Printer onderhouden
3
Voer het wachtwoord voor Wi-Fi Direct in.
De printer aansluiten op een computer
Voordat u uw computer verbindt, moet u het volgende doen:
•
Inschakelen Wi-Fi Direct op de printer. Blader op het bedieningspaneel naar:
Instellingen > Netwerk/poorten > Wi-Fi Direct > Wi‑Fi Direct inschakelen > Aan
•
Noteer de naam van Wi-Fi Direct. Blader op het bedieningspaneel naar:
Instellingen > Netwerk/poorten > Wi-Fi Direct > Naam van Wi-Fi Direct
•
Noteer het wachtwoord van Wi-Fi Direct. Blader op het bedieningspaneel naar:
Instellingen > Netwerk/poorten > Wi-Fi Direct > Wachtwoord van Wi-Fi Direct
Opmerking: U kunt ook de naam en het wachtwoord voor Wi-Fi Direct configureren.
Voor printermodellen zonder aanraakscherm drukt u op
Voor Windows-gebruikers
1
Open Printers en scanners en klik vervolgens op Een printer of scanner toevoegen.
2
Klik op Wi-Fi Direct-printers weergeven en selecteer de naam van de Wi-Fi Direct-printer.
3
Op het beeldscherm van de printer ziet u de achtcijferige pincode van de printer.
4
Voer de pincode in op de computer.
Opmerking: Als het printerstuurprogramma nog niet is geïnstalleerd, downloadt Windows het juiste
stuurprogramma.
Voor Macintosh-gebruikers
1
Klik op het pictogram Draadloos en selecteer de naam van de Wi-Fi Direct-printer.
Opmerking: De tekenreeks DIRECT-xy (waarbij x en y twee willekeurige tekens zijn) wordt toegevoegd
vóór de Wi-Fi Direct-naam.
2
Voer het wachtwoord voor Wi-Fi Direct in.
Opmerking: Schakel uw computer terug naar het vorige netwerk nadat u de verbinding met Wi-Fi Direct
hebt verbroken.
Het Wi-Fi-netwerk uitschakelen
1
Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
Instellingen >
Standaardnetwerk >
2
Volg de aanwijzingen op de display.
> Netwerk/poorten >
om door de instellingen te navigeren.
> Netwerkoverzicht >
> Actieve adapter >
63
>