Pagina 34 van 132
Bedieningshandleiding
•
Controleer de machine minstens eenmaal per werkploeg op
zichtbare schade en gebreken!
•
Meld opgetreden afwijkingen (inclusief van het werkgedrag
van de machine ) onmiddellijk aan de bevoegde dienst! De
machine dient in dat geval onmiddellijk uitgeschakeld en
beveiligd te worden!
•
In geval van storingen moet de machine onmiddellijk
uitgeschakeld en beveiligd worden!
•
Storingen dienen onmiddellijk verholpen te worden!
•
Start de machine uitsluitend vanaf de bedieningsconsole!
•
De in- en uitschakelprocedure en de controleaanduidingen
naleven overeenkomstig de handleiding!
•
Zorg er vóór de inbedrijfstelling voor dat niemand gevaar
loopt als gevolg van de startende machine!
•
Controleer vóór elk transport of de reminstallatie, de
signaleringen en de verlichting correct functioneren. Laat
storingen verhelpen!
•
Breng vóór het transport van de machine alle relevante
onderdelen (kleppen, transportbanden, steunen) in de
transportstand en ga altijd de veilige opberging van de
toebehoren na!
•
Leef de geldende verkeersreglementen na tijdens het rijden
op openbare straten, wegen en pleinen; breng de machine
zo nodig eerst in een voor het verkeer toegelaten staat!
•
Bij slecht zicht en wanneer het donker is principieel het licht
inschakelen bij het transport!
•
Houd tijdens het transport en de bediening van de machine
altijd voldoende afstand tot de randen van bouwputten,
taluds en hellingen!
•
Laat alle werkwijzen na die de stabiliteit van de machine in
gevaar brengen!
•
Hellingen tijdens het transport van de installatie nooit in
dwarsrichting nemen!
•
Hellende vlakken tijdens het transport met een aangepaste
rijsnelheid berijden!
•
Beveilig na het verlaten van de trekker de oplegger tegen
onopzettelijk wegrollen en onbevoegd gebruik!
•
De handrem van de installatie optrekken en een wielblok
plaatsen!
Vertaling