bedieningsmodus kan worden ingesteld.
De elementen worden aan het ontwerp toegevoegd. Als nog geen werking werd toegekend, is het tekstveld
voor de invoer van de werking actief.
•
Evt. werking invoeren.
•
Evt. extra waarden voor het actorkanaal invoeren, indien logische bouwstenen werden ingevoegd.
i De actieve plaats van het kanaal kan via de invoer van de kanaalkachel worden gewijzigd.
Elementen verbinden
•
Om de kanalen en evt. bouwstenen met elkaar te verbinden, het ankerpunt van de zender selecte-
ren (15).
Nu verschijnt een selectie met de functies: het zenderkanaal automatisch met alle aanwezig actorkanalen
verbinden of de verbindingen handmatig maken.
•
Verbindungen maken.
Ontwerp programmeren
•
Knop Program (16) selecteren.
i Toegangsregels opvolgen: zie technische documentatie.
7.
Scenario's maken
Op dit scherm kunnen scenario's worden gemaakt. Voor elk scenario wordt een tabblad gemaakt, dat aan
een plaats in de gebouwstructuur wordt toegewezen. De plaats van het ontwerp kan als fi lter worden gebru-
ikt om het scenario sneller te kunnen vinden.
i De werkwijze voor het maken van een scenario lijkt op het maken van ontwerpen op het scherm
Connections.
In scenario's kunnen alleen sensorkanalen van het type Scenario worden toegevoegd. Deze zijn met een
ander
beeldelement gekenmerkt dan de sensorkanalen van het type Toetsen. Behalve de weergave van het ka-
naaltype zijn de weergaven in de scenario's identiek aan die op het scherm Verbindungen.
Plaats selecteren
•
Plaats uit de gebouwstructuur (9) of (11) selecteren.
Het scenario wordt aan de huidige plaats toegewezen.
Scenario maken en benoemen
•
Knop + naast het tabblad selecteren.
Er wordt een nieuw tabblad gemaakt. Het tekstveld van het tabblad is geactiveerd.
•
Naam van het scenario in het tekstveld invoeren.
Elementen toevoegen
In de selectie zijn in de tabbladen apparaten, bouwstenen en reeds geprojecteerde kanalen en bouwstenen
gesorteerd opgeslagen.
•
Het betreffende tabblad in de selectie openen.
•
Evt. fi lter en installatieplaats selecteren om de selectie van de elementen te beperken.
•
Elementen met de button + of met drag & drop aan het scenario toevoegen.
De elementen worden aan het scenario toegevoegd. De naam van het scenario wordt bij sensorkanalen en
actorkanalen voor de werking ingevoegd, mits er eerder geen werking werd ingevoerd.
•
Evt. werking wijzigen.
i Elementen kunnen met drag & drop in het scenario worden verplaatst.
I
9