Wanneer een indicatielampje brandt of
knippert bij de knop [Status controleren]
Als een indicatielampje bij de knop [Status controleren] gaat branden of knipperen, drukt u op de
[Status controleren]-knop om het scherm [Controleer status] weer te geven. Controleer de status van elke
functie op het scherm [Controleer status].
Het scherm '[Controleer status]'
1
4
1. Tabblad [App.-/appl.status]
Geeft de status van het apparaat en de functie aan.
2. [Controleren]
Als er zich een fout voordoet in het apparaat of de functie, drukt u op [Controleren] om details te bekijken.
Door op [Controleren] te drukken, verschijnt er een foutmelding of het functiescherm. Controleer de
foutmelding op het functiescherm en neem de nodige maatregelen. Voor informatie over het oplossen van het
probleem dat in de foutmelding wordt beschreven, zie de handleiding Problemen oplossen.
3. Meldingen
Toont een bericht dat de status aangeeft van het apparaat en de functie.
4. Statuspictogrammen
Elk statuspictogram dat kan worden weergegeven, wordt hieronder beschreven:
: Deze functie voert een taak uit.
: Er heeft zich een fout voorgedaan in het apparaat.
: De functie kan niet worden gebruikt, omdat er een fout in de functie of het apparaat is opgetreden. Dit
pictogram kan ook worden weergegeven als de toner bijna op is.
Wanneer een indicatielampje brandt of knippert bij de knop [Status controleren]
3
DFG006
2
105