Pagina 2
Gebruikshandleiding OPMERKING Lees de gehele gebruikshandleiding grondig door, voordat u werkzaamheden uitvoert met of aan de machine! Gebruik de machine uitsluitend voor de beoogde doeleinden! Alle veiligheidsaanwijzingen die in deze handleiding beschreven zijn opvolgen. Pagina 2 van 150 Betriebsanleitung_Nemus_2700_Version4_nl...
Pagina 3
Gebruikshandleiding Indeling van de totale gebruikshandleiding Gebruikshandleiding (dit hoofdstuk) Voorwoord Veiligheid Overzicht en bedoeld gebruik Werking EG-Conformiteitsverklaring Transport en opstellen Bediening Noodsituaties Onderhoudsinstructies (afzonderlijk hoofdstuk) Onderhoud / reiniging Storing, oorzaak, oplossing Demontage/ verwijdering Betriebsanleitung_Nemus_2700_Version4_nl Pagina 3 van 150...
Pagina 6
Gebruikshandleiding 7.1.6. NOOD-UIT-schakelaar ........ 97 7.1.7. Bedieningselementen - Vullingsgraad zeeftrommel ..........99 7.1.8. Bedieningselementen - Snelheid fijne- korrelverzamelband ........99 7.1.9. Bedieningselementen - Regeling van de bandsnelheid van de afvoerbanden (optie) ............100 7.1.10. Bedieningselementen - losventiel persluchtremsysteem ......... 101 7.1.11.
Pagina 7
Gebruikshandleiding 8.1. Persoonlijk letsel ............. 146 8.2. Machineschade ............147 Overzicht van trefwoorden ..........149 Betriebsanleitung_Nemus_2700_Version4_nl Pagina 7 van 150...
Gebruikshandleiding Voorwoord Geachte klant! Graag willen wij u bedanken voor de aankoop van deze machi- ne en het daarmee gestelde vertrouwen. Doel van de gebruiks- Deze gebruikshandleiding beschrijft het veilige en efficiënte handleiding gebruik van de machine. Het doel van deze gebruikshandlei- ding is het voorkomen van schade aan mens en machine: we zorgen met de nodige informatie voor een eenvoudige bediening en onderhoud van de machine.
Pagina 9
Gebruikshandleiding Doorverkopen Bij het doorverkopen van de machine moet de gebruikshand- leiding altijd worden meegeleverd. Bij latere verkoop in een ander land van de Europese eco- nomische gebied, moet de gebruikshandleiding worden ver- taald naar de taal van het betreffende land van gebruik. Vertaling Mochten er onduidelijkheden zijn m.b.t.
Pagina 10
Komptech Umwelttech- nik niet geprint, gekopieerd of verveelvoudigd of elektronisch worden verwerkt, gedupliceerd of gepubliceerd. Handelsmerkbescher- Het merk Komptech, het Komptech-logo, het Komptech- ming beukenblad en het woordmerk "Technology for a better en- vironment" zijn in het merkenregister opgenomen merken en intellectueel eigendom van Komptech GmbH.
Gebruikshandleiding Veiligheid Markering door veilig- De gerichte markering van bepaalde locaties met veiligheids- heidsinstructies instructies, maakt het veilig gebruik en een veilige bediening van de machine mogelijk. Deze markering gebeurt met de- zelfde pictogrammen die in de gebruikshandleiding zijn weergegeven. WAARSCHUWING Gevaar door het in gebruik nemen van de machine, zon- der de veiligheidsvoorschriften op te volgen, resp.
Gebruikshandleiding De exploitant is verantwoordelijk voor een veilige en bruik- bare toestand van de machine. De exploitant moet zorgen dat de machine alleen wordt bediend door personen, waarvan de geestelijke en lichamelijke toestand voldoende is voor de opgedragen werkzaamheden. ...
Gebruikshandleiding Vakkrachten Personen, die over de volgende kwalificaties beschikken: beroepsopleiding, beroepservaring en kennis van de relevante normen en bepalingen. Deze personen kunnen opgedragen werkzaamheden, m.b.t. bestaande of mogelijke gevaren zelfstandig beoordelen. (Definitie afgeleid van EN 60204-1) 2.3. Verplichtingen van het personeel Verplichtingen van het Alle personen die aan of met de machine werken, hebben de...
Gebruikshandleiding u schade heeft ontdekt aan de machine. u constateert dat veiligheidsinrichtingen van de machine ontbreken, zijn beschadigd of niet probleemloos werken. u constateert dat waarschuwingsborden en/of veiligheids- symbolen op de machine niet meer aanwezig of slecht leesbaar zijn.
Pagina 15
Gebruikshandleiding Afb. 1: gevarenzone VERBODVERBOT UITZONDERINGEN / OPMERKINGEN Zone 1: Betreden door personeel of bevoegde personen alleen toegestaan als Betreden de transportbanden zijn uitgeschakeld strengste verbo- den! de veiligheidsvoorschriften gebruikshandleiding zorgvuldig worden opgevolgd. Zone 2: Betreden door personeel of bevoegde personen alleen toegestaan als Betreden ...
Pagina 16
Gebruikshandleiding VERBODVERBOT UITZONDERINGEN / OPMERKINGEN Zone 3: Betreden door personeel of bevoegde personen alleen toegestaan als Betreden verbo- de transportbanden zijn uitgeschakeld den! de veiligheidsvoorschriften gebruikshandleiding zorgvuldig worden opgevolgd. Zone 4: Betreden door personeel of bevoegde personen alleen toegestaan als Betreden ...
Gebruikshandleiding 2.5. Veiligheidsinrichtingen GEVAAR Gevaar voor personen door ontbrekende, niet of niet probleemloos werkende veiligheidsinrichtingen. Persoonlijk letsel met de dood tot gevolg is mogelijk. Controleer vóór aanvang van de werkzaamheden of alle veiligheidsinrichtingen aanwezig, correct geïnstalleerd zijn en goed werken. ...
Gebruikshandleiding Afb. 2: veiligheidsinrichtingen Veiligheidsinrichting Controles Interval Methode NOOD-UIT-schakelaar Tabel 2: Veiligheidsinrichtingen (elektrisch) d - dagelijks w - wekelijks m - maandelijks F - functiecontrole 2.6. Opbouw van de waarschuwingen In de verschillende hoofdstukken van deze gebruikshandleiding wordt u met waarschuwingen op gevaren en gevaarlijke loca- ties gewezen.
Gebruikshandleiding De volgende afbeelding geeft de opbouw van een waarschu- wing: Signaalwoord Type gevaar Symbool Gevolgen bij het niet opvolgen van de waarschuwing. Voorkomen van het gevaar 2.6.1. Signaalwoorden SIGNAALWOORD BETEKENIS GEVAAR deze manier geaccentueerde tekstdelen geven een direct gevaar met een hoog risico aan, dat de dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben als het gevaar niet wordt...
Gebruikshandleiding 2.6.2. Waarschuwingssymbolen SYMBOOL BETEKENIS Waarschuwing voor een gevaarlijke locatie of situatie. Waarschuwing voor gevaarlijke, elekt- rische spanning. Waarschuwing voor knelgevaar door bewegende onderdelen. Waarschuwing voor intrekkingsgevaar door bewegende onderdelen. Waarschuwing voor stoffen die scha- delijk zijn voor de gezondheid of bij- tende stoffen.
Gebruikshandleiding SYMBOOL BETEKENIS Waarschuwing voor handletsel. Waarschuwing voor valgevaar. Tabel 4: Waarschuwingssymbolen 2.6.3. Verbodssymbolen SYMBOOL BETEKENIS Bespuiten met water verboden. Verboden toegang voor onbevoegden. Beklimming door onbevoegden verbo- den. Vuur, open licht en roken verboden. Betriebsanleitung_Nemus_2700_Version4_nl Pagina 21 van 150...
