Juli 2014
Veiligheid in het werkgebied
Gevaren door defecte
onderdelen
Gebruik geen accu of oplader met een vermogen
van meer dan 12 V om de machine te starten met
startkabels.
Gebruik de machine niet als aarde om laswerkzaam-
heden uit te voeren.
Stuur de voorwielen niet op een droge ondergrond
wanneer de differentieelvergrendeling is geactiveerd.
Gevaar voor beknelling
Blijf uit de buurt van bewegende delen gedurende
de werking van de machine.
Schakel de parkeerrem in, zet de transmissie in
neutraal en laat de vorkendrager of het aanbouwdeel
op de grond zakken alvorens de machine te verlaten.
Blijf uit de buurt van opgeheven componenten.
Ondersteun componenten alvorens service uit te
voeren. Blijf uit de buurt van bewegende delen
gedurende de werking van de machine.
Gevaar voor brandwonden
Laat hete oppervlakken afkoelen
alvorens hen aan te raken of
onderhoud erop te plegen.
14
Ontploffi ngs- en brandgevaar
Start de motor niet als u vloeibaar propaangas (LPG),
benzine, diesel of andere explosieve stoffen ruikt of
detecteert.
Tank geen brandstof terwijl de motor van de machine
draait.
Gebruik de machine niet op gevaarlijke plaatsen of
plaatsen waar mogelijk ontvlambare of explosieve
gassen of partikels aanwezig kunnen zijn.
Spuit geen ether in motoren die voorzien zijn van
bougies of verwarmingen van het luchtinlaatrooster.
Gebruik geen lucht of zuurstof om de accumulators
op te laden.
GTH-2506
Eerste uitgave - Eerste druk
Tank en laad de accu op in een
open, goed geventileerd gebied,
ver weg van vonken, vlammen en
brandende tabak.
Ond. nr.
57.0009.0636