Bedieningshandleiding Inhoudsopgave Voorwoord ..............7 Conformiteitsverklaring..........9 Overzicht en reglementair gebruik ......10 3.1. Productaansprakelijkheid ........... 10 3.2. Productidentificatie............. 11 3.2.1. Productmerk en typebenaming ....11 3.2.2. Seriegegevens van de machine....11 3.2.3. Fabrikant ............11 3.2.4. Kenmerking ..........11 3.2.5.
Pagina 3
Bedieningshandleiding Hydraulica en pneumatiek......38 Geluid............39 Olie, vetten, chemische substanties..... 39 Transport, slepen, andere plaats van opstelling ............39 Controles vóór inbedrijfstelling ..... 40 Inbedrijfstelling ..........40 Onderhoud en herstelling......40 Speciale veiligheidsinstructies voor resterende risico’s ........41 Transport ..............42 6.1.
Pagina 4
Bedieningshandleiding 9.1.6. Aanduiding van storingen......68 9.2. Werkingsmodus ............69 9.2.1. Definitie, beschrijving en afbakening.... 69 9.2.2. Dagelijkse voorbereidingen......69 9.2.3. Windzifter inschakelen ......... 70 Inschakelvolgorde (tot 82007):..... 71 Inschakelvolgorde (van 82008): ....72 9.2.4. Vermogensoptimalisatie....... 73 Helling van de trilgoot wijzigen..... 74 Vermogenstrap van de drukventilator wijzigen ............
Pagina 5
Bedieningshandleiding 11.1. Onderhouds- en herstellingsvoorschriften ....76 11.2. Voorbereiding van onderhoud en herstelling ..... 76 11.2.1. Motorbekleding resp. schakelkastbekleding openen ...... 76 11.2.2. Motoreenheid uitschuiven ......76 11.3. Dagelijkse controles ........... 76 11.4. Olie en smeermiddelen ..........76 11.4.1. Algemene smeervoorschriften ..... 76 11.4.2.
Pagina 6
Bedieningshandleiding Noodgeval..............76 Demontage/verwijdering ......... 76 Trefwoordenregister .............. 76 Pagina 6 van 132 Vertaling...
Bedieningshandleiding Afb. 1: Voorbeeld van een typeplaatje 3.2.5. Normen, conformiteitsverklaring Door de CE-conformiteitsverklaring bevestigen wij dat onze machine volgens de geldende stand van de techniek gebouwd is. Bij de productie leven wij de toonaangevende normen en richtlijnen voor de Europese ruimte (2006/42/EG) en ANSI Z535.6-2006 (USA) na.
Bedieningshandleiding 3.3.2. Niet-reglementair gebruik Ander gebruik dan aangehaald onder „Reglementair gebruik “ is verboden! Werking bij ontoereikende ver- en ontluchting is niet toegelaten leidt verlies EG-conformiteit aansprakelijkheid van de fabrikant. Ander gebruik hiervoor vermeld, geldt niet- reglementair. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van niet-reglementair gebruik.
Bedieningshandleiding 12296 Afb. 3: Werkafmetingen (zijaanzicht) 10928 7201 11787 Afb. 4: Transportafmetingen (zijaanzicht) 3.3.4. Toesteloverzicht Afb. 5: Toesteloverzicht, deel 1 Pagina 14 van 132 Vertaling...
Pagina 12
Bedieningshandleiding Afb. 6: Toesteloverzicht, deel 2 Afb. 7: Toesteloverzicht, deel 3 Benaming Aanvoerstortgoot (trilgoot) Transportkanaal Zuigventilator 2 Zuigventilator 3 Hellingsverstelbare transportband voor vlakgoed als afscheider voor rollende stukken (steenband) (optie) Magnetische afscheider(optie) Motordeur, rijrichting links, met daarachter de bedieningsconsole Radiaalventilator Bochtstukken Onderhoudsplatform voor servicewerken (optie) Motordeur, rijrichting rechts, met daarachter de...
Pagina 13
Bedieningshandleiding Lichtbalk(optie) Transportslang met spanklem NW 325 Afb. 8: Toesteloverzicht, modules achter de motordeur Benaming Vultuit Houder voor hendel Hydraulische pomp voor dieselmotor (optie) Hydraulische pomp voor zuig- en transportventilator 2 en 3 (optie) Dieselmotor met koeler (optie) Pagina 16 van 132 Vertaling...
Neem prijslijsttekst in acht resp. kijk na in de orderbevestiging! Hierna vindt u de technische gegevens van de machine samengevat. AFMETINGEN EN GEWICHTEN HURRIKAN S HURRIKAN S (transportpositie): Lengte 11.000 mm 11.800 mm (met afscheider transportband) Breedte 2.550 mm...
