OPMERKING
In zeldzame gevallen kan de temperatuur van de accupack te laag zijn (onder -10 ºC).
In een dergelijk geval dient u de accupack langzaam op te warmen tot een temperatuur van
ongeveer 15 ºC tot 20 ºC.
Gebruik de lader bij een omgevingstemperatuur tussen 5 ºC en 40 ºC.
U dient ervoor te zorgen dat kinderen niet met het apparaat spelen.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (met inbegrip van kinderen) met
beperkte lichamelijke, sensorische of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring
en kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun veiligheid verantwoordelijke
persoon of tenzij ze van een dergelijke persoon instructies hebben ontvangen over het
gebruik van het apparaat.
Sluit de stroomtoevoer af voordat contact maakt met de accu of dit verbreekt.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant of diens technische dienst of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
1. Koelsleuf.
2. Led (licht uitstralende diode) controlelampje.
De accupack moet voor gebruik worden opgeladen.
Laad de accupack helemaal op voordat u uw machine voor de eerste keer gebruikt.
Steek de stekker in het wandstopcontact.
Duw de accupack in de lader totdat u duidelijk weerstand voelt; controleer of de accu niet
verder kan.
Tijdens normaal laden, knippert de groene led op de lader continu.
Een volledig ontladen accupack wordt in ongeveer 50 minuten geladen bij een
omgevingstemperatuur tussen 5 ºC en 40 ºC.
De groene led van de lader brandt continu als de accu helemaal geladen is.
Haal de geladen accupack uit de acculader.
Na gebruik van de lader dient u deze los te koppelen van de wandcontactdoos.
10