Controles vóór inbedrijfstelling
Inbedrijfstelling
Onderhoud en herstelling
Pagina 40 van 132
Bedieningshandleiding
•
Dieseltank dagelijks na het beëindigen van de werktijd
bijvullen
resp.
condensatiewater in de dieseltank te beperken.
•
Deze bedieningsinstructies dienen vóór de inwerkingstelling
nagekeken te worden.
•
De machine moet op zichtbare gebreken en op lekken
gecontroleerd worden.
•
De machine mag nooit met defecte controlelampen gebruikt
worden.
•
Alle beschermingsinrichtingen en -voorzieningen moeten
vast op hun plaats zitten.
•
Er mag zich geen persoon in de installatie of binnen de
beschermingsinrichtingen en -voorzieningen bevinden.
•
Inbedrijfstelling van de machine overeenkomstig de
bedieningshandleiding.
•
Een draaiende machine mag nooit zonder toezicht gelaten
worden.
•
Ook
de
naleving
onderhoudsvoorschriften en van de handleiding van de
motorfabrikant is doorslaggevend voor de levensduur en
het altijd operationeel zijn van de machine.
•
Zorg tijdens onderhouds- en herstellingswerken ervoor dat
de aandrijfmotor uitgeschakeld en tegen onopzettelijk
opnieuw inschakelen beveiligd is.
•
In
geval
van
waarschuwingsbord opgehangen te worden en moet deze
tegen onbevoegd opnieuw inschakelen beveiligd worden.
•
Herstellingen aan de machine mogen uitsluitend door
opgeleid personeel met vakkennis uitgevoerd worden.
•
Leef tijdens laswerken absoluut de lasvoorschriften na.
Eerst de startaccu afkoppelen.
•
De veiligheidsinrichtingen en -voorzieningen moeten na
beëindiging van de onderhouds- en herstellingswerken
bijtanken
om
de
van
de
een
defecte
machine
vorming
van
smeer-
en
dient
een
Vertaling