Pagina 15
Bedieningshandleiding AFMETINGEN EN GEWICHTEN HURRIKAN S Breedte mogelijk tot 1200 mm Lengte 1.300 mm Aanvoerhoogte: instelbaar van 1950 mm tot 2250 mm Aanvoerbreedte 900/1600 mm Helling manueel instelbaar Aandrijfvermogen 0,8 kW Transportband, geprofileerd, afscheiding 2: Breedte 1.000 mm Lengte 5.800 mm...
Pagina 16
Bedieningshandleiding DRUKVENTILATOR ZUIG - OF TRANSPORTVENTILATOR: Aandrijfvermogen 15,0 kW Tab. 4: Drukventilator, zuig- en transportventilator TRANSPORTBANDEN Transportband, afscheiding 2 Aandrijfmotor wormwielmotor n= 70 min v= 1,2 m/s Aandrijfvermogen 4,0 kW Transportband, afscheiding 3 Aandrijfmotor wormwielmotor n= 70 min v= 1,2 m/s Aandrijfvermogen 4,0 kW Afscheider transportband voor rollende stukken (optie)
Emissies GELUIDSEMISSIES VAN DE HURRIKAN S Type Gemeten waarde (bij vollast, 93,0 dB (A) zonder materiaal) Tab. 7: Geluidsemissies van de Hurrikan S 3.3.7. Omgevingsomstandigheden voor de inzet • Wereldwijde inzet (mobiel, in de openlucht) • Optimaal temperatuurbereik: van -10°C tot +37°C (van 14°F tot 99°F)
Bedieningshandleiding 3.5. Tussenopslag Als de geleverde machine niet onmiddellijk na levering in bedrijf wordt genomen, moet ze op een beschutte plaats weggezet worden. Blanke en niet-gelakte machineonderdelen moeten met geschikte middelen beschermd worden tegen corrosie. Voor corrosieschade als gevolg van ondeskundige opslag wordt geen aansprakelijkheid aanvaard.
Technische beschrijving van de elektrische installatie • Handleidingen van de bijgekochte componenten voor as, generator en dieselmotor (optie) Indien de machinedocumentatie of delen ervan ontbreken, gelieve u rechtstreeks tot KOMPTECH te wenden: CONTACTGEGEVENS KOMPTECH Umwelttechnik Deutschland GmbH ▪ Beckumer Straße 51 D-59302 Oelde ▪...
Bedieningshandleiding 4.2. Exploitant Als exploitant bent u verantwoordelijk voor het reglementaire Plichten van de gebruik van de machine. Het reglementaire gebruik omvat de exploitant werking, bediening en het onderhoud van de machine. • De exploitant moet de wettelijke vereisten voor het bedienen van werkmachines naleven.
Bedieningshandleiding Veiligheidsaanduiding 5.1. Verklaring van de gebruikte signaalwoorden „GEVAAR“ waarschuwt voor gevaarlijke situaties. Vermijd deze gevaarlijke situaties! Anders zijn dood zware verwondingen het gevolg. „WAARSCHUWING“ waarschuwt voor gevaarlijke situaties. Vermijd deze gevaarlijke situaties! Anders kunnen de dood of zware verwondingen het gevolg zijn. „LET OP“...
Bedieningshandleiding 5.2. Pictogrammem op de machine Voor de aanduiding van gevaren worden er op de machine dezelfde pictogrammen aangebracht deze handleiding voorgesteld zijn. Het is verboden het transportkanaal te betreden! Er bestaat gevaar voor door de afdekkingen te zakken. Blijf uit de buurt van de machine, als u een pacemaker hebt! Uw pacemaker kan vernield of in zijn functie gestoord worden, zich binnen...
Bedieningshandleiding Draag tijdens de werking van de machine gehoorbeschermers en een veiligheidshelm! 5.3. Gevaren en resterende risico’s 5.3.1. Veiligheidsvoorzieningen Vóór elektrische werken en vóór laswerken de machine altijd vrijschakelen met de hoofdschakelaar! Bij laswerken de aardkabel zo dicht mogelijk bij de las aanbrengen.
Bedieningshandleiding 5.3.2. Algemene risicominimalisatie Geen toegang voor onbevoegden! De machine naderen of bestijgen om ze te bedienen, onderhouden of reinigen, is enkel toegelaten voor bevoegde personen mits naleving van de veiligheidsbepalingen. Aan draaiende onderdelen bestaat er intrekgevaar. Verwijder in geen geval de veiligheidsafdekkingen! Als dit voor onderhouds- of reinigingswerken vereist is, beveilig de machine tegen...
