De BUS-interface JA-111R voor draadloze apparaten JA-100
3.
Maak gaten voor de BUS-kabel in de bodem van het achterdeel
(16). Steek de BUS-kabel door.
4.
Schroef het achterste deel (13) vast inclusief de bevestiging van het
segment voor een sabotagedetectie (14).
5.
Verkort de BUS-kabel tot een geschikte lengte en verwijder de
bovenste isolatie (voor een betere positionering van de draden in de
afdekking).
6.
Sluit de BUS-kabel aan op het gemarkeerde aansluitpunt van het
PLV-JA111R-montagepakket.
Schakel altijd de stroom uit bij het
aansluiten van de radiomodule op de
7.
Steek de aangesloten connector (11) in het tegenstuk van het
aansluitpunt op de radiomodule (oriëntatie gegeven door de sloten
van het aansluitpunt).
8.
Sluit het deksel van de radiomodule. Draden van de BUS-kabel
mogen zich alleen in de ruimte bevinden, die gescheiden wordt door
de kabelafscheider (15).
14
15
16
Afbeelding 4: 10 – antenne; 11 – plug and play BUS-connector;
12 – BUS-kabel; 13 – achterste gedeelte van het deksel; 14 – segment voor
sabotagedetectie; 15 – kabeafscheider; 16 – gaten voor BUS-kabel
Registratie van de module in het systeem
1.
Ga verder volgens de installatiehandleiding voor de centrale.
Basisprocedure:
a.
Wanneer het systeem wordt ingeschakeld, begint de gele
LED op de radiomodule herhaaldelijk te knipperen om aan te
geven, dat de module nog niet is geregistreerd in het
systeem.
b. Ga naar de software F-Link, selecteer de gewenste positie in
het
tabblad
Devices
Registratiemodus door te klikken op de optie Enroll
(Registreren).
c.
Klik op Nieuwe BUS-apparaten toevoegen, selecteer de
radiomodule en druk tweemaal in om de registratie te
bevestigen – de gele LED gaat uit.
Opmerkingen:
−
De module kan ook worden geregistreerd in het systeem door de
productiecode ervan in te voeren in de software F-Link. U kunt de
productiecode vinden op de sticker (7), die geplaatst is op de
module. Alle nummers onder de streepjescode moeten worden
ingevoerd (bijvoorbeeld: 1400-00-0000-0001).
−
Als u de radiomodule uit het systeem wilt verwijderen, wis hem uit
zijn positie in de centrale.
−
Meer informatie over de installatie van meerdere radiomodules in
het systeem en over de controle van het RF-signaalniveau in de
software F-Link is te vinden in de installatiehandleiding van de
centrale.
De BUS-interface JA-111R voor draadloze apparaten JA-100
BUS.
10
11
12
(Apparaten)
en
start
de
Om de radiomodule in te stellen opdat deze
voldoet aan de classificatie van klasse 2,
gebruikt u de functie Systeemprofielen op het
tabblad Parameters van de software F-Link
(het standaardprofiel voldoet niet aan
de classificatie van klasse 2); Zie voor meer
informatie de installatiehandleiding voor
de centrale JA-10xK).
Instelling van de eigenschappen van
de radiomodule
De eigenschappen van de module kunnen worden ingesteld in het
Apparatentabblad of de software F-Link. Klik op de positie van
de module op de optie Interne instellingen om een dialoogvenster
te openen, waar u de volgende parameters kunt instellen:
Activering aangegeven met LED: De standaardinstelling is, dat
de module de communicatie met draadloze apparaten aangeeft met een
rode LED. Deze indicatie kan worden uitgeschakeld.
RF-blokkeringsniveau: Dit is standaard uitgeschakeld. Het kan
echter worden ingesteld op twee niveaus – laag (de storing duurt langer
dan 30 s per minuut) en hoog (de storing duurt langer dan 10 s per 20
s). Als de detectie is ingeschakeld, meldt het systeem een fout of een
sabotage, wanneer de interferentie van de communicatieband/RF-
blokkering optreedt.
Registratiesignaal: Wanneer DEZE optie wordt gebruikt, stuurt
de module een registratiesignaal (alleen bestemd voor draadloze
apparaten met ingebouwde ontvanger, bijvoorbeeld JA-150N).
Technische specificaties
Voeding via de BUS van de centrale
Stroomverbruik in standby-modus
Verbruik voor kabelselectie (maximum)
Communicatiebandbreedte
Maximale radiofrequentieprestaties (ERP)
RF-bereik
Maten
Gewicht (alleen PBC)
Classificatie
veiligheidsgraad 2/milieuklasse II/ACE type B
Operationele omgeving
Bedrijfstemperatuurbereik
Gemiddelde operationele vochtigheid
Certificatie-instantie
Trezor Test s.r.o. (nr. 3025), Telefication B.V.
In overeenstemming met
EN 50131-5-3+A1, ETSI EN 300 220-1-2, EN 50130-4 ed. 2+A1,
Kan worden bedreven volgens
JABLOTRON ALARMS a.s. verklaart hiermede, dat de JA-111R
in overeenstemming is met de relevante communautaire
harmonisatiewetgeving: Richtlijnen nr.: 2014/53/EU, 2014/35/EU,
2014/30/EU, 2011/65/EU, wanneer gebruikt zoals bedoeld.
Het origineel van de conformiteitsbeoordeling kan worden
gevonden op
www.jablotron.com
Opmerking: Hoewel dit product geen schadelijke materialen
bevat, raden wij u aan DIT product na gebruik terug te sturen
naar de dealer of direct naar de producent.
2 / 2
12 V DC (9... 15 V)
868.1 MHz, Jablotron-protocol
43 x 160 x 23 mm
(Volgens EN 50131-1)
algemene oplossing voor intern gebruik
-10 °C tot +40 °C
75 % RH, niet-condenserend
EN 50131-1 ed. 2+A1+A2, EN 50131-3,
EN 55032, EN 62368-1, EN 50581, T 031
ERC REC 70-30
– sectie Downloads.
MLR55004
35 mA
80 mA
25 mW
300m
70 g