3.4
Rem en vrijloophendel
WAARSCHUWING
• Bedien de vrijloophendel enkel wanneer de scooter UIT staat!
• Een begeleider moet de vrijloophendel bedienen indien u een mobiliteitsbeperking heeft.
Bedien de hendel NOOIT vanuit zittende positie.
De scooter is voorzien van een vrijloopsysteem dat bereikbaar en bedienbaar is door een
begeleider, of de gebruiker wanneer hij/zij niet in de scooter zit. Zet de scooter enkel in vrijloop
om deze te transporteren of uit een gevaarlijk gebied te halen.
• Rijden
1. Wanneer de scooter UIT staat, zet de vrijloophendel
op de positie "drive" (rijden).
2. Schakel de scooter AAN.
3. Elektronisch gestuurd rijden is nu mogelijk.
• Neutraal
1. Schakel de scooter UIT.
2. Zet de vrijloophendel op de positie "neutraal".
3. De scooter kan nu zonder elektronische aansturing
voortgeduwd worden.
3.5
Aanpassingen voor comfort
WAARSCHUWING
• Voer nooit aanpassingen uit tijdens het rijden.
• De toegestane aanpassingen kunnen de stabiliteit van uw scooter beïnvloeden (zijwaarts of
achterwaarts kantelen).
3.5.1 De stuurkolom aanpassen
WAARSCHUWING
• Schakel de scooter uit vooraleer u de hoek van de
stuurkolom aanpast.
• Leun niet met uw volledige lichaam op de stuurkolom.
De stuurkolom kan versteld worden in een groot aantal standen
(traploos) naargelang de voorkeur van de bestuurder.
1. Duw de hendel naar beneden.
2. Verstel de stuurkolom naar de gewenste positie.
3. Laat de hendel los.
Gevaar voor letsel en/of schade
Gevaar voor letsel en/of schade
Gevaar voor letsel
Carpo 3, Carpo 4, Carpo 3D, Carpo 4D
DRIVE
13
2021-05
Uw scooter gebruiken
NL
NEUTRAAL