Onderhouds- en veiligheidsrichtlijnen
10. De warmteoverbrenger van luchtverwarmingsapparaten is een thermisch hoog
belast onderdeel en moet 10 jaar na de eerste inbedrijfstelling vervangen
worden door een origineel reserveonderdeel van Webasto.
Als uitlaatleidingen door de door personen gebruikte ruimten lopen, moeten
deze eveneens na 10 jaar worden vervangen door originele reserveonderdelen.
11. Als brandstof voor het systeem Air Top Evo 3900 B / Air Top Evo 5500 B is de door de
voertuigfabrikant voorgeschreven brandstof geschikt. Er mag zowel loodhoudende als
loodvrije brandstof worden gebruikt.
Als brandstof voor het systeem Air Top Evo 3900 D / Air Top Evo 5500 D is de door de
voertuigfabrikant voorgeschreven dieselbrandstof geschikt. Ook huisbrandolie van de
klasse EL – geen huisbrandolie L – kan worden gebruikt, voorzover deze aan de op de
Duitse markt gebruikelijke kwaliteit volgens DIN 51603 voldoet.
De systemen Air Top Evo 3900 D / Air Top Evo 5500 D zijn ook toegelaten voor het
gebruik met PME (biodiesel) die overeestemt met DIN EN 14214.
Een nadelige beïnvloeding door additieven is niet bekend.
Bij brandstofontneming uit de voertuigtank moeten de bijmengingsvoorschriften van de
voertuigfabrikant worden gevolgd.
Bij het wisselen naar koudebestendige brandstoffen moet het verwarmingsapparaat ca.
15 minuten in bedrijf worden gesteld, opdat het brandstofsysteem met nieuwe brandstof
gevuld wordt.
12. In de buurt van het verwarmingsapparaat mag een temperatuur van 85°C
(opslagtemperatuur) niet overschreden worden. Bij een overschrijding van deze
temperatuur kan blijvende schade aan de elektronica optreden.
13. Het niet opvolgen van de inbouwaanwijzing en de daarin vermelde aanwijzingen leiden
tot aansprakelijkheidsuitsluiting vanwege Webasto. Hetzelfde geldt voor niet vakkundig
of niet met originele reserveonderdelen uitgevoerde reparaties. Dit heeft het vervallen van
de typegoedkeuring en dus van de algemene wettelijke goedkeuring / EG-
typegoedkeuring tot gevolg.
14. Verwarmingsluchtin- en uitlaat vrij houden van vuil en voorwerpen. Verontreinigde of
geblokkeerde verwarmingsluchtleidingen kunnen tot oververhitting en daardoor tot
activering van de oververhittingsuitschakeling leiden.
15. Om vastzitten van mechanische delen te verhinderen, moet het verwarmingsapparaat om
de 4 weken gedurende ca. 10 minuten in bedrijf worden gesteld.
16. Niet op het verwarmingsapparaat gaan staan en geen zware voorwerpen op het
verwarmingsapparaat plaatsen of gooien.
17. Geen kledingstukken, textiel of dergelijke materialen over het verwarmingsapparaat of
voor de verwarmingsluchtin- of uitlaat leggen of hangen.
18. De warme luchtstroom van het verwarmingsapparaat mag niet door licht ontvlambare
stoffen resp. materialen, zoals bijv. lompen, poetskatoen enz., beperkt of geblokkeerd
worden.
19. Het verwarmingsapparaat mag niet gereinigd worden met een hogedrukreiniger.