Gebruikshandleiding SYMBOOL BETEKENIS Verbod op het gebruik van middelen, normale lichamelijke geestelijke vermogens nadelig beïnvloeden. Tabel 5: Verbodssymbolen 2.6.4. Gebodssymbolen SYMBOOL BETEKENIS Algemeen gebodssymbool. Markeert aanwijzingen voor het ge- bruik. Document beslist vóór aanvang van de werkzaamheden lezen. Vóór werkzaamheden vrijschakelen. Veiligheidsbril met zijbescherming Beschermt tegen oogletsel door vaste, vloeibare of gasvormige stoffen.
Gebruikshandleiding SYMBOOL BETEKENIS Veiligheidshelm Beschermt tegen vallende voorwerpen. Gehoorbescherming Beschermt tegen doofheid bij proces- sen met een hoge geluidsemissie. Tabel 6: Gebodssymbolen 2.6.5. Eveneens op de machine gebruikte symbolen (pictogrammen) SYMBOOL BETEKENIS Markeert een lastaanslagpunt met de betreffende lastaanduiding in kN. Markeert een smeerpunt.
Pagina 24
Gebruikshandleiding SYMBOOL BETEKENIS Opmerking m.b.t. het reinigen van de motorruimte. Opmerking m.b.t. het opvolgen van de gebruikshandleiding veiligheid- saanwijizingen. Opmerking m.b.t. volgende veiligheidskeuring (UVV). Opmerking m.b.t. de maximumsnelheid bij het transport van de machine. Opmerking m.b.t. borgpennen, die moeten worden verwijderd. Opmerking m.b.t.
Gebruikshandleiding 2.7. Fundamentele veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING Gevaar voor personen door het niet opvolgen van fun- damentele veiligheidsvoorschriften. Persoonlijk letsel met de dood tot gevolg is mogelijk. De fundamentele veiligheidsvoorschriften opvolgen. Gebruik de machine uitsluitend in een technisch probleemloze toestand, ...
Pagina 27
Gebruikshandleiding Ook als alle veiligheidsvoorschriften worden opgevolgd, blijven er bij werkzaamheden aan of met de machine bepaalde rest- gevaren. Alle personen die aan of met de machine werken, moeten de restgevaren kennen. Alle personen moeten de aanwijzingen opvolgen die verhinde- ren dat restgevaren tot ongelukken of schade leiden.
Pagina 28
Gebruikshandleiding GEVAAR Gevaar voor personen door uitlaatgassen van de dieselmotor. Levensgevaar voor personen door verstikking. Laat de dieselmotor alleen in een goed geventileerde omgeving draaien. Eventueel de uitlaatgassen met een geschikte afzuiginrichting afvoeren uit de werkomgeving. WAARSCHUWING Gevaar voor personen door het gebruik van ongeschikte hijs- en hefmiddelen.
Pagina 29
Gebruikshandleiding WAARSCHUWING Brandgevaar door ontsteking van licht ontvlambare stof- fen. Persoonlijk letsel met de dood tot gevolg is mogelijk. Vermijd vuur, open licht en roken in de directe omgeving van de machine. Geen brandende of smeulende materialen in de machine vullen. ...
Pagina 30
Gebruikshandleiding WAARSCHUWING Intrekkings- en knelgevaar door bewegende / draaiende machineonderdelen. Persoonlijk letsel is mogelijk. Verwijder in geen geval beschermende afdekkingen! Beveilig de machine tegen ongewild inschakelen als dit nodig is voor onderhouds- of reinigingswerkzaamheden! Niet in bewegingsbereik van machinedelen grijpen bij het proefdraaien.
Gebruikshandleiding Overzicht en bedoeld gebruik Alle afbeeldingen en tekeningen in deze gebruikshandleiding dienen uitsluitend voor een algemene indruk. Raadpleeg ook de eventueel afzonderlijk meegeleverde bedie- ningshandleidingen van de motorfabrikant, die als origineel zijn toegevoegd. Technische wijzigingen in het kader van de doorontwikkeling van de in deze gebruikshandleiding beschreven machine zijn voorbehouden.
Gebruikshandleiding 3.1.1. Overzicht Hier wordt de globale opbouw van de machine beschreven. Positieaanduidingen (bijv. rechts, links, voor, achter) moeten worden opgevat ten opzichte van de transportrichting van de machine. Afb. 3: overzicht van de machine Aanduiding Trekoog Klep van motorruimte Reinigingsborstel Afvoerband voor fijne korrel Afvoerband voor te grote korrel...
Gebruikshandleiding Zeef- of kerntrommel Materiaalopvoerbunker Klep van de motorruimte Tandemdraagwielen Fijne-korreldwarsband De posities van de bedieningspanelen, van waaruit de machine wordt bestuurd, worden beschreven in hoofdstuk 7.1, Bedieningselementen, bladzijde 86. 3.1.2. Aanduidingen op de machine Afb. 4: typeplaatje Het typeplaatje (1) en voertuigidentificatienummer (2) zijn aangebracht op het basisframe van de machine.
Gebruikshandleiding 3.2. Productbeschrijving 3.2.1. Bedoeld gebruik De mobiele zeefinstallatie dient voor het afzeven van voor- versnipperde Restafval, boomschors, hout, huis- resp. grofvuil evenals zand, grind aarde en afgegraven grond. Verder horen bij het bedoeld gebruik: ...
Gebruikshandleiding Het transport van de machine door gekwalificeerd personeel. Het uitsluitend machinaal vullen van de machine. OPMERKING Ander gebruik dan onder "Bedoeld gebruik" is opgege- ven, is verboden! 3.2.2. Niet bedoeld gebruik Tot het niet bedoeld gebruik behoort: ...
Gebruikshandleiding 3.2.3. Technische gegevens TRANSPORTAFMETINGEN Lengte 12.000 mm (472.44 in) Breedte 2.550 mm (100.39 in) Hoogte 4.000 mm (157.48 in) AANHANGER MET CENTRALE TANDEMASSEN Toegelaten totale massa 17 t (37478,56 lbs) Toelaatb. asbelast. per as 8 t (17636.97 lbs) Steunlast 1 t (2204,62 lbs) Wielen 385/65 R 22,5...
Pagina 37
Gebruikshandleiding EMISSIES Geluidsdrukniveau (vollast, 89 dB (A) zonder materiaal) Tabel 9: Technische gegevens OPMERKING Bij omgevingstemperaturen lager dan +1°C (33,8 F) be- staat een verhoogd risico op bevriezing van de machine. Machineschade of storingen in het verwerkingsproces zijn mogelijk. Controleer voor het in gebruik nemen of er geen bewegende machineonderdelen zijn vastgevroren.
Gebruikshandleiding Afb. 5: afmetingen bedrijfsstand 3.3. Uitrusting van de machine Hier wordt beschreven uit welke componenten de machine standaard bestaat en welke opties u ter beschikking staan. SERIENUMMERS Machinenr.: 28018 (Nemus) Chassisnummer: W090 28018 41KB4 034 Motornr.: 1104D-44T NL82514 U 220545 Y Tabel 10: Serienummers Pagina 38 van 150 Betriebsanleitung_Nemus_2700_Version4_nl...
Pagina 39
Gebruikshandleiding BASISMACHINE Mobiele zeeftrommelmachine, geschikt voor het gebruik met een kerntrommel of een zeeftrommel voor het scheiden van materialen in 2 fracties (volgens de gegevens in de eveneens geldende documenten). Tabel 11: Basismachine OPTIES Dieselmotor, vermogen: 96,5 kW Vermogen bij 1.800 min : 90,0 kW Uitlaatgasnorm: Richtlijn 97/68 EG fase IIIA EPA TIER 3...
