De draadloze toegangsmodule JA-154E, JA-154E-GR, JA-154E-AN, JA-154E-WH
De toegangsmodule is een component van het systeem
JABLOTRON. De modulaire architectuur ervan stelt de gebruikers in
staat om een combinatie te creëren waarvan de installatiegrootte
perfect aansluit bij hun behoeften. Het apparaat kan alleen worden
geïnstalleerd door een ervaren vakman met een geldig certificaat
afgegeven door een geautoriseerde distributeur. Dit product is
compatibel met de JA-101Kx of hogere versie centrales.
De draadloze module omvat het eerste besturingssegment (1), een
LCD-display (4), het toetsenbord en RFID-chipkaart / taglezer (5).
De segmenten van JA-192E JA-192E-GR, JA-192E-AN, JA-192E-WH
kunnen worden gebruikt
om de JA-154E uit te breiden met het
benodigde aantal segmenten (het maximale toegestane aantal is 20
per eenheid). De kantelbare deksel van het toetsenbord (7) kan
worden verwijderd, als de gebruiker voorkeur geeft aan permanente
toegang. Het werkt ook als een RFID-kaart / taglezer.
Afbeelding 1: 1 – besturingssegment; 2 – segmentknoppen; 3 – knop voor de
activering van de achtergrondverlichting; 4 – LCD; 5 – toegangsmodule met
RFID-lezer; 6 – tabbladen voor moduleopening; 7 – dekselschroeven
Installatie
1. Druk op de vier tabbladen (6) aan de zijkanten (zie afbeelding 1) één
voor één en verwijder de module uit de plastic basis.
2. Als u meer besturingssegmenten installeert, verwijder eerst het
deksel op het 1e segment.
3. Verwijder het doorzichtige plastic deksel van de segmenten (door
het op te lichten aan de weerszijden van het segment bij de
knoppen).
4. Sluit altijd de segmentkabels aan op de connector van het
voorafgaande segment en klik ze in elkaar (wij raden aan om de
kabels te wikkelen door het segment te draaien met 360° – dit zal
welke dan ook mogelijke schade aan de kabels tussen de plastic delen
voorkomen). Gebruik deze methode om alle vereiste segmenten te
installeren. Duw als het laatste het deksel van het stopcontact in.
5. Plaats vier 1,5 V alkaline AA-batterijen in de module.
6. Bevestig de basis samen met de segmenten op de geselecteerde
plek
door
middel
van
besturingssegmenten nodig zijn, bevestig ze ook aan de muur met
schroeven (gebruik het benodigde aantal schroeven).
7. Plaats de module in de basis.
8. Ga
verder
volgens
de
bedieningspaneel. Basisprocedure:
a. Er moet een radiomodule JA-110R in het bedieningspaneel met
een betrouwbaar communicatiebereik tot de toegangsmodule
geïnstalleerd worden.
b. Wanneer batterijen worden geplaatst, gaat de gele knop voor
de activering van de achtergrondverlichting (3) permanent
branden. Deze geeft aan, dat de module nog niet geregistreerd
is in het systeem.
c. Ga naar de software F-Link, selecteer de gewenste positie in
het venster Apparaten en start de registratiemodus door te
klikken op de optie Registreren.
d. Druk
op
de
knop
achtergrondverlichting (3) – de module is dus geregistreerd en
de gele LED-indicator gaat uit (dit kan enkele seconden duren).
Een registratiesignaal kan ook worden verzonden door het
plaatsen van de batterijen.
JA-154E, JA-154E-GR, JA-154E-AN, JA-154E-WH
met LCD, RFID en toetsenbord
Afbeelding 2: 8 – connectoren voor
besturingssegmenten;
9 – productiecode;
10 – klemmen; 11 – mini USB-
connector; 12 – batterijen;
13 – sabotagecontact;
schroeven.
Als
er
meerdere
installatiehandleiding
voor
voor
de
activering
van
9. Wanneer u de installatie hebt voltooid, plaats de beschrijvende
labels achter de transparante deksels van de segmenten en sluit ze
– zie figuur 3. Het printen van labels vormt een onderdeel van het
venster (Apparaten van de software F-Link, op de positie van de
module – Interne instellingen).
Opmerkingen:
De module kan ook worden geregistreerd in het systeem door de
productiecode (9) ervan in te voeren in de software F-Link of met gebruik
van een streepjescodescanner. Alle nummers vermeld onder de
streepjescode moeten worden ingevoerd (1400-00-0000-0001).
Om te voldoen aan de norm EN 50131-3, moeten de
dekseltabbladen (6) bevestigd worden met de schroeven van het
toebehoren. Op afbeelding 1 worden de dekseltabbladen afgebeeld
en gemarkeerd door pijlen.
Afbeelding 3: Plaatsen van een label in een besturingssegment
Het instellen van de eigenschappen
Ga naar het venster Apparaten in de software F-Link. Als u bent op
de positie van de module, gebruik de optie Interne instellingen.
De betreffende eenheid wordt weergegeven en is het mogelijk om de
eigenschappen in te stellen. Interne instellingen zijn verdeeld in
2 basistabbladen: Segmenten en Instellingen.
Het is mogelijk om de gewenste functies van afzonderlijke segmenten
(besturing van secties, signalering van de sectiestatus, alarmactivering,
besturing van de PG-uitgang, signalering van de status PG-uitgang etc.)
in te stellen.
Gemeenschappelijke segmenten – instellingen en beschrijving van
functies
Een gemeenschappelijk segment (tot 2 segmenten zijn toegestaan op
een module-eenheid) simuleert het gelijktijdige indrukken van een aantal
segmenten, die geplaatst zijn op deze module en secties besturen. In de
SW F-Link – ga naar het tabblad Apparaten op de positie van het
toetsenbord Segmenten en selecteer de specifieke segmentfunctie
genaamd Gemeenschappelijk segment A (B). Selecteer vervolgens in
het nieuwe tabblad Gemeenschappelijk segment, selecteer de
segmenten, die tegelijk bediend zullen worden.
Opmerking: Een module moet zijn uitgerust met minimaal
3 segmenten, anders kan deze functie niet worden gebruikt.
De geselecteerde secties zullen alle worden ingesteld / uitgeschakeld
na het indrukken van een knop op het gemeenschappelijke segment.
Indien de staten van de segmenten, die worden geëxploiteerd door het
gemeenschappelijke segment, worden gemengd, zullen alleen die
segmenten worden ingesteld / uitgeschakeld, welke veranderd moeten
worden.
Als een gedeeltelijke instelling is geactiveerd voor een aantal
het
segmenten, respecteert het gemeenschappelijke segment het volgende:
1e indrukking = gedeeltelijk instelling, 2e indrukking = volledige instelling.
Het is niet geschikt om eengemeenschappelijk segment te combineren
met een gemeenschappelijke sectie.
De indicatie van het gemeenschappelijke segment is: Alle segmenten
uitgeschakeld = groen, enkele ingesteld (gedeeltelijke instelling) = geel,
alle secties volledig ingesteld = rood.
In het tabblad instellingen kunt u alle andere functies van de module
instellen,
zoals
akoestische
achtergrondverlichting, modus van de RFID-lezer, optische en
akoestische indicatie, instellingen van het LDC-display enz. Details met
betrekking tot de instellingen kunt u vinden in de installatiehandleiding
de
van het bedieningspaneel en natuurlijk in de tooltips, die weergegeven
worden door de software F-Link.
1 / 3
2
1
ABCD...123
3
4
signalering,
intensiteit
van
de
MLU24818