Bedieningshandleiding Maak u vertrouwd met de locatie en de bediening van brandblussers op de werkplaats (niet in de leveringsomvang begrepen). Leef de instructies m.b.t. brandmelding en brandbestrijding na. 5.3.3. Gesteldheid van de operator Het is verboden de machine te bedienen in beschonken toestand of in een andere gebrekkige lichamelijke of geestelijke toestand (onder invloed van drugs of medicamenten)! Begin uitgerust en met een helder hoofd aan het werk! Stress,...
Bedieningshandleiding 5.3.4. Gebruiksgereedheid van de machine Gebruik machine uitsluitend veiligheidstechnisch onberispelijke toestand! Controleer vóór elke inzet de gebruiksveiligheid van de machine! Stel de machine in geval van defect -– of wanneer u defecten vermoedt – onmiddellijk buiten werking. Laat eventuele storingen en defecten onmiddellijk verhelpen! Gebruik onderhoud herstellingen...
Pagina 27
Bedieningshandleiding Vul de aanvoerstortgoot (trilgoot) uitsluitend met technische inrichtingen (grijper, transportband, laadschop)! De aanvoerstortgoot (trilgoot) nooit manueel vullen (bv. vanop een trapladder of een platform)! Draag bij werken aan de machine nooit losse kleding! Draag bij werken aan de machine altijd een overal! Gebruik in geval van lang haar altijd een haarnet! Losse kleding of lang haar kunnen vastraken in draaiende onderdelen.
Bedieningshandleiding Personen die niet met de werking vertrouwd zijn mogen alleen onder toezicht van bevoegd personeel in de buurt van de machine komen! Pas geschikte controlemaatregelen voor de bewaking toe (aanmelding, bezoekerspas, waarschuwingsvest, begeleider)! Personen zonder toezicht die niet vertrouwd zijn met de werking worden aan een verhoogd risico op verwonding blootgesteld.
Pagina 29
Bedieningshandleiding • Het met de bediening van de machine belaste personeel moet de handleiding en in het bijzonder het hoofdstuk veiligheidsaanwijzingen gelezen hebben voordat het voor de eerste keer met deze installatie gaat werken. Tijdens de bediening zelf is dat te laat. Dit geldt in het bijzonder voor personeel dat slechts sporadisch, tijdens het opstellen en onderhouden bijvoorbeeld, aan de machine werkt.
Bedieningshandleiding 5.3.8. Selectie en kwalificatie van het personeel • Werken aan of met de machine mogen uitsluitend door betrouwbaar personeel uitgevoerd worden. Leef de wettelijk voorgeschreven minimumleeftijd na! • Doe uitsluitend een beroep op geschoold of onderwezen personeel. Leg de bevoegdheden van het personeel tijdens het bedienen, opstellen, onderhouden en herstellen duidelijk vast! •...
Pagina 31
Bedieningshandleiding • Controleer de machine minstens eenmaal per werkploeg op zichtbare schade en gebreken! • Meld opgetreden afwijkingen (inclusief van het werkgedrag van de machine ) onmiddellijk aan de bevoegde dienst! De machine dient in dat geval onmiddellijk uitgeschakeld en beveiligd te worden! •...
Bedieningshandleiding 5.3.10. Veiligheid bij speciale werkzaamheden • Leef handleiding voorgeschreven instel-, onderhouds- en controlewerkzaamheden na alsook de bijhorende termijnen inclusief de aanwijzingen over het vervangen van onderdelen / gedeeltelijke uitrustingen! • Deze werkzaamheden mogen uitsluitend door geschoold personeel uitgevoerd worden. •...
Bedieningshandleiding • Gebruik nooit machineonderdelen als klimhulp om op hoogte te kunnen werken! • Draag valbeveiliging tijdens onderhoudswerkzaamheden op grotere hoogte! • Alle grepen, treden, balustrades, bordessen, platformen en ladders moeten altijd vrij van vuil, sneeuw en ijs gehouden worden! •...
Pagina 34
Bedieningshandleiding • Houd voldoende afstand tussen de installatie en elektrische luchtleidingen! • Tijdens werken nabijheid elektrische luchtleidingen mag de uitrusting niet in de nabijheid van de leidingen komen. Er heerst levensgevaar! • Breng u op de hoogte van de na te leven veilige afstanden! •...
Bedieningshandleiding Gas, stof, damp, rook, lassen • werking machines installaties verbrandingsmotoren (aangedreven met diesel en benzine) is enkel toegelaten buiten gesloten of gedeeltelijk omsloten ruimtes. Er moet absoluut voor voldoende ver- en ontluchting worden gezorgd. • Voer las-, brand- en slijpwerken aan de machine uitsluitend uit wanneer die uitdrukkelijk toegelaten zijn.
