
Gebruik voor het aansluiten van de desbetreffende apparaten alleen geschikte aansluitkabels. Storingen
of defecten kunnen optreden als ongeschikte kabels worden gebruikt.
De twee digitale ingangen OPTICAL INPUT (14) en COAXIAL INPUT (15) hebben slechts twee verschil-
lende aansluitmogelijkheden voor één en dezelfde ingang. Er kan altijd maar één apparaat tegelijk op de
ene of de andere digitale ingang kan worden aangesloten.
Overzicht aansluitingen
1
Aansluiting
AUX INPUT (11)
AUX OUTPUT (12)
HDMI INPUT (13)
OPTICAL INPUT (14)
COAXIAL INPUT (15)
Informatie voor de analoge aansluitingen AUX INPUT (11) en AUX OUTPUT (12):
De met „L" gemarkeerde cinch-aansluiting wordt aangesloten op de linker cinch-aansluiting van het betref-
fende apparaat.
De met „R" gemarkeerde cinch-aansluiting wordt aangesloten op de rechter cinch-aansluiting van het
betreffende apparaat.
Beschrijving
Analoge audio-ingang voor apparaten
met cinch-uitgang.
Analoge audio-uitgang voor apparaten
met cinch-ingang.
Deze output wordt beïnvloed door de
volumeregeling van de versterker.
HDMI-audio-ingang
Optische digitale ingang
Coaxiale digitale ingang
Voorbeeld van een toepassing
Aansluiting voor een tuner.
Aansluiting voor een extra versterker (bijv.
actieve subwoofer met ingebouwde actieve
crossover).
Aansluiting voor een Blu-ray-speler
Aansluiting voor een cd-speler
Aansluiting voor een cd-speler
9