Patiëntpositionering
Patiëntpositionering
Aanpassing aan de grootte van de patiënt en het defect
Om het product optimaal af te stemmen op de grootte van de patiënt en de grootte van het defect, raden we aan om de
hoogte- en lengteverstelling te gebruiken.
Het product moet op een veilige, vlakke ondergrond worden geplaatst!
Bij de behandeling van kinderen die kunnen bewegen, moet ervoor worden gezorgd dat het uit de
fasciotens®Cradle vallen met daaruit voortvloeiende verwondingen wordt voorkomen.
Om de patiënt op de matras te positioneren, moet een extra onderlaag, zoals lakens, mousseline doeken of
soortgelijk materiaal, er kreukvrij onder worden gelegd.
Het product kan ook in incubatorsystemen worden geplaatst.
Hoogteverstelling
1. Maak de hoogteverstelling los, door de kartelschroef aan de zijkant van het fasciotens®Cradle block tegen de klok in te
draaien. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat de tractiecontroller met één hand wordt vastgezet.
2. Beweeg de tractiecontroller omhoog of omlaag om de controller en de hechtdraadhouder dichter bij of verder weg
van de buik te brengen, afhankelijk van het prolapsvolume.
3. Vergrendel de hoogteverstelling, door de kartelschroef aan de zijkant van het fasciotens®Cradle block met de klok
mee te draaien.
Tractiecontroller en hechtdraadhouder mogen nooit in contact komen met de patiënt en organen.
1.
2.
9
3.
Gebruiksaanwijzing