Bedieningshandleiding Geluid • De geluidswerende voorzieningen aan de machine moeten tijdens de werking geactiveerd zijn. • Draag voorgeschreven gehoorbescherming (persoonlijke veiligheidsuitrusting)! Olie, vetten, chemische substanties • Leef tijdens de omgang met oliën, vetten en andere chemische stoffen de veiligheids- en milieuvoorschriften na die voor het product in kwestie van kracht zijn! •...
Bedieningshandleiding • Dieseltank dagelijks na het beëindigen van de werktijd bijvullen resp. bijtanken vorming condensatiewater in de dieseltank te beperken. Controles vóór inbedrijfstelling • Deze bedieningsinstructies dienen vóór de inwerkingstelling nagekeken te worden. • De machine moet op zichtbare gebreken en op lekken gecontroleerd worden.
Bedieningshandleiding opnieuw aangebracht en correcte werking gecontroleerd worden. Speciale veiligheidsinstructies voor resterende risico’s Omdat niet alle gevaren tijdens de werking van de machine volledig uit te sluiten zijn, moet er in het bijzonder op de volgende punten gelet worden: • Kom niet tot bij de lopende transportbanden.
Bedieningshandleiding Transport hoofdstuk beschrijft transportvoorbereiding, transportbepalingen, overname van de machine bij levering, juiste plaatsing alsook de voorbereiding voor de inbedrijfstelling van de machine. 6.1. Veiligheidsinstructies voor het transport Het transport van de machine mag enkel door vakpersoneel uitgevoerd worden overeenkomstig plaatselijke voorwaarden en voorschriften.
Bedieningshandleiding U mag het transport enkel uitvoeren, indien de installatie volledig leeggemaakt, uitgeschakeld en beveiligd is tegen onbevoegd herinschakelen. 6.2. Machine voorbereiden voor het transport Vóór elk transport moeten de onderstaande handelingen gesteld worden: • Demonteer de transportslangen aan de beide zuig- en transportventilatoren (zie hoofdstuk...
Bedieningshandleiding • Monteer de achterlichten (zie hoofdstuk “Achterlichten monteren en demonteren”, pagina 44). • Monteer de trapladder (zie ook hoofdstuk “Trapladder opstellen”, pagina 53). • Verzeker dat alle afdekkingen van het transportkanaal, de onderhoudsklep op het transportkanaal, de motordeur en de schakelkastdeur gesloten zijn.
Pagina 42
Bedieningshandleiding Afb. 12: Achterlichten in transportpositie • Hang de lichtbalk in de houder aan de steenband en bevestig hem met de bevestigingsschroeven en –moeren. Afb. 13: Kabelstekker • Steek de kabelstekker van de verbindingskabel in de aansluitdoos op de verlichtingslijst en op de transportband (transportband onder afscheiding 2).
Bedieningshandleiding 6.4. Machine van de trekker afkoppelen Afb. 14: Blokkeerrem • Blokkeerrem (1) bedienen door de zwengel naar rechts te draaien. Afb. 15: Wielblokken • Neem de twee wielblokken links en rechts uit de houders op de spatborden en beveilig de wielen tegen wegrollen. Pagina 46 van 132 Vertaling...
Pagina 44
Bedieningshandleiding Afb. 16: Aansluitingen inhangen • Koppel de aansluitingen van de luchtdrukreminstallatie (1) af en hang ze aan de machine. • Bevestig de kabelstekkers van de ABS-sturing (2) en de verlichting (3) op de trekdissel. Afb. 17: Zwengel om de frontsteun uit te schuiven •...
Bedieningshandleiding Opstellen en in bedrijf stellen van de machine 7.1. Veiligheidsinstructies voor het opstellen en in bedrijf stellen van de machine Het uitschuiven van de frontsteun mag enkel op vaste en stevige ondergrond gebeuren. Daardoor wordt de benodigde stabiliteit machine gewaarborgd.
Bedieningshandleiding 7.2. Voorbereiding voor de werking Vóór de inbedrijfstelling moet de machine voorbereid worden voor het gebruik. 7.2.1. Productdocumentatie overhandigen Bij overdracht van de machine ontvangt u conform het overhandigingsprotocol ook de handleiding. Controleer de omvang en bevestig de ontvangst. 7.2.2.
Bedieningshandleiding 7.4. Situatietekening De windzifter, de twee opvangcontainer voor de lichte verontreinigingen (met opgespannen net) zeefinstallatie met afvoertransportband die voor het bedrijf nodig positioneren, zoals onderstaande situatietekening is weergegeven. De materiaalstroom uit de zeefmachine naar de windzifter moet zoveel mogelijk in het midden en in het bovenste bereik op de trilgoot neerkomen.
