het toestel zo dat het stopcontact van de ruimte toegankelijk is. Installeer een geschikte differentiaalschakelaar - indien deze nog niet
voorzien werd - vóór het toestel.
Plaats de voedingskabel op zulke wijze dat hij nooit in contact kan komen met de rookafvoerbuis of met andere hete delen van het
toestel. Indien de voedingskabel beschadigd is moet hij, om alle risico's te vermijden, vervangen worden door de fabrikant of door
een geautoriseerde technische bijstandsdienst.
Uw apparaat heeft het CE-keurmerk en werd onderworpen aan een testfase van 1 uur voor controle van de correcte werking.
Het toestel mag niet worden gebruikt door kinderen jonger dan 8 jaar, personen met beperkte mentale, sensoriële of fysieke
capaciteiten, personen die de instructies voor onderhoud en gebruik van het toestel niet kennen (deze instructies staan in deze
handleiding). Kinderen mogen niet spelen met het toestel.
OPGELET: Ga voor elk gebruik na of de brander voldoende rein is en correct werd gepositioneerd in de zitting. Controleer dat de
aslade rein is en dat het deurtje van de haard goed en hermetisch dicht is.
OPGELET: tijdens de werking van het toestel moet het deurtje steeds dicht blijven. Het is strikt verboden het deurtje van de haard te
openen tijdens de werking. Het is mogelijk dat tijdens de werking rookgasafvoerbuizen en onderdelen van het toestel zeer heet zijn:
let op dat u deze niet aanraakt. Om gezondheidsproblemen te vermijden raden we u aan uw lichaam niet te lang aan de warme lucht
bloot te stellen en het lokaal waar het toestel is geïnstalleerd niet overdreven te verwarmen. Plaats op de plek waar de warme lucht
uitkomt geen planten of dieren. Er mag geen enkele brandstof (vloeibaar, vast...) worden gebruikt om het toestel aan te steken. De
aansteking van het toestel moet op de automatische wijze gebeuren, zoals beschreven in deze handleiding voor installatie, gebruik
en onderhoud. Pellets (of ander materiaal) mogen niet rechtstreeks in de vuurpot worden gegooid. Plaats in de buurt van het toestel
geen voorwerpen die niet bestand zijn tegen hitte of ontvlambaar zijn. Deze moeten op een geschikte afstand blijven. Droog geen
kledij op het toestel. Wasrekken moeten op een geschikte afstand worden geplaatst. Het is strikt verboden het toestel van het
elektrische voedingsnet los te koppelen tijdens de werking.
Opgelet: maak het toestel niet nat en kom niet met natte handen aan de elektrische onderdelen. Zuig de hete assen
niet af: de gebruikte stofzuiger kan hierdoor worden beschadigd. Alle in deze handleiding vermelde
schoonmaakinterventies moeten worden uitgevoerd op een afgekoeld toestel.
Opgelet! Waarschuwing voor gebruikers uit Zwitserland.
Er wordt doorverwezen naar de kantonnale wetgeving van de brandweer (meldingsplicht en veiligheidsafstanden) en
de Nota inzake de installatie van kachels uitgegeven door de Vereniging van de Brandverzekeringsmaatschappijen
(VKF - AEAI).
OPGELET: het is verplicht om het toestel te aarden. De niet-naleving van deze regel veroorzaakt ernstige schade aan
het toestel zelf, die niet gedekt wordt door de garantie. Laat de aarding controleren door een elektricien. Er mag geen
potentiaalverschil (Volt) heersen tussen de aardgeleider van de generator en de reële aardgeleider van de installatie.
1.5 TRANSPORT EN OPSLAG
TRANSPORT EN VERPLAATSING
De behuizing van het toestel moet altijd in de verticale stand worden vervoerd en uitsluitend met behulp van karretjes. Bescherm het
schakelpaneel, het glas en alle andere breekbare delen tegen mechanische stoten die hen zouden kunnen beschadigen en de
correcte werking van het toestel in gevaar zouden brengen.
OPSLAG
Het toestel moet worden opgeslagen op een droge en overdekte plaats, beschermd tegen weer en wind. Wij raden af het toestel
rechtstreeks op de vloer te zetten. De firma is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt aan een houten vloer of enig ander type
vloer.
We raden af het toestel voor uitzonderlijk lange periodes op te slaan.
1.6 INFORMATIE VOOR EEN CORRECTE AFVALVERWIJDERING VAN HET PRODUCT
Op het einde van zijn levensduur mag het product niet worden weggegooid samen met het stedelijk afval, maar moet
het verwijderd/verwerkt worden conform de geldende normen inzake milieu en afvalverwerking. Het product moet
worden overhandigd aan één van de afvalinzamelcentra dat elektronische apparatuur behandeld, die meestal door
de gemeente worden voorzien. Een correcte afvalverwerking betekent niet enkel respect voor het milieu, maar
bevordert tevens het hergebruik en de recycling van de materialen.
Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud
Urban – Urban E
Pag 8