Inhoudsopgave
Advertenties
ROXELL - 0715
GEVAAR
!! ACTIES IN GRIJS AANGEDUID MOETEN WORDEN UITGEVOERD DOOR EEN VAKMAN
STORING
1. Geen enkele
voederlijn werkt.
2. Eén/meerdere
lijnen werken niet.
Pannen zijn leeg.
3. De motor wordt
dikwijls overbelast.
4. Spiraal hapert.
5. Buis of trechteron-
derstuk slijt snel
uit. Luidruchtige
werking.
6. Onvoldoende voer-
transport om de lij-
nen te
bevoorraden.
7. Voer valt recht-
streeks op
regelring of grill.
STORINGSTABEL
Schakel eerst de hoofdschakelaar uit.
Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen.
MOGELIJKE OORZAAK
Geen stroomtoevoer.
Tijdsschakelklok defect.
Tijdsschakelklok niet goed geprogram-
meerd.
Draden van het motorsnoer beschadigd.
Motorbeveiliging uitgeschakeld.
Schakelaar controle-eenheid defect.
De controle-eenheid werkt niet behoorlijk. Stel de hoogte van de pan bij.Extra lamp boven pan han-
Sensor of minimumschakelaar eind con-
trole-eenheid of 100kg voorraadtrechter
defekt.
Olie op een nieuwe spiraal zorgt voor
overbelasting van de motor.
Onvoldoende
stroomtoevoer
de motoren.
Voorwerp in de spiraal. motor draait,
loopt vast. Voer kleeft aan de buis.
Defect lager in het anker.
Spiraal onvoldoende uitgetrokken bij
montage.
Obstructie in de spiraal.
Spiraal geknikt of gebogen bij het slijtpunt.
Het uiteinde van de spiraal komt over het
eindstuk van het anker.
Aftapgaten van de Flex-Auger zijn te klein
of teveel naar boven gericht.
Debietregelaar in het trechteronderstuk
van het transportsysteem belemmert
de doorstroming van het voer.
Capaciteit Flex-Auger te klein.
Onvoldoende tijd geprogrammeerd op
de tijdsschakelklok.
Pan niet exact over gat geplaatst.
MINIMAX IN LINE - GEBRUIKERS HANDBOEK - EU
HERSTELLING
Doorgeslagen zekeringen vervangen of stroomonder-
brekers terugstellen. Stroomtoevoerlijnen naar gebouw
controleren.
Defecte tijdsschakelklok vervangen.
Ruitertjes goed afstellen.
Snoer doormeten. Vervang indien nodig.
Zie eerst punten 3. & 4. Terugstelknop voor overstroom
van motor terugstellen.
Vervang schakelaar indien nodig.
gen. Temperatuur controleren. De controle-eenheid
moet de meest attractieve pan zijn, vooral die van de
voederlijn onder de Flex-Auger controleëenheid.
Sensor of schakelaar controleren en indien nodig ver-
vangen.
De spiraal schoonmaken door telkens 25 kg voer naar
de pannen te transporteren.
naar
Lijnspanning bij motoren controleren. Motoren laten
draaien. Stroom bij de motoren meten. De bedrading
moet van voldoende diameter zijn. Dit is nodig voor
een goede werking van het systeem.
Trechteronderstuk, controle-eenheid en aftapgaten van
de pannen controleren op voorwerpen en deze eventu-
eel verwijderen.
Lager vervangen. Spiraal langzaam terug in de buis
schuiven. Als u de spiraal gewoon laat terugveren,
kunt u zich verwonden of het lager beschadigen.
Spiraal inkorten.
Obstructie verwijderen.
! Let erop dat de spiraal niet geknikt wordt bij het werken
met een spantang. De spiraal mag niet voorbij het eind-
stuk van het anker komen. Nagaan of de spiraal niet ge-
bogen is.
Gaten groter maken of de buizen met de gaten naar
beneden draaien.
Debietregelaar afstellen op een groter debiet.
Zie de capaciteit van de Flex-Auger na volgens de speci-
ficaties.
Kontroleer de montage van de Flex-Auger.
Werkingstijd per voederbeurt verlengen.
Top-steun afschuiven. Pan-set over gat en lipjes plaat-
sen en terug monteren.
7
Advertenties
Inhoudsopgave