Pagina 40
Gebruikshandleiding OPTIES Afwerking met speciale lak Bandverlenging fijne-korrelafvoerband Asafstand: 6.000 mm (236.22 in) Bandverlenging fijne-korrelafvoerband Asafstand: 6.550 mm (257.87 in) Alleen in combinatie met de optie "Aanvullende hydraulische stempel achter" Bandverlenging grove-korrelafvoerband Asafstand: 4.350 mm (171.26 in) Bandverlenging grove-korrelafvoerband Asafstand: 5.120 mm (201.57 in) Bandverlenging grove-korrelafvoerband Asafstand: 5120 mm (201.57 in), breedte trans- portband: 1.000 mm (39.37 in)
Pagina 41
Gebruikshandleiding OPTIES Opzetschoen Afstrijker voor reinigingsborstels Centrale smering Centrale smeerblokken Aanvullende, elektrische oliekoeler Radiografische afstandsbediening, 10-kanaals incl. NOOD-UIT-knop Radiografische afstandsbediening, 12-kanaals incl. NOOD-UIT-knop Elektrische motorvoorverwarming Hardmetalen stripper fijne-korrelafvoerband Motoreenheid hydraulisch uitschuifbaar Handmatige hydrauliek voor noodbediening Luchtvering Verrijdinrichting Bunkersensorbesturing Bunkersensorbesturing met 2-kanaals zendsysteem Tandemwielen aan zijde trommelinvoer Aanvullende hydraulische stempel achter Cleanfix-ventilator voor 70,0 kW dieselmotor...
Pagina 42
Gebruikshandleiding OPTIES Accuhoofdschakelaar Voorbereiding voor zeeftrommel SM620 Adapter-loopring voor zeeftrommel SM620 Tabel 12: Opties Pagina 42 van 150 Betriebsanleitung_Nemus_2700_Version4_nl...
Gebruikshandleiding Functie 4.1. Beschrijving van de werking van de machine Afb. 6: werkingsprincipe De materiaalscheiding is in essentie gebaseerd op de verschil- lende grootten van de toegevoerde materialen. Via een mechanische vulinrichting wordt het te scheiden materiaal in de bunker (1) van de machine gevuld. Via een aan de onderkant van de bunker (2) bevestigde transportband wordt het aangevoerde materiaal naar de zeeftrommel (3) getransporteerd.
Gebruikshandleiding 4.2. Beschrijving van de werking van de opties OPMERKING Inkooponderdelen worden in deze gebruikshandleiding slechts in hoofdlijnen beschreven. Speciale instel- en onderhoudswerkzaamheden aan de inko- oponderdelen zijn op basis van de beschrijvingen in deze gebruikshandleiding niet mogelijk. Neem de documentatie van de fabrikant in acht. U vindt deze in de bijlage "Gebruikshandleidingen van de leveranciers".
Gebruikshandleiding Functie: Deze machine-uitrusting vormt de basis voor het opstellen van het rapport voor het verkrijgen van een algemene gebruiksver- gunning volgens de wegenverkeerswet (Straßenverkehrs- Zulassungs-Ordnung (StVZO)), evenals de uitgifte van ken- tekenpapieren. 4.2.2. Voorbereid op Europese toelating Afb. 8: botsbeveiliging aan de zijkanten Hierbij gaat het om een uitbreiding van de EU-richtlijn.
Gebruikshandleiding De zeefopeningen van de zeeftrommel hebben een vaste grootte. De grootte van de zeefopeningen kan uitsluitend worden ge- wijzigd door de hele zeeftrommel te vervangen. Kerntrommel Afb. 10: kerntrommel met zeefsegmenten In dit geval bestaat de zeeftrommel uit een basiselement (2) waarop zeefsegmenten (1) met een klantspecifieke zeefope- ningsgrootte worden gespannen.
Gebruikshandleiding Hieronder wordt de werkwijze beschreven: Afb. 11: snelheid afvoerbanden wijzigen Verander de snelheid van de fijne-korrelafvoerband door klep (1) te verstellen. Verander de snelheid van de grove-korrelafvoerband door klep (2) te verstellen. 4.2.5. Magnetische trommel GEVAAR Gevaar voor personen door het magnetisch veld van de magneettrommel, dat het uitvallen, resp.
Gebruikshandleiding Afb. 12: magnetische trommel Functie: Met behulp van een magnetische trommel kan FE-metaal uit het zeefgoed worden gezeefd. De magnetische trommel is permanent magnetisch en kan zowel aan de grove- als aan de fijne-korrelafvoerband worden gemonteerd. De module magnetische trommel (2) omvat bovendien een opvangschraper (3) waarmee het afgescheiden FE-materiaal naar een opvangbak wordt afgevoerd.
Pagina 49
Gebruikshandleiding OPMERKING Gevaar door een niet gesloten vloeistofcircuit in het hydraulische systeem resp. verkeerd aangesloten hyd- raulische aansluitingen. Er kan schade ontstaan aan de hydraulische systeem. Verzeker u ervan, dat de verbindingsslang tussen de twee hydraulische aansluitingen aanwezig is wanneer er geen andere machine is aangesloten.
Pagina 50
Gebruikshandleiding Afb. 14: extra hydraulische aansluiting - snelkoppelingen Aanvullende machines worden aangesloten op de twee snel- koppelingen (1). Afb. 15: extra hydraulische aansluiting - bedieningselement De hydrauliek wordt geactiveerd met de schakelaar (1), die zich in bedieningspaneel 1 bevindt. Pagina 50 van 150 Betriebsanleitung_Nemus_2700_Version4_nl...
Gebruikshandleiding 4.2.7. Bunkervoorzeef WAARSCHUWING Gevaar voor personen door onoplettendheid, resp. on- voorzichtigheid bij het gebruik van een radiografische afstandsbediening. Persoonlijk letsel met de dood tot gevolg is mogelijk. Het directe oogcontact tussen bediener en machine moet altijd gewaarborgd zijn. ...
Pagina 52
Gebruikshandleiding Afb. 17: bunkervoorzeef - radiografische afstandsbediening De bunkervoorzeef bevindt zich boven de materiaalopvoerbun- ker. Met deze optie wordt ervoor gezorgd, dat er geen zeer grove materialen in de machine terechtkomen. Zo wordt voorkomen, dat er schade aan de machine of ver- hoogde slijtage ontstaat.
Gebruikshandleiding 4.2.8. Opzetschoen GEVAAR Knelgevaar tijdens transport. Levensgevaar voor personen. Deze hulpinrichting dient uitsluitend voor gebruik op een vlakke, stevige ondergrond. Openbare wegen en hellingen mogen niet worden bereden met deze inrichting. Transport stapvoets. Uit veiligheidsoverwegingen de opsteekschoen niet gebruiken bij reparaties en servicewerkzaamheden.
Gebruikshandleiding Functie: De opsteekschoen (1) wordt over het trekoog geschoven en met veiligheidspennen (2) vastgezet. De opsteekschoen (1) dient voor het verzetten van de machine met een hiervoor uitgeruste wiellader. 4.2.9. Afstrijker voor reinigingsborstels Afb. 19: reinigingsborstel - stripper Functie: De afstrijker (1) dient voor het reinigen van de reinigingsborstel op de zeeftrommel.
Gebruikshandleiding 4.2.10. Centrale smeereenheid Afb. 20: centrale smeereenheid Functie: Installaties met een centrale smeereenheid (1) hebben slechts enkele extra smeerpunten. Vrijwel alle smeerpunten worden in dit geval centraal ges- meerd. De smeerintervallen blijven hierdoor echter ongewijzigd. 4.2.11. Elektrische oliekoeler Afb. 21: aanvullende oliekoeler Functie: De elektrische oliekoeler (1), die in de motorruimte is onderge- bracht, dient om de temperatuur van de hydraulische vloeistof...
