7.2.4
Instellen van de houtglijbaan
Met de houtglijbaan kan het zaaizaad gelijkmatig verdeeld worden, waarbij
het zaad naar de grond gevoerd wordt en er voorkomen wordt dat het door
de wind zou wegwaaien.
Aan de hand van de helling van de houtglijbaan kan de uitzaai-diepte ingesteld
worden.
Werkingsprincipe
Tijdens het werk wordt er achter de egge een aarde-ophoping gevormd, die
al naargelang de werkdiepte en de rijsnelheid min of meer duidelijk zichtbaar
is. Wanneer men de houtglijbaan naar achteren (dus in de richting van de
roosterwals) doet hellen, wordt het zaaizaad op het grondoppervlak gebracht.
Wanneer men de houtglijbaan echter naar voren (dus in de richting van
de egge) doet hellen, wordt het zaaizaad in de grond ingewerkt en kan
het tot max. 3 - 4 cm onder de grond gespit worden.
Afb. 27 B
49