Bedieningshandleiding Benaming trommelzeefmachine windzifter opvangreservoir voor licht materiaal opvangreservoir voor hard materiaal opvangreservoir voor ijzerstukken 7.5. Vrije ruimte onder de machine De gearceerde zones onder de machine moeten altijd van zeefgoed en afval vrijgehouden worden. Verwijder ook alle licht ontvlambare stoffen onder de machine, vooral in het bereik van de uitlaatinstallatie.
Bedieningshandleiding Afb. 20: Vrije ruimten voor windzifter met afscheider voor rollende stukken 7.6. Machine in arbeidspositie brengen 7.6.1. Transportbeveiligingen verwijderd Afb. 21: Transportbeveiligingsstangen verwijderen • Maak de veiligheidssplitpennen los en verwijder de transportbeveiligingsstangen (1) aan beide kanten van de machine. Pagina 52 van 132 Vertaling...
Bedieningshandleiding Afb. 22: Transportbeveiligingsstangen opbergen • Berg de transportbeveiligingsstangen op in de houders aan beide kanten machine bevestig veiligheidssplitpennen (1 en 2). 7.6.2. Trapladder opstellen Afb. 23: Trapladder in transportpositie • Maak de veiligheidssplitpennen los en neem de trapladder uit de houder. Vertaling Pagina 53 van 132...
Bedieningshandleiding Afb. 24: Trapladder in arbeidspositie • Zet de trapladder zodanig tegen het onderhoudsplatform dat de beugels in de uitsparingen klikken. 7.7. Afzuigslangen monteren De afzuigslangen mogen enkel met een daarvoor geschikt werktuig om op hoogte te werken (bijvoorbeeld trapladder of mobiele stelling) gemonteerd worden.
Pagina 52
Bedieningshandleiding Afb. 25: Afzuigslangen monteren en verzamelbak opstellen Benaming Buisklem aan bochtstuk Flexibele afzuigslang Buisklem aan opvangreservoir Geperforeerd dekzeil van het opvangreservoir Voer de volgende handelingen uit om telkens de afzuigslangen aan zuig- en transportventilator 2 en aan zuig- en transport- ventilator 3 te monteren: •...
Bedieningshandleiding 7.8. Afscheider voor rollende stukken en magneetafscheider uitlijnen (opties) De beide stortgoten (afscheider voor rollende stukken en magneetafscheider) moeten na het opstellen van de machine uitgelijnd worden. Afb. 26: Afscheider voor rollende stukken uitlijnen en vastzetten Benaming Handzwengel om de afvoertransportband op te heffen en te laten zakken Materiaalstortgoot onder de magneetafscheider voor de afscheiding van ferromagnetische...
Bedieningshandleiding • Verstel de helling van de materiaalstortgoot onder de magneetafscheider (2) aan beide kanten met behulp van de kettingen. 7.9. Dekzeil bevestigen (optie) Het is verboden de machine op de openbare weg te transporteren met het dekzeil erop. Voor elk transport op de openbare weg moet u het dekzeil eraf nemen.
Bedieningshandleiding Werkingswijze Om lichte fracties en optioneel ook non-ferro metaal en Werkingswijze van hardstoffen zuiveren materiaalstroom de machine verwijderen, gebruikt men een windzifter. Het functionele proces in het bijzonder: Met een transportband wordt het te zuiveren materiaal in de daarvoor voorziene aanvoerstortgoot (trilgoot)
Pagina 56
Bedieningshandleiding Vergewis u er voor het begin van het werk van dat de machine in arbeidspositie staat (zie hoofdstuk “Machine in arbeidspositie brengen”, pagina 52). Vertaling Pagina 59 van 132...
Bedieningshandleiding Bediening 9.1. Bedieningsconsole De bedieningsconsole is in de zone van de motordeur (rijrichting links) achter afsluitbare afdekking ondergebracht. bedieningsconsole staan alle bedieningselementen voor de besturing van de machine, controleaanduidingen en een noodstopschakelaar. 9.1.1. Bedieningselementen van de bedieningsconsole (tot 82007) Afb.
Pagina 58
Bedieningshandleiding (1) Waarschuwingscontrolelamp De waarschuwingscontrolelamp brandt, als er een storing aan de machine optreedt. Andere informatie over storingen en het verhelpen ervan vindt u in het hoofdstuk “Storing, oorzaak, verhelping”, pagina 76. (2) Schakelelementen van de machinecomponenten Voor elke machinecomponent is er een druktoets voor inschakeling, een druktoets voor uitschakeling en een werkingslamp.
Bedieningshandleiding 9.1.2. Bedieningselementen van de bedieningsconsole (van 82008) Afb. 29: Bedieningsconsole op de schakelkast (2) (1) Noodstopschakelaar Druk in noodsituaties of bij dreigend gevaar voor mens en machine onmiddellijk dichtstbijzijnde noodstopschakelaar machine alsook haar componenten onmiddellijk te stoppen. Verwijder gevaar! Draai daarna vastgezette...
