1.
Computer verbinden
Zodra de power-LED op de eNet-server permanent brandt, kan verbinding worden gemaakt:
De computer moet behoren tot hetzelfde netwerk (Net-ID's zijn identiek) als de eNet-server, zie hoofdstuk
„Overige informatie over de netwerkconfi guratie".
Netwerkverbinding maken via een netwerkkabel tussen computer en eNet-server.
•
Webbrowser starten.
•
URL „https://192.168.0.22" in de adresregel van de webbrowser invoeren.
Er wordt verbinding met de eNet-server gemaakt en het inlogscherm van de eNet-server verschijnt.
i Nadere informatie over netwerkinstellingen vindt u in de technische documentatie
van de eNet-server.
2.
Op de eNet-server inloggen
Bij de eerste inbedrijfname van de eNet-server moeten de volgende inloggegevens worden ingevoerd:
•
Als gebruikersnaam „admin" invoeren.
•
Code „admin" invoeren.
•
Log on selecteren.
•
Start project design selecteren om de inbedrijfname te starten.
Het venster Load project wordt geopend.
i Nadere informatie over de inbedrijfsname van de eNet-server vindt u in de technische documentatie
van de eNet-server.
i Wijzig na het eerste inloggen de standaardcode in het gebruikersbeheer.
3.
Project maken
Op het scherm Project worden projecten gemaakt en beheerd. Er is altijd een project geactiveerd.
Hier hebt u twee mogelijkheden:
1.
De eNet-server is in de toestand bij levering:
•
Het voorbereide project New Project door invoer van een vrij te kiezen naam eenduidig benoemen.
•
Met Return bevestigen.
of
2.
Er zijn reeds projecten gemaakt:
•
Create new project selecteren.
•
Eenduidige naam invoeren.
•
Met Return bevestigen.
i Projecten kunnen met het diskettesymbool op de menubalk worden opgeslagen.
I
5