9.
Bij het koppelen van de machines aan de tractor en bij het loskoppelen
van de machines van de tractor moeten alle noodzakelijke
voorzorgsmaatregelen getroffen worden!
10.
Bij het koppelen/loskoppelen moet u de steunen op passende wijze
instellen om de stabiliteit van de machine tijdens de machinale
exploitatie te vrijwaren!
11.
Bevestig de massa's steeds conform de voorschriften op de voorziene
bevestigingspunten!
12.
Neem de toegelaten asbelasting van de tractor in acht (nakijken op het
kentekenbewijs)!
13.
Het wegenverkeersreglement met betrekking tot de voor het transport
toegelaten, totale afmetingen dient nageleefd te worden!
14.
Controleer en draag zorg voor de bij het transport voorgeschreven
inrichtingen: belichting, aanduiding en eventueel beschermings-
inrichtingen!
15.
De hulpkabels van de snelverbindingen moeten vrij neerhangen en
mogen geen bedrijvigheid in neergelaten positie teweegbrengen!
16.
Tijdens de machinale werking mag de plaats van de bestuurder nooit
verlaten worden!
17.
De wegligging, de besturing en de remomstandigheden worden door
de gedragen of getrokken machines beïnvloed. Let daarom op een
behoorlijke werkingwijze van de besturing en van de remmen!
18.
Wanneer de machine opgetild wordt, wordt de vooras van de tractor
van een last bevrijd, die al naargelang de grootte van de machine
variëert. Neem de voor de vooras voorgeschreven last (slechts 20 %
van het gewicht van de tractor) beslist in acht!
12