Bedieningshandleiding (4) Ontstekingsmodule enkel bij dieselgenerator (optie) (5) Brandstofaanduiding enkel bij dieselgenerator (optie) 9.1.3. Ontsteking (optie, enkel bij ingebouwde dieselmotor) De volgende bedienings- en aanduidingselementen zijn er enkel bij machines met dieselgenerator (optie). Afb. 30: Startmodule (1) Controlelamp ontsteking De controlelamp voor de ontsteking licht op, als de contactsleutel in het contactslot op „1“...
Pagina 61
Bedieningshandleiding automatisch uit en de controlelamp brandt (zie hoofdstuk “Storing, oorzaak, verhelping”, pagina 76). (4) Controlelamp watertemperatuur De controlelamp voor de watertemperatuur licht op, als de contactsleutel op „1“ staat. Ze dooft direct na de motorstart. Als de dieselmotor een te hoge bedrijfstemperatuur heeft, wordt automatisch uitgeschakeld.
Bedieningshandleiding 9.1.4. Schakelelementen van de machinecomponenten (tot 82007) Afb. 31: Schakelelementen van de machinecomponenten (1) (1) Zuig- en transportventilator afscheiding 3 (optioneel bij te schakelen) druktoets Uit „0“ (rood) druktoets Aan „I“(groen) werkingslamp (groen) werkingslamp brandt groen, zuig- transportventilator aan afscheiding 3 ingeschakeld is. (2) Zuig- en transportventilator afscheiding 2 druktoets Uit „0“...
Pagina 63
Bedieningshandleiding druktoets Uit „0“ (rood) druktoets Aan „I“(groen) werkingslamp (groen) werkingslamp brandt groen, zuig- transportventilator ingeschakeld is. Met de trapschakelaar voor de drukventilator kan vóór het inschakelen tussen beide vermogenstrappen omgeschakeld worden. I = minimum II = maximum Nadat de drukventilator van trap I naar trap II of terug omgeschakeld is, moet er opnieuw op de drukschakelaar Aan gedrukt worden.
Bedieningshandleiding 9.1.5. Schakelelementen van de machinecomponenten (van 82008) Afb. 32: Schakelelementen van de machinecomponenten (2) (1) Controlelamp; Groen Knipperend - Start- resp. stop sequenz is actief Licht op voortdurend - Machine is werking en gebruiksklaar (2) Controlelamp; Rood Licht op bij een storing aan de aandrijvings motors (3) Drukschakelaar;...
Bedieningshandleiding (6) Sleutelschakelaar; Toerental van de drukventilator Dient voor de selectie van het gewenste toerental voor de drukventilator. 1100 U/min • 0 (Stop resp. activiteit uitschakelen van het funcie) • 1500 U/min • (7) Knevelschakelaar; Zuig- transportventilator, afscheiding „2+3“ Dient voor de selectie van de aandrijvingen voor een start in het werkingsmodus Automatische- werking: 2 (Zuig- en transportventilator, afscheiding „2“) 2/3 (Zuig- en transportventilator, afscheiding „2+3“)
Bedieningshandleiding indicatie weer aan welke component van de machine er een storing is. Verder worden storingen weergegeven waarschuwingscontrolelamp in de bedieningsconsole. Meer aanwijzingen vindt u in hoofdstuk “Storing, oorzaak, verhelping”, pagina 76. 9.2. Werkingsmodus 9.2.1. Definitie, beschrijving en afbakening Onder „Werkingsmodus“ verstaat men het normale gebruik Werkingsmodus van de machine om vastgelegde materialen te scheiden.
Bedieningshandleiding • Maak de motor en de machine algemeen gebruiksklaar (brandstof bijtanken, koelmiddelpeil motoroliepeil controleren, afleesinstrumenten controleren) • Kijk alle hulpstoffen na (smeermiddelpeil bij centrale smering, smeerpunten, tandwieloliepeil) • Controleer zuiverheid emissies (geen materiaalresten, vervuilingen of andere resterende stoffen, geen lekken) 9.2.3.
Bedieningshandleiding Inschakelvolgorde (tot 82007): Op alle UIT „0“-drukschakelaars drukken Druk „0“-drukschakelaars alle bedieningsconsole. windzifter aangesloten Voorwaarden: stroomcircuit dieselmotor (generator) draait. hoofdschakelaar staat op „ON“. Leef absoluut de inschakelvolgorde na om beschadigingen aan de machine te vermijden. Schakel daarna de volgende functies na elkaar in: De zuig- en transportventilator 3 kan optioneel bij geschakeld worden.