Gebruikshandleiding 4.2.12. Radiografische afstandsbediening - 10- resp. 12-kanaals WAARSCHUWING Gevaar voor personen door onoplettendheid, resp. on- voorzichtigheid bij het gebruik van een radiografische afstandsbediening. Persoonlijk letsel met de dood tot gevolg is mogelijk. Het directe oogcontact tussen bediener en machine moet altijd gewaarborgd zijn.
Pagina 57
Gebruikshandleiding OPMERKING De radiografische afstandsbediening heeft een beperkte reikwijdte. De radiografische afstandsbediening activeert de NOOD- UIT-functie bij overschrijding van de reikwijdte. Lees de fabrieksdocumentatie en zorg dat u bekend bent met de reikwijdte van de radioafstandsbesturing. Afb. 22: afstandsbediening Functie: Verschillende functies van de machine kunnen, in plaats van handbediening,...
Pagina 58
Gebruikshandleiding Afb. 23: radiografische afstandsbediening - positie De radiografische afstandsbediening en het bijbehorende laadstation bevinden zich schakelkast bedieningspaneel 1. Afb. 24: radiografische afstandsbediening - ontvangststation ontvangststation radiografische afstandsbediening bevindt zich in de motorruimte van de machine. Pagina 58 van 150 Betriebsanleitung_Nemus_2700_Version4_nl...
Gebruikshandleiding 4.2.13. Elektrische motorvoorverwarming OPMERKING Het gebruik van een motorvoorverwarming is een optie. De volgende gegevens hebben betrekking op gebruik van de machine met een motorvoorverwarming. De fabrieksdocumentatie opvolgen. Deze documentatie vindt u in de bijlage "Gebruikshandleidingen van de fabrikanten". Afb.
Gebruikshandleiding De voorverwarmingstijd is ca. 3 uur. De motorverwarming wordt met behulp van een meegeleverde adapterkabel via de stekkerverbinding verbonden met de lokaal beschikbare spanningsbron. 4.2.14. Hardmetalen stripper aan de fijne-korrelverzamelband Afb. 26: hardmetalen stripper fijne-korrelverzamelband Functie: Hardmetalen strippers (1) dienen voor de reiniging van de fijne- korrelverzamelband.
Gebruikshandleiding Functie: Met behulp van hydraulische cilinders (1) kan de motoreenheid uit de machine worden bewogen t.b.v. onderhoudsdoeleinden. De motoreenheid wordt in de motorruimte geborgd met twee borgbouten (2). 4.2.16. Hydraulische handbediening OPMERKING De handbediende hydrauliek mag niet voor continu ge- bruik van de machine worden gebruikt.
Pagina 62
Gebruikshandleiding Afb. 28: hydraulische handbediening De pomp (1) van de handbediende hydrauliek is geïnstalleerd op de hydraulische tank (3). Deze bevindt zich aan de rechterzijde in de motorruimte. Voor een probleemloze werking moet het contact van de dieselmotor ingeschakeld zijn. Hieronder wordt de werkwijze beschreven: ...
Gebruikshandleiding 4.2.17. Luchtvering Afb. 29: onderstel - luchtvering Functie: Voor het wijzigen van de bodemvrijheid van de aanhanger is een hef- en daalsysteem ingebouwd, waarmee het mogelijk is de aanhanger via het luchtveersysteem te heffen of te laten da- len en automatisch op de door de fabrikant voorgeschreven rijhoogte te brengen.
Gebruikshandleiding Afb. 30: verrijdinrichting Functie: Met behulp van de verrijdinrichting kan een doorlopend scheidings- proces worden uitgevoerd. De materiaalscheiding hoeft niet te wor- den onderbroken voor het verplaatsen van de machine. Deze optie bestaat uit een paar loopwielen (2), die worden ge- monteerd in plaats van de voorste stempels.
Gebruikshandleiding De bunkersensorbesturing kan optioneel worden geactiveerd of ge- deactiveerd met een 2-kanaals radiografische afstandsbediening. Als de bunkersensorbesturing (1) geactiveerd is, wordt dit ge- signaleerd met een continu brandende, groene controlelamp op de machinetunnel. Na het activeren van de bunkersensor- besturing wordt door een ultrasone sensor het aanwezige vul- niveau in het achterste derde deel van de bunker bewaakt.
Gebruikshandleiding Functie: De tandemdraagwielen (1) dienen voor een betere opname van de belasting resp. lastverdeling bij zwaar inputmateriaal. Daardoor wordt de slijtage van de machine tot een minimum teruggebracht. 4.2.21. Aanvullende hydraulische stempel achter Afb. 33: extra achterstempel Functie: De aanvullende hydraulische achterstempel (1) zorgt voor een betere stabiliteit van de machine.
Gebruikshandleiding ® 4.2.22. Cleanfix -ventilator Afb. 34: Cleanfix-ventilator De module bestaat uit: Cleanfix®-ventilator (1) Adapterflens Luchtleiding Magneetklep Kleine compressor Elektronische besturing (2) en Drukschakelaar. Functie: Het pneumatische systeem (compressor) dient voor het om- schakelen naar de uitblaasstand.
Gebruikshandleiding 4.2.23. Zeeftrommelsegmentafstrijker Afb. 35: zeeftrommelsegmentafstrijker Functie: De segmentstripper (1) dient om de zeeftrommel te reinigen. Deze stripper vervangt de reinigingsborstel. De aangebrachte slijtsegmenten zijn verend gemonteerd en vervangbaar. 4.2.24. Roetfilter Afb. 36: motor - roetfilter Aanduiding Roetfilter Uitlaatgastegendrukmeter Pagina 68 van 150 Betriebsanleitung_Nemus_2700_Version4_nl...
Pagina 69
Gebruikshandleiding Functie: Het roetfilter (1) wordt continu en vanzelf geregenereerd als de gemiddelde temperatuur van het uitlaatgas hoger is dan 280°C / 536°F (afhankelijk van het motortype). Deze regeneratietemperatuur moet ca. 25% van de bedrijfstijd van de dieselgenerator worden bereikt. Mocht deze temperatuur gedurende een langere periode niet worden bereikt, verzadigt het roetfilter (1) zich met roetdeeltjes, waardoor de uitlaatgastegendruk toeneemt.
Gebruikshandleiding 4.2.25. Accuscheidingsschakelaar Afb. 37: accuscheidingsschakelaar Functie: De accu wordt tegen totale ontlading beschermd door een ac- cuscheidingsschakelaar (1). 4.2.26. Voorbereiding voor zeeftrommel SM620 Afb. 38: voorbereiding voor zeeftrommel SM620 Functie: Met behulp van deze optie kan de zeeftrommelaandrijving (1) horizontaal worden verplaatst en in twee posities worden vast- gezet.
Gebruikshandleiding Daardoor kan een zeeftrommel van het type "Doppstadt SM620" worden gebruikt. Adapter-loopring voor zeeftrommel SM620 4.2.27. Afb. 39: adapterring voor zeeftrommel SM620 Functie: Met behulp van de adapter-loopring (1) kan deze machine worden uitgerust met een zeeftrommel van het type "Doppstadt SM620".
Gebruikshandleiding Transport en opstellen WAARSCHUWING Gevaar voor personen door een niet probleemloze ver- keerstechnische toestand van de machine. De dood of zwaar letsel kunnen het gevolg zijn. Controleer voor elk transport de aansluitingen van de elektrische installatie van het vo- ertuig, ...
