8. Opstelling
Wanneer u een locatie voor de installatie kiest, moet u letten op bepaalde omstandigheden ter plaatse, zoals de
afstand tot het dichtstbijzijnde stopcontact.
Let er bij het plaatsen van het apparaat ook op dat blootstelling aan direct zonlicht, trillingen, stof, hitte, kou en vocht
dient te worden vermeden. Er mogen zich geen sterke transformatoren of motoren in de buurt van het apparaat
bevinden.
Gebruik het apparaat uitsluitend op een stabiele, horizontale ondergrond. Rondom het apparaat moet
voldoende luchtcirculatie kunnen zijn om de ontstane warmte te kunnen afvoeren. Plaats het apparaat
daarom alleen op een glad oppervlak, dus niet op bijv. een tapijt. Dek de ventilatieopeningen van de behui-
zing nooit af. Het niet opvolgen van deze instructies kan leiden tot beschadiging van het apparaat.
Boor voor het bevestigen van het apparaat niet in de behuizing en gebruik geen extra schroeven. Hierdoor
wordt het apparaat beschadigd en er kan levensgevaarlijke netspanning bloot komen te liggen.
Zorg dat het apparaat stabiel wordt geplaatst want vallende apparatuur kan ongelukken veroorzaken.
Aangezien er op meubilair allerlei soorten lak en vernis wordt gebruikt, kan het niet worden uitgesloten
dat als gevolg van een chemische reactie de pootjes van het apparaat zichtbare sporen op het meubilair
kunnen achterlaten. Het is daarom beter om het apparaat niet zonder geschikte bescherming op kostbaar
meubilair te plaatsen.
9. Plaatsen van de batterijen in de afstandsbediening
Met de meegeleverde infrarood afstandsbediening bedient u de functies van de versterker gemakkelijk vanuit de
stoel.
Houd batterijen buiten het bereik van kinderen. Let op de juiste polariteit bij het plaatsen van de batterijen.
Verwijder de batterijen als u het apparaat langere tijd niet gebruikt. Laat batterijen niet rondslingeren; er
bestaat dan gevaar dat ze door kinderen of huisdieren worden ingeslikt. Raadpleeg onmiddellijk een arts
als er een batterij is ingeslikt.
1. Verwijder het deksel van het batterijvak aan de achterkant van de afstandsbediening.
2. Plaats twee nieuwe 1,5 V-microcellen (AAA) met de juiste polariteit in het batterijvak. Zie voor de juiste polariteit
de bodem van het batterijvak.
3. Schuif het deksel van het batterijvak weer op de afstandsbediening.
4. Wanneer het bereik van de afstandsbediening minder wordt of deze helemaal niet meer functioneert, zijn de bat-
terijen leeg en dienen ze zoals hierboven beschreven te worden vervangen.
5. Gebruik bij voorkeur alkalinebatterijen. Deze gaan aanzienlijk langer mee dan gewone batterijen.
6. Gebruik altijd een combinatie van batterijen of accu's van hetzelfde type en merk en met dezelfde laadstatus.
8