Hoofdstuk 3
Installatie
De taken die worden beschreven in dit hoofdstuk mogen uitsluitend worden uitgevoerd
door gekwalificeerd personeel.
Zorg ervoor dat u een veilige installatielocatie kiest voor bediening en onderhoud. De
installatie moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerd persoon in
overeenstemming met alle lokale veiligheidsvoorschriften.
Plan de mechanische montage alvorens de palen te positioneren of de gaten te boren.
Zorg dat de montage voldoende draagvermogen heeft. De deuvels moeten worden
geselecteerd en goedgekeurd aan de hand van de staat waarin de muur verkeerd.
Volg bij de montage van het product de installatie-instructies op. Zorg ervoor dat een
servicemonteur van HACH het product zonder gezondheidsrisico kan verwijderen. Zorg
ervoor dat ondersteuning door de operator mogelijk is.
Gebruik slechts één verlengbuis (LZY714.99.00040) om de lengte van de klembuis te
vergroten tot maximaal 3,8 m.
De fabrikant accepteert geen verantwoordelijkheid als het instrument niet correct wordt
geïnstalleerd.
Valgevaar. Zorg ervoor dat extra veiligheidsmaatregelen tegen vallen worden genomen.
Beknellingsgevaar. Wanneer u de bevestigingslipjes in de houder plaatst, kan dit
beknelling veroorzaken en letsel aan de vingers veroorzaken.
Plan vooraf hoe de kabels en slangen zullen lopen. Leg de slangen, datakabels en
stroomkabels neer zonder deze te buigen; vermijd de kans op struikelen.
Sluit de stroomvoorziening niet aan op het net voordat het instrument volledig is
bedraad en beschermd tegen kortsluiting.
Bescherm de elektrische stroomvoorziening voldoende tegen kortsluiting.
Voor de externe stroomvoorziening moet altijd een overspanningsinstallatie
(uitschakelstroom max.: 30 mA) worden aangesloten tussen het net en het systeem.
Als het instrument buiten moet worden geïnstalleerd, moet een overstroombeveiliging
worden aangesloten tussen het net en het systeem.
Producten die door de fabrikant bestemd zijn voor gebruik buitenshuis, bieden een
hogere beveiliging tegen binnendringen van vloeistoffen en vuil. Als deze producten
worden aangesloten op een netstroomuitlaat met een kabel en een stekker, in plaats
van een permanent aangesloten kabel, dan zijn de stekker en de uitlaat veel gevoeliger
voor vloeistoffen en vuil. De gebruiker moet de stekker en de uitlaat voldoende
beschermen tegen vloeistoffen en vuil volgens de lokale veiligheidsregels. Als het
instrument buiten gebruikt moet worden, dan moet het worden aangesloten op een
geschikte uitlaat van minimaal het beveiligingstype IP44 (spatwaterdicht).
WA A R S C H U W I N G
Elektrische gevaren en brandgevaar. Gebruik uitsluitend de meegeleverde
voedingskabel.
Alleen gekwalificeerd vakpersoneel mag de in dit deel van de handleiding beschreven
taken uitvoeren. Daarbij dienen alle geldende lokale veiligheidsvoorschriften in acht te
worden genomen.
Bescherm het apparaat tegen extreme temperaturen zoals van verwarmingen, direct
zonlicht en andere warmtebronnen.
G E VA A R
G E VA A R
L E T O P
13