13. Verhelpen van storingen
Met de versterker hebt u een product aangeschaft, dat volgens de nieuwste technieken is gebouwd en dat bedrijfs-
zeker is. Er kunnen zich echter problemen of storingen voordoen. Raadpleeg het volgende voor informatie over het
oplossen van eventuele problemen:
Neem absoluut de veiligheidsinstructies in acht!
Het apparaat doet het niet nadat het is aangesloten op het stroomnet
1
• De stekker zit niet goed in het stopcontact.
• Het netsnoer is niet juist in de netaansluiting (17) van het apparaat gestoken.
• Er staat geen spanning op het stopcontact.
• De zekering van de versterker is defect.
Er is geen geluid hoorbaar
2
• Een apparaat in de afspeelketen is niet ingeschakeld.
• De desbetreffende uitgang op het aangesloten bronapparaat is verkeerd geconfigureerd of niet geactiveerd.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw bronapparaat voor meer informatie.
• Op de versterker is de verkeerde ingang geselecteerd.
• Het volume staat op minimum.
Een kanaal werkt niet
3
• Er is een aansluitkabel van het bronapparaat of de ingang van de versterker losgeraakt.
• Een luidsprekerkabel is losgeraakt van de luidsprekerklemmen op de versterker of luidspreker.
Er klinkt een brom
4
• Een aansluitkabel is defect.
Er treedt vervorming op
5
• De ingang van de versterker wordt aangestuurd met een te groot of verkeerd signaal.
• Het volume is te hoog ingesteld zodat het geluid van de luidsprekers wordt vervormd.
Er zit bijna geen bas in het geluid
6
• Een van de luidsprekers is verkeerd om aangesloten.
14