6.1.6 Reinigingswerkzaamheden met reinigingsset (optie)
Actie
1.
Roep bij alle aangesloten procesmeetapparaten en bij de FILTRAX het
[+SERVICE]-menu op om te voorkomen dat de procesmeetapparaten
reinigingsoplossing aanzuigen. Kies het menu [+FILTERREINIGING].
2.
Til de moduledrager uit het bassin of de goot en bevestig 2 x met [OK].
3.
Vul de reinigingsfles voorzichtig met 5%-chloorbleekmiddel
(natriumhypochloride!
WA A R S C H U W I N G
Let op de veiligheidsinrichtingen in de omgang met de reinigingsoplossing en draag
dienovereenkomstige beschermkleding!
Het chloorbleekmiddel mag niet met zuurhoudende reagentia in aanraking komen -
chloorgasvorming!
4.
Trek de aangesloten monsterslangen van de moduledrager af en bevestig met
[ok]. Slangverbinding conform afbeelding.
5.
Activeer de reiniging van de monsterleidingen met de functie [vooruitpompen]
(teller loopt terug 600 s, de datum van de bedrijfsteller [reiniging] wordt nu
automatisch geactualiseerd).
6.
Verbind de slangen van de filtermodules zoals hiervoor en dompel de
moduledrager weer op de meetlocatie onder.
7.
Roep het [+SERVICE]-menu op en vervolgens de functie [vooruitpompen].
8.
Neem 10-15 minuten later alle apparaten weer in bedrijf.
Menu/bevestiging
[+FILTERREINIGING], geen monster
Moduledrager demonteren
Modules demonteren
Modules reinigen
Vooruitpompen 600 s
(achterwaarts tot 0)
[+SERVICE]
Vooruitpompen 600 s
(achterwaarts tot 0)
Onderhoud
47