10.1.6
Afstelling van de werkdiepte
De werkdiepte kan worden afgesteld met behulp van de stelverbindingen
die zich aan beide zijden van de eg bevinden. Hiertoe moet men de
aanslagas in één van de boringen (Afb. 39) plaatsen naar gelang de gewenste
werkdiepte. De stelverbindingen moeten aan beide zijden op dezelfde manier
ingesteld worden.
Afb. 39
10.1.7
Afstelling van de zijdelingse roskammen
De zijdelingse roskammen hebben ten doel te voorkomen dat er zich een
blok aarde vormt aan de zijkanten van de bewerkte oppervlakte. Zij moeten
zodanig afgesteld worden dat zij net tegen de grond aankomen.
Afstelling van de zijdelingse roskammen :
• De opheffing laten zakken totdat de machine in de werkstand staat
• De vlindermoeren losdraaien
• De roskam in de gewenste stand afstellen
• De vlindermoeren weer aandraaien
62