11. Stroomaansluiting
De contactdoos waarop de versterker wordt aangesloten, moet zich in de nabijheid van het apparaat
bevinden en gemakkelijk bereikbaar zijn zodat het apparaat in geval van storingen snel en zonder gevaren
van de netspanning kan worden gescheiden.
Controleer of de op het apparaat aangegeven spanning overeenkomt met de netspanning van uw stroom-
net. Probeer het apparaat nooit onder een andere spanning te gebruiken.
Laat het elektrische netsnoer niet met andere snoeren in contact komen.
Wees voorzichtig bij de omgang met netsneoeren en stroomaansluitingen. Netspanning kan levensgevaar-
lijke elektrische schokken veroorzaken.
Laat kabels niet los liggen. Deze dienen op deskundige wijze gelegd te worden om gevaar voor ongevallen
te voorkomen.
1. Steek de apparaatstekker van het netsnoer in de netaansluiting (17) van het apparaat.
2. Steek de stekker van het netsnoer in een geaard stopcontact.
12. Bediening
a) Algemene bediening
• Druk op deze toets
• Draai de draaiknop (4) met de klok mee of druk op de toets + (20) op de afstandsbediening om het volume te
verhogen.
• Draai de draaiknop (4) tegen de klok in of druk op de toets - (19) op de afstandsbediening om het volume te
verlagen.
• Druk op de draaiknop (4) of de knop MODE (18) op de afstandsbediening om de muziekbronnen achtereenvolgens
te selecteren. De gekozen muziekbron wordt weergegeven met het ingangsselectiedisplay (3).
• Druk op de toets
Als u het apparaat met de afstandsbediening wilt bedienen, richt dan de voorkant van de afstandsbedie-
ning op de IR-ontvanger (6) op het apparaat.
(1) om het apparaat aan en uit te zetten.
(8) om het afspelen te onderbreken of te hervatten.
11