Gebruikshandleiding OPMERKING schade door ondeskundig transport vervalt elke aanspraak op vervanging, aansprakelijkheid en garantie. 6.1. Machine voorbereiden voor het transport OPMERKING In het hoofdstuk 3.3, "Uitrusting van de machine", pagina 38, zijn de uitrustingskenmerken van de installatie en de mo- gelijke opties beschreven.
Gebruikshandleiding 6.1.2. Afvoerbanden borgen Grove-korrelafvoerband - Uitloopgoot Afb. 40: zwenkbare uitloopgoot Klap zwenkbare uitloopgoot grove- korrelafvoerband omhoog. Afb. 41: bedieningspaneel 1 Grove-korrelafvoerband - zonder bandverlenging Voer de volgende stappen uit op bedieningspaneel 1: Houd de knop zo lang naar links gedrukt, tot de grove-korrelafvoerband zijn eindpositie heeft bereikt.
Pagina 76
Gebruikshandleiding Grove-korrelafvoerband - met bandverlenging Voer de volgende stappen uit op bedieningspaneel 1: Houd de knop zo lang naar links gedraaid, tot de grove-korrelafvoerband tot ca. 75% is opgeklapt. Houd de knop zo lang naar links gedraaid, tot de bandverlenging geheel is opgeklapt.
Gebruikshandleiding Afvoerband voor fijne korrel Afb. 43: bedieningspaneel 1 Voer de volgende stappen uit op bedieningspaneel 1: Houd de knop zo lang naar links gedraaid, tot de fijne-korrelafvoerband zijn eindpositie heeft bereikt. 6.1.3. Machine koppelen aan het trekkende voertuig ...
Pagina 78
Gebruikshandleiding Sluit de persluchtslangen (2) aan op het trekkende voertuig. Sluit de kabels (3) van het ABS-systeem aan. Afb. 45: losventiel persluchtremsysteem Bedien de afsluiter (1) als de machine zonder een lucht- drukgeremd trekkend voertuig moet worden verplaatst. Afb.
Pagina 79
Gebruikshandleiding Stempels intrekken De stempels kunnen alleen worden ingetrokken als de diesel- motor ingeschakeld is. Afb. 47: bedieningsgedeelte 1 - motor starten Voer de volgende stappen uit op bedieningspaneel 1: Draai de contactsleutel (1) in de stand "START" en start de dieselmotor.
Gebruikshandleiding Afb. 48: bedieningspaneel 2 Voer de volgende stappen uit op bedieningspaneel 2: houd de knop zo lang naar links gedraaid, tot beide voorstempels geheel zijn ingetrokken. Voer de volgende stappen uit op bedieningspaneel 1: Draai de contactsleutel (1) in de stand "0" om de dieselmo- tor uit te schakelen.
(foto's, schetsen, rapport) en meld de schade schriftelijk bij de transportonderneming. Stuur ook een kopie van de schademelding naar uw verkoper, resp. naar Komptech Umwelttechnik Deutschland GmbH. 6.3. Tussenopslag en overwinteren Wordt de geleverde machine niet direct na levering in gebruik genomen, moet deze worden geparkeerd op een beschermde locatie.
Gebruikshandleiding De volgende maatregelen nemen: Reinig de machine voor het overwinteren grondig. Blanke en niet gelakte machineonderdelen met een ge- schikte corrosiebescherming behandelen. Controleer alle oliepeilen. 6.4. Machine opstellen GEVAAR Gevaarlijke elektrische spanning door contact met een bovenleiding tijdens het opstellen.
Gebruikshandleiding Het opstellen van de machine mag alleen door gekwalificeerde medewerkers van de firma Komptech GmbH of geautoriseerde vakbedrijven worden uitgevoerd. De machine volgens de opsteltekeningen opstellen. Zorg ervoor, dat een ongehinderde en storingsvrije mate- riaalstroom mogelijk is.
Gebruikshandleiding 6.4.2. Afvoerbanden neerklappen (omgekeerde volgorde van de procedure, beschreven in hoofdstuk 6.1.2, "Afvoerbanden borgen", pagina 75) WAARSCHUWING Gevaar voor personen door onveilig gebruik van de ma- chine, na beschadiging tijdens het transport. Levensgevaar voor personen. Controleer de machine na het opstellen op zichtbare mechanische, elektrische of hydraulische schade.
Pagina 85
Gebruikshandleiding Afb. 50: transportbeveiliging - grove-korrelafvoerband Maak de transportbeveiliging (1) los. Klap de grove-korrelafvoerband neer van de installatie met de knop en (indien de machine over een verlenging van de grove-korrelafvoerband beschikt) met de knop Afb. 51: zwenkbare uitloopgoot ...
Gebruikshandleiding Bediening WAARSCHUWING Gevaar voor personen door ondeskundig en niet gevarenbewust uitgevoerde bediening van de machine. De dood of zwaar letsel kunnen het gevolg zijn. Lees hoofdstuk 2.1, "Exploitant", pagina 11. In dit hoofdstuk wordt beschreven, welke bedieningselementen de machine heeft en ...
Gebruikshandleiding 7.1.1. Bedieningselementen - Overzicht bedieningspanelen Afb. 52: positie van de bedieningspanelen Aanduiding Bedieningspaneel 1 Bedieningspaneel 2 Bedieningspaneel 3 Bedieningspaneel 4 Betriebsanleitung_Nemus_2700_Version4_nl Pagina 87 van 150...
Pagina 88
Gebruikshandleiding 7.1.2. Bedieningselementen - Bedieningspaneel 1 Afb. 53: bedieningspaneel 1 - bedieningselementen (1) Display met functietoetsen Op deze display kunnen machineparameters worden af- gelezen of ingesteld (zie paragraaf "Bedieningselementen - Bedieningspaneel 1 (display met functietoetsen)", pagina 91). (2) Startmodule Met behulp van de startmodule wordt de dieselmotor in bed- rijf gesteld.
Pagina 89
Gebruikshandleiding De schakelaars/knoppen op bedieningspaneel 1 kunnen gemarkeerd zijn met de volgende pictogrammen: PICTOGRAM FUNCTIE Werkverlichting (optie) UIT of AAN Bunkersensorbesturing (optie) UIT of AAN Bunkervoorzeef (optie) OMLAAG of OMHOOG Bunkervoorzeef (optie) OMLAAG of OMHOOG ® Cleanfix tussenreiniging (optie) UIT of AAN Fijne-korrelafvoerband links OMHOOG of OMLAAG Afstandsbediening (optie)
Pagina 90
Gebruikshandleiding PICTOGRAM FUNCTIE Grove-korrelafvoerband (optie) OMHOOG of OMLAAG Bandverlenging grove-korrelafvoerband (optie) OMHOOG of OMLAAG Verrijdinrichting (optie) UIT of AAN Verrijdinrichting (optie) NEERKLAPPEN en OPKLAPPEN Verrijdinrichting (optie) ACHTERUIT of VOORUIT (5) Sleutelschakelaar voor instellen van de bedrijfsmodus Met behulp van deze schakelaar stelt u in, of de machine in automatisch bedrijf (1) of handbediend (2) wordt gebruikt.
Gebruikshandleiding Bedieningselementen Bedieningspaneel (display functietoetsen) Opbouw Afb. 54: display met functietoetsen - opbouw (1) Display Op dit display worden verschillende machineparameters en storingsmeldingen weergegeven. (2) Status-led De status-led geeft de bedrijfstoestand van de display met de functietoetsen aan. Kleur "groen" - storingsvrij bedrijf Kleur "geel"...
