Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Snelheidseenheid Selecteren; Werkingstest; Status Van Het Sensorsignaal; Basisbediening Van De Fietscomputer - Cateye V2c Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

5. De snelheidseenheid selecteren

Selecteer de snelheidseenheid "km" of "mile (mijl)".
1. Selecteer de snelheidseenheid.
↔ ↔
↔ ↔ mile:
km ↔
M1/+
(of)
M2/-
2. Druk op de MENU-toets nadat u uw selectie heeft gemaakt.
Hierna verschijnt het metingenscherm en is de instelling van
de fietscomputer voltooid.

6. Werkingstest

Test de werking van de snelheidssensor (SPEED) en de cadanssensor (CADENCE).
* Wanneer de sensorsignaalsymbolen
en
uitgaan, drukt u op de M1/+ of M2/- -toets om ze in te schakelen.
Snelheidssensor (SPEED)
1. Til het achterwiel op en draai aan het wiel.
2. Wanneer
op het scherm van de fietscomputer begint te
knipperen en de snelheid wordt aangegeven, dan werkt de
sensor naar behoren.
Cadanssensor (CADENCE)
1. Draai de crank rond.
2. Wanneer
op het scherm van de fietscomputer begint te
knipperen en de cadans wordt aangegeven, dan werkt de
sensor naar behoren.
* Wanneer
of
niet begint te knipperen, dan zit de sensor of de magneet niet op de juiste plaats. Contro-
leer en herpositioneer de sensor of de magneet (blz. 7).
Belangrijk: In de volgende situaties is het mogelijk dat andere sensor-ID's werden gedetecteerd; (dit kan gebeu-
ren wanneer een ID wordt gesynchroniseerd op een raceterrein of tijdens groepsritten)
• Waarden worden niet weergegeven, zelfs wanneer de sensor/magneet correct is gepositioneerd
Aanbevolen handeling: Ga naar het instellingenscherm van de fietscomputer voor het synchroniseren
van het ID (blz. 23) en synchroniseer het ID. (Zorg ervoor dat zich geen gelijkaardig apparaat in de
nabijheid bevindt. De afstand waarover een signaal kan worden verstuurd, kan afhangen van
omgevingsfactoren zoals het weer, gebouwen enz.)

Status van het sensorsignaal

Wanneer er gedurende ongeveer 5 minuten geen inkomend signaal is, wordt de gegevensoverdracht gestopt
en de sensorgegevens worden niet langer ontvangen. Wanneer u op de M1/+ of M2/- -toets drukt, komt de
computer uit de slaapstand in stand-by voor het ontvangen van een sensorsignaal. De status van de signaal-
overdracht kan worden gecontroleerd met het signaalsymbool.
(knippert) : Sensorsignaal wordt ontvangen
(uit)
: Gegevensoverdracht uitgeschakeld
NL-14
(constant) : Klaar voor sensorsignaal

Basisbediening van de fietscomputer

Functies van het metingenscherm

Het metingenscherm toont 4 verschillende soorten van meetgegevens, waartussen u kunt
wisselen met behulp van de M1/+ of M2/- -toets.
De weergegeven gegevens zijn:
Bovenste gegevensdisplay
Toont gegevens met betrekking tot de snelheid.
Middelste gegevensdisplay
Toont gegevens met betrekking tot de cadans.
Wisselen m.b.v. de M1/+-toets
Huidige
snelheid
Kadans
* De bovenste en de middelste gegevensdisplays veranderen tegelijk.
Onderste gegevensdisplay
Toont de overige gegevens.
Wissel m.b.v. de M2/--toets
Verstreken tijd
Totaaltijd
Totaalafstand
Actuele rondetijdgegevens
(huidige rondegegevens)
* Wanneer de M2/--toets ingedrukt wordt
gehouden terwijl de rondetijd wordt getoond,
dan wordt rondeafstand getoond.
Wordt de toets opnieuw ingedrukt, dan wordt
de rondetijd weer getoond.
M1/+
Maximum
Gemiddelde
snelheid
snelheid
Gemiddelde
Maximum
kadans
kadans
Ritafstand
Aftelafstand
M2/-
Datum
Ronden
Gemiddelde
ummer
rondesnelheid
Klok
Rondetijd
M2/-
M2/-
(2 sec.)
Rondeafstand
NL-15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Tr200dw-5

Inhoudsopgave