6.14
Duwondersteuning gebruiken
VOORZICHTIG
!
Letsel door pedalen en wielen
De pedalen en het aandrijfwiel draaien bij gebruik
van de duwondersteuning. Wanneer de wielen
van de pedelec bij gebruik van de
duwondersteuning geen contact maken met de
ondergrond (bv. tijdens het tillen op een trap of
het beladen van een fietsdrager) bestaat gevaar
voor letsel.
Gebruik de duwondersteuningsfunctie
uitsluitend tijdens het duwen van de pedelec.
Tijdens gebruik van de duwondersteuning
moet de pedelec met beide handen veilig
worden geleid.
Zorg voor voldoende bewegingsruimte voor de
pedalen.
De duwondersteuning ondersteunt de berijder bij
het duwen van de pedelec. De snelheid kan
daarbij maximaal 6 km/h bedragen.
De duwondersteuning kan bij het
ondersteuningsniveau OFF niet worden
geactiveerd.
De trekkracht en de snelheid van de
duwondersteuning worden beïnvloed door de
gekozen versnelling. Om de aandrijving te
ontzien, wordt voor duwen bergop de eerste
versnelling aanbevolen.
Ondersteuningsniveau O F F mag niet zijn
geselecteerd.
1 Druk kort (< 1 s) op de
duwondersteuningstoets om de
duwondersteuning te activeren.
2 Druk binnen 3 seconden op de plus-toets en
houd deze ingedrukt om de duwondersteuning
in te schakelen.
3 Laat de plus-toets los om de
duwondersteuning uit te schakelen.
De duwondersteuning schakelt automatisch uit
zodra de wielen van de pedelec worden
geblokkeerd of de snelheid meer dan 6 km/h
bedraagt.
MY21K03 - 16_1.0_15.09.2020
6.14.1 Rijverlichting gebruiken
Om de rijverlichting in te kunnen schakelen,
moet het aandrijfsysteem zijn ingeschakeld.
Druk gemiddeld lang (1 - 2,5 s) op de plus-
toets.
De rijverlichting is ingeschakeld. Het pictogram
rijverlichting wordt weergegeven.
Druk lang (> 2,5 s) op de plus-toets.
De rijverlichting is uitgeschakeld. Het
pictogram rijverlichting wordt niet
weergegeven.
6.14.2 Ondersteuningsniveau selecteren
Druk kort (< 1 s) op de plus-toets om het
ondersteuningsniveau te verhogen.
Druk kort (< 1 s) Druk op de min-toets om het
ondersteuningsniveau te verlagen.
6.14.3 Reisinformatie
De weergegeven reisinformatie kan worden
gewijzigd en voor een deel worden gereset.
6.14.3.1 Reisinformatie wijzigen
Druk gemiddeld lang (1 - 2,5 s) op de min-
toets.
Afwisselend wordt de reisinformatie afgelegde
afstand (TRIP), totaal afgelegde afstand
(TOTAL), bereik (RANGE) en de gebruikte
ondersteuningsstand op het display
weergegeven.
6.14.3.2 Afgelegde afstand resetten
1 Selecteer de reisinformatie TRIP.
2 Druk tegelijkertijd lang (> 2,5 s) op de plus-
toets en de min-toets.
Op het display wordt RESET weergegeven.
3 Wanneer de plus-toets en de min-toets langer
tegelijk ingedrukt worden gehouden, wordt de
afgelegde afstand gereset naar 0.
Gebruik
51