Pagina 92
Gebruikshandleiding Displaymaskers (hoofdniveau) Afb. 55: display met functietoetsen - masker 1 Aanduiding Toerental dieselmotor Temperatuur - koelwater (De diagramkleur verandert van groen naar rood als de koelwatertemperatuur >100°C (>212°F) is.) bedrijfsuren Tankinhoud (De diagramkleur verandert van groen naar rood als de tankinhoud <15% is.) Afb.
Pagina 93
Gebruikshandleiding Aanduiding Toerental dieselmotor Toerental zeeftrommel Snelheid bunkerband Afb. 57: display met functietoetsen - masker 3 Aanduiding Storingsmelding groen geen storing rood storing vastgesteld (zie hoofdstuk "Onderhoudsinstructies"). Soort storing Afb. 58: display met functietoetsen - masker 4 Betriebsanleitung_Nemus_2700_Version4_nl Pagina 93 van 150...
Gebruikshandleiding Aanduiding Symbool voor handbediening Toerental dieselmotor Machinecomponenten (nr. 1-4) Indicatie rood = Component is niet in gebruik Indicatie groen = Component is geselecteerd in bedrijf te worden gesteld Component is in bedrijf 7.1.3. Bedieningselementen - Bedieningspaneel 2 Afb. 59: bedieningspaneel 2 - bedieningselementen (1) NOOD-UIT-schakelaar Bij gevaar indrukken.
Gebruikshandleiding De schakelaars/knoppen op bedieningspaneel 2 kunnen gemarkeerd zijn met de volgende pictogrammen: PICTOGRAM FUNCTIE Stempels voor OMHOOG en OMLAAG 7.1.4. Bedieningselementen - Bedieningspaneel 3 Afb. 60: bedieningspaneel 3 - bedieningselementen (1) Bedieningselementen Hier zijn de schakelaars en toetsen geïnstalleerd die nodig zijn voor het standaard gebruik.
Gebruikshandleiding De schakelaars/knoppen op bedieningspaneel 3 kunnen gemarkeerd zijn met de volgende pictogrammen: PICTOGRAM FUNCTIE Bunker IN en UIT Motoreenheid (optie) IN en UIT Zijwand OMHOOG en OMLAAG 7.1.5. Bedieningselementen - Bedieningspaneel 4 Afb. 61: bedieningspaneel 4 - bedieningselementen (1) NOOD-UIT-schakelaar Bij gevaar indrukken.
Gebruikshandleiding (2) Bedieningselementen Hier zijn de schakelaars en toetsen geïnstalleerd die nodig zijn voor het standaard gebruik. Bovendien worden hier de schakelaars en toetsen geïn- stalleerd die nodig zijn voor het gebruik van opties. De betreffende functies van de schakelaars en toetsen komt overeen met het bijbehorende pictogram.
Pagina 98
Gebruikshandleiding Afb. 62: display met functietoetsen - NOOD-UIT Nadat de gevaarlijke omstandigheden zijn verholpen, kan de machine weer in gebruik worden genomen. Ontgrendel de NOOD-UITSCHAKELAAR door hem met de klok mee te draaien. Druk op de toets "OK" (1) op de display met functietoetsen, om de NOOD-UIT-melding te bevestigen.
Gebruikshandleiding 7.1.7. Bedieningselementen - Vullingsgraad zeeftrommel Afb. 64: vullingsgraad zeeftrommel optimaliseren Deze functie dient om de zeefprestaties kwalitatief te verbete- ren (zie hoofdstuk "Zeeftrommel - Vullingsgraad optimalise- ren", pagina 126). Met behulp van de regelkraan (1) wordt de druk ingesteld; deze kan worden afgelezen op de oliedrukmanometer (2).
Gebruikshandleiding Deze functie dient om het materiaaltransport in de machine te optimaliseren. Met behulp van de hydraulische kraan (1) wordt de snelheid van de fijne-korrelverzamelband ingesteld. 7.1.9. Bedieningselementen - Regeling van de bandsnelheid van de afvoerbanden (optie) OPMERKING Gevaar door verkeerd instellen van de hydraulische kleppen voor de regeling van de transportbandsnelheid.
Gebruikshandleiding Hydraulische kraan voor instellen van de snelheid van de grove-korrelafvoerband 7.1.10. Bedieningselementen - losventiel persluchtremsysteem Afb. 67: losventiel persluchtremsysteem Het losventiel (1) dient voor het afblazen van de perslucht. De remmen van de tandemas kunnen door het bedienen van het ventiel worden gelost, als de installatie zonder perslucht- geremde trekkende machine moet worden verplaatst.
Gebruikshandleiding Voor het aansluiten van een testapparaat bevindt zich rechts machine contactdoos (1). Hier kunnen meetgegevens voor servicewerkzaamheden aan de ABS- installatie worden geregistreerd. Bij storingen altijd contact opnemen met de klantendienst van de fabrikant. 7.2. Ingebruikname 7.2.1. Voorbereiding voor gebruik Voor het in gebruik nemen moeten de machine en het perso- neel voorbereid worden voor een veilig gebruik.
Gebruikshandleiding 7.2.2. Voorbereiding voor het in gebruik nemen In de volgende hoofdstukken geven we uitleg over de controle- en onderhoudswerkzaamheden, die dagelijks moeten worden uitgevoerd voordat de machine in bedrijf wordt gesteld. In de onderhoudsinstructies vindt u een tabel, waarin u de intervallen voor de controles kunt vinden.
Pagina 104
Gebruikshandleiding Afb. 70: vrije ruimte onder de machine - zijkanten Zorg er in principe voor, dat de ondergrond (3) vrij is van afval en storend materiaal. Houd de rood gemarkeerde zone (2) onder de machine vrij van zeefgoed en afval. Controleer dit dagelijks. ...
Gebruikshandleiding Controle van de stabiliteit van de machine Controleer of de machine niet weggezakt is in de onder- grond. Zorg ervoor, dat de parkeerrem is aangetrokken. Zorg ervoor, dat de blokken achter de wielen zijn geplaatst. Zorg ervoor, dat de machine zoveel mogelijk waterpas staat.
Gebruikshandleiding Controle van de bunkerband Afb. 71: motorreductor bunkerband Open de onderhoudskleppen van de bunkerband aan de zijkant. Controleer de motorreductor (1) op lekkage van olie. Afb. 72: bunkerband - controle Open de voorste onderhoudsklep (1) van de bunkerband (2).
Gebruikshandleiding Controles aan de dieselmotor OPMERKING De motor vormt één module. Voor deze module is extra fabrieksdocumentatie opgenomen in de bijlage "Gebruikshandleidingen van de fabrikanten". De specificaties uit de fabrieksdocumentatie aanhouden. Ontgrendel de rechter- en linkermotorklep met de machines- leutel en open ze.
Pagina 108
Gebruikshandleiding Ontdoe de motor van grove verontreinigingen. Afb. 75: motor - koelvloeistoftoevoer Zorg ervoor, dat voldoende koelvloeistof aanwezig is in de radiateur. Open eventueel de radiateurdop (1) en vul de gewenste hoeveelheid bij (zie hoofdstuk "Onderhouds- instructies"). Afb. 76: motoroliepeil controleren ...
Pagina 109
Gebruikshandleiding Afb. 77: brandstoffilter en watervoorafscheider XE "Watervoorafscheider" Controleer of de watervoorafscheider (2) in de brandstoflei- ding moet worden geleegd. Eventueel de watervoorafscheider legen. Controleer of eventueel de filterset van het brandstoffilter (1), resp. de waterafscheider (2) moeten worden vervangen (zie hoofdstuk "Onderhoudshandleiding").
