c) Kalibreren
Als de trimwegen niet langer voldoende zijn om het model op zijn plaats te laten zweven (bijv. na een crash), moeten
de sensoren opnieuw worden gekalibreerd. Plaats hiervoor de ready-to-go quadrocopter op een horizontale, vlakke
ondergrond.
Druk nu op de zender de knop "kalibereren" (afbeelding 4, pos. 7). De led's op het model knipperen in een zeer snel
ritme.
De kalibratie is afgesloten, als de led's van het model weer continu branden.
d) Automatisch starten en landen door een druk op de knop
Opgelet!
Het starten van de rotoren vergt ene barrièrevrije startplaats in alle richtingen. Deze functie kan daarom
alleen in grote ruimtes/hallen of buitenshuis worden gebruikt. Personen en voorwerpen moeten om veilig-
heidsredenen tenminste twee meter van de startplaats verwijderd zijn.
Het automatisch landen is een vast geprogrammeerde procedure. De voorwaarde voor een veilige, auto-
matische landing is dat het model zich in een stabiele vluchttoestand bevindt (zweven) voordat de corres-
ponderende bedieningsknop op de zender wordt gebruikt, de hoogte idealiter niet hoger is dan 1,5 meter
en zich bij de landingsplek ten minste twee meter rondom geen obstakels en personen bevinden.
Als u dit niet doet, kan dit materiële schade aan het model of andere voorwerpen in de buurt veroorzaken,
evenals het risico van letsel voor de aanwezige personen/dieren!
De automatische start wordt met een knop (afbeelding 4, pos. 5) geactiveerd. Met dezelfde knop wordt ook een
automatische landing geïnitieerd.
Plaats de ready-to-fly quadrocopter voor de automatische start op voldoende afstand van de piloot en obstakels op
een vlakke ondergrond (zie voorafgaande instructies). Voor de start drukt u op de toets "automatische start/automa-
tische landing" (afbeelding 4, pos. 5) op de zender. De rotoren starten en het model komt van de grond. Nu kunt u
vliegen door geschikte stuurbewegingen op de zender uit te voeren.
Zoek een geschikte landingsplaats (zie voorafgaande instructies) uit om te kunnen landen, breng het model in een
stabiele zweeftoestand en op een hoogte van idealiter max. 1,5 meter. Druk nu opnieuw op de knop "automatische
start/automatische landing" (afbeelding 4, pos. 5) op de zender. Onmiddellijk daarna zal het model de landing starten,
de hoogte verticaal verminderen en de rotoren op de grond uitschakelen.
Tijdens de landingsfase kunt u nog ingrijpen om de richting te corrigeren.
e) Vliegbewegingen
Nadat het model is gestart en getrimd, bevindt het zich in de zogenaamde zweefvlucht.
Duw het linker stuurpad op de zender voorzichtig naar voren. Dit initieert een stijgen van het model. Als u het linker
stuurpad terugbrengt naar de middelste stand, stopt het stijgen. Als u het linker stuurpad voorzichtig achteruit trekt,
wordt een daling gestart. Als u het linker stuurpad terugbrengt naar de middelste stand, stopt het dalen.
Als u het linker stuurpad naar links beweegt, draait het model rond de verticale as naar links. Als u naar rechts stuurt,
draait de quadrocopter naar rechts.
22