Let op:
Als u de instelling van Image Counter
hebt gewijzigd, moet u de camera uit- en weer
aanzetten om te zorgen dat de nieuwe instelling
van kracht wordt.
Figuur 79:
Submenu Camera Name
Let op:
Als u een foto aan een groepsnaam
hebt gekoppeld, wordt in het gebied met
fotogegevens van de modus Beheren de
groepsnaam getoond in plaats van de naam
van de camera.
Let op:
Woorden lopen door naar de volgende
regel als de tekst te lang wordt.
Appendix A: Gebruik van het menu Preferences
Zo wijzigt u de instelling van Image Counter:
1
Druk (indien nodig) op de pijl omlaag of omhoog op de 4-keuzenknop om de gewenste
instelling van Image Counter te accentueren.
2
Druk op de linker functietoets (Select). Het vinkje gaat naar de geaccentueerde instelling en u
keert terug naar het menu Preferences.
3
Zet de camera uit en weer aan om te zorgen dat de nieuwe instelling van kracht wordt.
De camera een naam geven
Met het submenu Camera Name kunt u een unieke naam voor de camera invoeren. De naam van de
camera wordt gebruikt om foto's te identificeren in de modus Beheren wanneer u foto's hebt
overgebracht van de ene camera naar een andere. (Zie "Foto's overbrengen tussen twee camera's" op
pag. 48 voor meer informatie.) De camera heeft standaard de naam Digita Camera.
Als u bijvoorbeeld foto's overbrengt van camera B naar camera A, verschijnt de naam van camera B
in het gebied met fotogegevens op camera A (in de modus Beheren) wanneer u foto's van camera B
bekijkt op camera A. De naam van de camera verschijnt niet in het gebied met fotogegevens als u
foto's bekijkt in de modus Beheren op de camera waarmee de foto's zijn gemaakt.
Zo geeft u de camera een naam:
1
Druk op de pijl links op de 4-keuzenknop om de letters van de standaardnaam te wissen.
2
Druk op de linker functietoets (Character Set Icon) om te schakelen tussen de vier tekensets
(hoofdletters, kleine letters, cijfers en symbolen) totdat de gewenste tekenset in het gebied van
de linker functietoets op de informatiebalk wordt getoond.
3
Druk vervolgens op:
Pijl omhoog of omlaag op de 4-keuzenknop om door de lijst met tekens links te lopen.
Pijl rechts op de 4-keuzenknop om het gekozen teken in te voeren en de cursor midden op
het scherm te verplaatsen.
Pijl links op de 4-keuzenknop om het vorige teken te wissen (Backspace).
De middelste functietoets (Space) om een spatie in te voegen in de naam van de camera.
4
Druk op de rechter functietoets (Exit) om de nieuwe naam van de camera op te slaan en terug te
gaan naar het menu Preferences.
101
De camera een naam geven