Gebruikshandleiding Afb. 79: motor - luchtfilter- voorafscheider XE "Luchtfilter" Controleer het vulpeil van de luchtfilter-voorafscheider (1) en leeg deze indien nodig. Druk de stofklep (2) aan de zijkanten samen. Hierdoor wordt het binnenin de voorafscheider verzamelde stof verwijderd uit het filterhuis.
Pagina 111
Gebruikshandleiding Afb. 80: hydraulisch systeem - vulpeilindicatie Afb. 81: hydraulisch systeem - drukindicator Voor de volgende test moet de dieselmotor in bedrijf zijn. Controleer of de wijzer van de oliefilteronderhoudsindicator (1) onder de rode markering (< 2 bar / 29.01 psi) staat. Betriebsanleitung_Nemus_2700_Version4_nl Pagina 111 van 150...
Gebruikshandleiding Controle van de tankinhoud OPMERKING Bij een niet geheel gevulde tank kan zich condenswater vormen in de tank. Condenswater kan leiden tot corrosie (roest) in de tank. Dit kan na verloop van tijd zorgen voor een lekkende tank, resp. motorschade.
Gebruikshandleiding Afb. 83: display - brandstofmeter De indicatie (1) geeft het brandstofpeil in de tank in procent weer. Controles van de elektrische installatie Controles bij uitgeschakelde en tegen herinschakelen be- veiligde machine: Controleer of alle elektrische verbindingskabels vrij liggen. Ingeklemde kabels vrijleggen.
Pagina 114
Gebruikshandleiding Afb. 84: veiligheidsinrichtingen Zorg ervoor, dat alle NOOD-UIT-schakelaars aanwezig, onbeschadigd en niet gemanipuleerd zijn. Controleer de werking van alle veiligheidsinrichtingen bij in- geschakelde machine. NOOD-UIT-schakelaar indrukken (ontgrendelen door het rechtsom draaien). De machine moet na bediening van een veiligheidsin- richting onmiddellijk buiten werking zijn.
Gebruikshandleiding 7.2.3. Eerste inbedrijfstelling Vraag voor de eerste inbedrijfstelling beslist om een monteur van de dealer of fabrikant. Komptech Umwelttechnik Deutschland GmbH Carl-Zeiss-Straße 2 D-59302 Oelde (+49) 25229345 - 0 (+49) 25229345 - 45 http://www.komptech.de info@komptech.de 7.2.4. Taal instellen (display met functietoetsen)
Pagina 116
Gebruikshandleiding Stel met de sleutelschakelaar de bedrijfsmodus "au- tomatisch" Draai de contactsleutel (1) naar de stand "1". De display met de functietoetsen wordt geactiveerd en geeft de volgende indicaties: Afb. 86: display met functietoetsen - display selecteren Druk de horizontale pijltoetsen (1) zo vaak in, tot de volgen- de weergave zichtbaar is op de display: Afb.
Gebruikshandleiding Druk driemaal achter elkaar op toets (2). Het volgende scherm verschijnt: Afb. 88: display met functietoetsen - taalkeuze oproepen Kies de taal door op de verticale pijltoetsen (1) te drukken. De gekozen taal is herkenbaar, doordat het overeenkomstige veld (2) grijs geaccentueerd is.
Gebruikshandleiding machine gewaarborgd. Zijn voor het betreffende materiaal de juiste voorinstellingen gedaan, hoeft tijdens het automatisch proces niet te worden ingegrepen. Door omschakeling van het materiaal, de aanwezigheid van storende stoffen of door onjuiste voorinstellingen kan het nodig zijn de instellingen te corrigeren. Hiervoor zijn tijdens het gebruik de betreffende functies beschikbaar.
Pagina 119
Gebruikshandleiding Inbedrijfstelling in automatisch bedrijf Afb. 89: bedieningsgedeelte 1 - machine starten Voer de volgende stappen uit op bedieningspaneel 1: Stel met de sleutelschakelaar de bedrijfsmodus "au- tomatisch" Draai de contactsleutel (1) naar de stand "1". De display met de functietoetsen (2) wordt geactiveerd en geeft de volgende indicaties: Afb.
Pagina 120
Gebruikshandleiding OPMERKING Gevaar door verkeerd ingestelde machineparameters. Machineschade is mogelijk. Let op: de machine start met het laatst ingestelde toerental van de dieselmotor. Stel de machineparameters in op een lage stand voordat u de machine start (zie hoofdstuk 7.2.7, "Optimaliseren van de machineparameters", pagina 122).
Pagina 121
Gebruikshandleiding Afb. 92: display met functietoetsen - machinestart dieselmotor Het diagram (1) geeft het huidige toerental van de dieselmotor. Stel het toerental van de dieselmotor in op de gewenste waar- de met de multifunctionele toets. Druk op de verticale pijltoets (2) om het toerental te verlagen.
Gebruikshandleiding Stel bij alle toerentalgeregelde machinecomponenten het gewenste vermogen (toerental) in. Afvoerbanden (zie paragraaf "Regeling van de bands- nelheid van de afvoerbanden (optie)", pagina 100). Bunkerband (zie paragraaf "Bunkerband - Snelheid ve- randeren", pagina 124). Zeeftrommel (zie paragraaf "Zeeftrommel - Toerental veranderen", pagina 125) ...
Pagina 123
Gebruikshandleiding Afb. 94: display met functietoetsen - toerental instellen Het diagram (1) geeft het huidige toerental van de dieselmotor. Met behulp van de multifunctionele toets wordt het toerental van de dieselmotor veranderd. Druk op de verticale pijltoets (2) om het toerental te verlagen.
Gebruikshandleiding Bunkerband - Snelheid veranderen De snelheid van de bunkerband kan zowel met ingeschakeld contact als bij draaiende machine worden veranderd. Afb. 95: display met functietoetsen - display selecteren Druk de horizontale pijltoetsen (1) op de multifunctionele display zo vaak in, tot het volgende scherm wordt getoond: Afb.
Gebruikshandleiding Druk op de toets (2) om de snelheid te verlagen. Druk op de toets (3) om de snelheid te verhogen. Zeeftrommel - Toerental veranderen De snelheid van de zeeftrommel kan zowel met ingeschakeld contact als bij draaiende machine worden veranderd. Afb.
Gebruikshandleiding Afb. 98: display met functietoetsen - zeeftrommelsnelheid veranderen Het diagram (1) geeft het huidige toerental van de zeeftrommel weer. Druk op de toets (2) om het toerental te verlagen. (Het minimumtoerental bedraagt ca. 8 min Druk op de toets (3) om het toerental te verhogen. (Het maximumtoerental bedraagt ca.
Pagina 127
Gebruikshandleiding Deze functie dient om de zeefprestaties kwalitatief te optimaliseren. Daarbij wordt ermee rekening gehouden, dat de optimale vullingsgraad van de zeeftrommel afhankelijk is van de massa van het te zeven materiaal. De snelheidsregeling van de bunkerband is daartoe afhankelijk van de belasting van de zeeftrommel.
Gebruikshandleiding Bunkerband achteruit laten draaien Deze functie dient om materiaalophopingen of verstoppen van de bunkerband te verhelpen of te voorkomen. OPMERKING Gevaar door langer resp. ongecontroleerd toepassing van de functie "bunkerband achteruit". Machineschade is mogelijk. Verzeker u ervan, dat de hydraulische druk voor de bunkerband bij het achteruit draaien niet hoger is dan 70 bar (1015.26 psi).
Pagina 129
Gebruikshandleiding om de bedrijfsmodus "Handbediening" in te schakelen. Afb. 101: bedieningsgedeelte 1 - bunkerband achteruit Druk gelijktijdig op de toets (1) en de knop Afb. 102: manometer - bunkerband achteruit Observeer de hydraulische druk op de manometer (1) in de motorruimte.