Bedieningshandleiding Inschakelvolgorde (van 82008): windzifter aangesloten Voorwaarden: stroomcircuit dieselmotor (generator) draait. hoofdschakelaar staat op „ON“. Automatische werkingsmodus: Afb. 34 Inschakelvolgorde in het automatische werkingsmodus • Voorselectie met de knevelschakelaar (1) de Zuig- en transportventilator, die moet worden inschakeled in het automatische werkingsmodus.
Bedieningshandleiding Handmatige werkingsmodus: Afb. 35 Inschakelvolgorde in het handmatige werkingsmodus • Met sleutelschakelaar (1) voorselectie het handmatige werkingsmodus (Hand). • Voorselectie met de draaiende selecteursschakelaar (2) de aandrijving die moet worden inschakeled in het handmatige werkingsmodus. • Met de drukschakelaar (3) de aandrijving inschakelen. •...
Bedieningshandleiding Om het vermogen te optimaliseren (bv. wanneer het materiaal verandert) kunt u echter ook tijdens de werkingsmodus rechtstreeks ingrepen en instellingen wijzigen. Daartoe behoren: • Helling van de trilgoot • Toerental van de drukventilator • Verandering van de windleiplaat (drukventilator) •...
Bedieningshandleiding Afb. 36: Helling van de trilgoot wijzigen • Draai de borgmoeren van het spanslot los. • Draai het spanslot tot de gewenste helling van de trilgoot bereikt is. • Draai de borgmoeren weer vast aan. Vermogenstrap van de drukventilator wijzigen Afb.
Bedieningshandleiding Helling van de windleiplaat wijzigen Een hoekverstelling aan de windleiplaat (1) veroorzaakt een richtingsverandering van de luchtstroom. Daardoor wijzigt de scheidingsgraad van het verontreinigde materiaal. Afb. 38: Windleiplaat – Blik in het transportkanaal Afb. 39: Helling van de windleiplaat wijzigen •...
Bedieningshandleiding • Breng de windleiplaat in de gewenste positie door de hendel (1) te verstellen. • Draai de klemschroef (2) weer vast aan. Het verplaatsen van de hendel naar boven tegen de wijzers van de klok in (hogere windsnelheid door de vernauwing van de doorsnede) leidt tot een scherpere scheiding van het te zeven materiaal in de eerste scheidingstrap.
Bedieningshandleiding Afb. 41: Schaal met trappen 1 tot 6 voor de hoogteregeling Helling van de vacuümklep wijzigen Instellingen aan de vacuümklep moeten met een daarvoor geschikt werktuig om op hoogte te werken (bijvoorbeeld trapladder of mobiele stelling) uitgevoerd worden. Door de traploos instelbare vacuümklep aan transportband 5 en transportband 6 kan de zuigintensiteit geoptimaliseerd worden.
Bedieningshandleiding Afb. 42: Positie van de vacuümklep verstellen • Draai de schroef op de klembus (1) los • Breng de vacuümklep (3) met de instelstang (2) in de gewenste positie (zie pijl). Basisinstelling: ca. 150 mm afstand tussen band en klep. •...
Bedieningshandleiding Afb. 43: Regelklep voor valse lucht Helling van de afscheider voor rollende stukken wijzigen Door traploos instelbare helling afscheidingstransportband kan de afscheidingsgraad van stenen, stukken glas enz. geoptimaliseerd worden. Afb. 44: Positie van de afscheider voor rollende stukken wijzigen •...
Bedieningshandleiding • Zet de transportband in de nieuwe vastgelegde positie aan beide kanten vast met de bijgevoegde kettingen (2). 9.3. Stoppen van de machine in geval van nood Noodstopschakelaar Druk in noodsituaties of bij dreigend gevaar voor mens of machine onmiddellijk dichtstbijzijnde noodstopschakelaar om de machine en haar componenten...
Bedieningshandleiding Afb. 46: Noodstopschakelaar onder het transportkanaal 9.4. Afzetten van de machine De machine enkel afzetten, zoals hieronder beschreven! Gebruik nooit de noodstopschakelaar om de machine af te zetten! Stilstaande transportbanden rollen betekenen niet noodzakelijk dat de machine afgezet is. Een blokkering kan de oorzaak van de tijdelijke stilstand zijn.
Bedieningshandleiding 9.4.1. Afzetten van de machine bij uitvoering met dieselmotor (tot 82007) Afb. 47: Afzetten van de machine bij uitvoering met dieselmotor (tot 82007) • Onderbreek de toevoer van materiaal en laat de machine / installatie zonder verdere vulling volledig leegdraaien. •...
Bedieningshandleiding 9.4.2. Afzetten van de machine bij uitvoering met dieselmotor (van 82008) Afb. 48: Afzetten van de machine bij uitvoering met dieselmotor (van 82008) • Onderbreek de toevoer van materiaal en laat de machine / installatie zonder verdere vulling volledig leegdraaien. •...
Bedieningshandleiding 9.5. Vrijschakelen van de machine Bij een installatie met dieselmotor (optie) moet de pluspool van de startaccu afgeklemd worden, nadat de machine afgezet is. Bij installaties met externe spanningsvoorziening moet de kabel van de toevoerleiding verwijderd worden. Reiniging 10.1. Reinigingsvoorschriften Reinigingswerken mogen enkel uitgevoerd worden, als de installatie uitgeschakeld is en beveiligd tegen onbevoegd...
Pagina 83
Bedieningshandleiding Afb. 49: Vierkantsloten om de zijdelen te openen Afb. 50: Vierkantsloten om de zijdelen te openen • Ontgrendel de vierkantsloten (1) om de opklapbare zijdelen te openen. • Reinig de binnenruimte van het transportkanaal. Vreemde voorwerpen zoals stenen, glas, takken, enz. in het transportkanaal moeten zorgvuldig verwijderd worden.
Bedieningshandleiding 10.3. Reiniging van de drukventilator Bij het openen van afdekkingen en veiligheidsinrichtingen, in het bijzonder aan de zuig- en drukventilator van de windzifter, moet worden gelet dat de beluchtingsrotoren na het afzetten volledig tot stilstand zijn uitgedraaid. Wacht nog ca. 2 - 3 minuten na het afzetten van de installatie openen zuigventilator, opdat...
Bedieningshandleiding 10.4. Reiniging van de ventilatorruimte 10.4.1. Reiniging van de ventilatorruimte zonder hydraulica Bij het openen van afdekkingen en veiligheidsinrichtingen, in het bijzonder aan de zuig- en drukventilator van de windzifter, moet worden gelet dat de beluchtingsrotoren na het afzetten volledig tot stilstand zijn uitgedraaid.
Pagina 86
Bedieningshandleiding Afb. 52: Ventilatordeksel van zuig- en transportventilator 1 • Draai de sluitmoer (1) van het ventilatordeksel los. • Hang de greep (2) van het ventilatordeksel aan een geschikt hangwerk (ketting, kabel of riem) met een nuttige last minstens 1000 N (1,0 t) open ventilatordeksel.
Bedieningshandleiding • Zet een mechanische beveiliging (klapbeugel). • Reinig de ventilatorruimte en de ventilatorwaaier. • Sluit het ventilatordeksel af en schroef het weer vast in omgekeerde volgorde. Het ventilatordeksel zakt langzaam omwille van de ingebouwde smoorklep. 10.4.2. Reiniging van de ventilatorruimte met hydraulica (optie) Als er optioneel een hydraulisch dekselsysteem aanwezig is, wordt het deksel van de ventilator geopend met behulp van een manueel bediende hydraulische installatie (handpomp en...
Pagina 88
Bedieningshandleiding Afb. 55: Ventilatordeksel van zuig- en transportventilator 1 • Draai de sluitmoer (1) van het ventilatordeksel los. • Open de motordeur (2). • Neem de hendel (1) uit de houder om de handpomp te bedienen. Afb. 56: Hydraulische pomp voor zuig- en transportventilator 1 en 2 •...
Pagina 89
Bedieningshandleiding transportventilator 3 moet u de beide hendels van de omschakelklep naar boven zetten. • omschakelklep naar rechts ventilatordeksel te openen. Afb. 57: Volledig geopend ventilatordeksel • Bedien de pomp tot het ventilatordeksel volledig geopend • Reinig de ventilatorruimte en de ventilatorwaaier. •...
Bedieningshandleiding 10.5. Reiniging van de veiligheidsafdekkingen in de motorruimte 10.5.1. Reiniging van de veiligheidsafdekking boven de dieselmotor Afb. 58: Veiligheidsafdekking boven de dieselmotor • Open de motordeur in de transportrichting rechts. • Verwijder de beide bevestigingsschroeven (1) rechts en links op het opvangreservoir. •...
Bedieningshandleiding 10.5.2. Reiniging van de veiligheidsafdekking boven de brandstoftank Afb. 59: Veiligheidsafdekking boven de dieselmotor • Open de motordeur in de transportrichting rechts. • Verwijder de beide bevestigingsschroeven (1) rechts en links op het opvangreservoir. • Trek het opvangreservoir naast de schakelkast met de greep eruit en maak het leeg.
Pagina 92
Bedieningshandleiding Afb. 60: Veiligheidsafdekking aan zuig- en transportventilator 2 • Reinig de veiligheidsafdekking en de draagrol. • Schroef de veiligheidsafdekking na het einde van de reiniging weer vast. Vertaling Pagina 95 van 132...