Pagina 130
Gebruikshandleiding Ga als volgt te werk wanneer de materiaalophoping is verhol- pen: Afb. 103: bedieningsgedeelte 1 - bunkerband achteruit Laat de toets (1) of de knop los. De bunkerband stopt met achteruit draaien. Stel met de sleutelschakelaar de bedrijfsmodus "au- tomatisch"...
Gebruikshandleiding 7.2.8. Handbediening Dit symbool duidt op activiteiten of infor- matie die verband houden met de handbe- diening. De machine dient alleen met handbediening te worden gebruikt voor uitvoering van onderhoud- en/of reparatiewerkzaamhe- den. Met handbediening kunnen afzonderlijke machineonderdelen in bedrijf worden gesteld.
Gebruikshandleiding Afb. 104: sticker - handbediening Aanduiding Bunkerband Zeeftrommel fijne-korrelverzamelband Fijne- en grove-korrelafvoerband Display met functietoetsen - Handbediening Afb. 105: display - handbediening Aanduiding 1 - 4 Functietoetsen Met deze toetsen selecteert u het/de te starten machinecomponent(en) volgens de opgaven op de sticker "Handbediening"...
Gebruikshandleiding Controlelampjes De indicatiebolletjes zijn genummerd en hebben betrekking het/de geselecteerde machinecomponent(en), evenals de bijbehorende functietoets(en) eronder. Indicatie rood = component is niet in gebruik Indicatie groen = Component is geselecteerd in bedrijf te worden gesteld Component is in bedrijf Selecteren, starten en stoppen van de machinecomponenten OPMERKING Gevaar door het niet systematisch starten of stoppen...
Gebruikshandleiding In hoofdstuk 7.2.7, "Optimaliseren van de machineparame- ters", pagina 122, wordt beschreven hoe de gewenste toeren- tallen/vermogens van de geselecteerde machinecomponenten worden ingesteld. De machinecomponenten die in bedrijf zijn, worden als volgt gestopt: Reduceer het toerental/vermogen van de component(en) die in bedrijf is/zijn tot het minimum.
Pagina 135
Gebruikshandleiding Afb. 7: zeeftrommel SM620 - aanzicht Omschrijving Zeeftrommeltype 620 Adapterring Aanslagen op de adapterring Spanelement op de adapterring Afb. 106: zeeftrommel SM620 - detail spanelement Omschrijving Adapterring Spanschroeven voor de adapterring Ketting op de zeeftrommel Betriebsanleitung_Nemus_2700_Version4_nl Pagina 135 van 150...
Pagina 136
Gebruikshandleiding Zeeftrommellichaam Spiraal in de zeeftrommel Loopring van de zeeftrommel Tanden aan de adapterring Afb. 107: zeeftrommel SM620 - detail aanslag Omschrijving Ketting op de zeeftrommel Zeeftrommellichaam Adapterring Aanslag op de adapterring Loopring van de zeeftrommel Pagina 136 van 150 Betriebsanleitung_Nemus_2700_Version4_nl...
Pagina 137
Gebruikshandleiding OPMERKING Gevaar door verkeerd gemonteerde componenten. Machineschade is mogelijk. Verzeker u ervan, dat de adapterring correct op de zeeftrommel is gemonteerd. De koppen van de spanschroeven moeten in de draairichting van de zeeftrommel wijzen. Verzeker u ervan, dat de adapterring vast aan de zeeftrommel is gemonteerd.
Pagina 138
Gebruikshandleiding Afb. 108: zeeftrommel SM620 - sluitschakel Verwijder de splitpennen van de sluitschakel (1). Open en verwijder de sluitschakel (1). OPMERKING Gevaar door verkeerd gemonteerde resp. onjuist geborgde onderdelen van de aandrijfketting. Er kan schade aan de machine ontstaan. ...
Pagina 139
Gebruikshandleiding Afb. 109: zeeftrommel SM620 - verlengen aandrijfketting Bevestig de verloopschakels (2) aan de vervangende schakels (1). Borg de verloopschakels (2) met splitpennen. Bevestig de onderdelen met sluitschakels (3) aan de eerder geopende aandrijfketting. Borg de sluitschakels (3) met splitpennen. ...
Pagina 140
Gebruikshandleiding WAARSCHUWING Risico op persoonlijk letsel door het gebruik van onge- schikt hefmaterieel en aanslagmiddelen. Persoonlijk letsel is mogelijk. Gebruik uitsluitend goedgekeurde hefwerktuigen. Gebruik uitsluitend hefwerktuigen voldoende draagvermogen (nuttige last ten minste 2,5 t (24,52 kN / 5511,55 lbs)).
Pagina 141
Gebruikshandleiding Afb. 111: zeeftrommel SM620 - Axiale rol achter Stel de voorste axiale rol in afhankelijk van het betreffende zeeftrommeltype: Zet de axiale rol in stand 1 als u een zeeftrommel van het type "Zeeftrommel SM620" hebt gemonteerd. ...
Pagina 142
Gebruikshandleiding Afb. 113: zeeftrommel SM620 - positie motor nieuw Bouw het afstandsstuk (1) weer in aan de linkerkant van de motor. Borg het afstandsstuk met de borgpen (2). Afb. 114: zeeftrommel SM620 - ketting plaatsen Leg de aandrijfketting (1) om het tandwiel (2) van de aandrijving.
Pagina 143
Gebruikshandleiding OPMERKING Gevaar door een te hoge vijzel in de zeeftrommel. Machineschade is mogelijk. Zorg er bij het inschuiven van de bunker voor, dat deze niet botst met de vijzel in de zeeftrommel. Slijp eventueel de vijzel ter hoogte van de bunker af, zodat hij niet botst met de inloopgoot.
Pagina 144
Gebruikshandleiding Start de dieselmotor met de contactsleutel (1). Afb. 117: bedieningspaneel 4 Draai de schakelaar op bedieningspaneel 4 naar rechts om de aandrijfketting te spannen. Afb. 118: bedieningspaneel 2 Draai de schakelaar op bedieningspaneel 2 naar links om de bunker in te schuiven.
Gebruikshandleiding 7.4. Stilzetten - uitschakelen van de machine Voorwaarde: de machine is gestart in automatisch bedrijf. Stop de materiaaltoevoer in de machine. Draai de machine leeg en zorg dat er geen materiaal meer in de machine, resp. op de banden bevindt. ...
Gebruikshandleiding Verwijder de startsleutel en bewaar deze op een veilige plek. Noodsituaties WAARSCHUWING Gevaar voor personen door inschakelen van de machi- ne, terwijl het gevaar of de bron van het gevaar nog niet is verholpen. De dood of zwaar letsel kunnen het gevolg zijn. ...
Pagina 147
Gebruikshandleiding Ontgrendel NOOD-UIT-schakelaar pas, als het gevaar voorbij is en de storingsbron resp. storingsoorzaak is ge- vonden en verholpen. 8.2. Machineschade Bestaat het gevaar voorschade aan de machine, moeten direct de volgende acties worden uitgevoerd: NOOD-UIT-schakelaar indrukken. Tref maatregelen tegen een voortijdig weer in gebruik ne- men van de machine.
Pagina 148
Gebruikshandleiding Pagina 148 van 150 Betriebsanleitung_Nemus_2700_Version4_nl...
Pagina 149
Gebruikshandleiding Overzicht van trefwoorden Auteursrecht ..........10 Leveromvang controleren ......81 Basismachine ..........39 Machine uitschakelen ......... 145 Bedieningselementen ........86 Machine-identificatienummer ......33 Bedoeld gebruik ..........34 Motoroliepeil ..........108 Bedrijf ............117 Niet bedoeld gebruik ........35 Bedrijfsmodi ..........117 Opslag en verpakking ........