Toepassingen
1. Voorbereiding op de werkplek
1.1
Waarschuwingen en veiligheidsmaatregelen
Voordat u met de elektrische wandzaag DS TS 5-SE begint
te werken, moet u het hoofdstuk "Veiligheidsmaatrege-
len" gelezen hebben en u moet dit in acht nemen.
1.2
Energietoevoer
Zorg ervoor dat er in de ter plaatse aanwezige elektri-
sche voeding – van het net of van een generator – altijd
een aardgeleider aanwezig is en aangesloten is. De op
de bouwplaats aanwezige elektrische voeding moet als
volgt gezekerd zijn:
Spanning
V
3×200 V
3×400 V
Lekstroombeveiliging (RCD) op de
bouwplaats
1.3
Verlengsnoeren
Gebruik alleen verlengsnoeren die voor het betreffende
toepassingsgebied toegestaan zijn en die een voldoen-
de grote doorsnee hebben. Monteer zo nodig de bijge-
leverde CEE 16 koppeling volgens EN 60309 op uw ver-
lengsnoer. Gebruik afhankelijk van de lengte de volgen-
de doorsnede van kabel resp. geleiders.
Doorsnee van een elektrisch verlengsnoer
2
F mm
³
F = oppervlak in mm
2
van de doorsnee van één draad
(geleider) in het verlengsnoer
³ Het verlengsnoer kan 4 of 5 geleiders bevatten. De
5e geleider (neutraal) is NIET nodig.
Doorsnede F in mm
2
Snoerlengte
Spanning en stroom:
in m
400 V / 16 A
25
F = 1.5 mm
50
F = 1.5 mm
75
F = 2.5 mm
100
F = 2.5 mm
1.4
Euronormstekkers volgens EN 60309
Kabelaansluitschema, 3P + PE
PE = aarde
N = neutraal: deze is voor de elektrische wandzaag
DS TS 5-SE niet nodig
16
Max. zekering
A
32 A
16 A
max. 30 mA
D
Spanning en stroom:
200 V / 32 A
2
F = 2.5 mm
2
2
F = 2.5 mm
2
2
F = 4 mm
2
2
F = 4 mm
2
L1 = fase 1
L3
L2 = fase 2
N
L2
L3 = fase 3
PE
L1
Volg bij het bedraden de specificaties op de stekker
(genummerd).
1.5
Koelwater
De voorgeschreven hoeveelheid koelwater bedraagt
2–4 l/min. bij een optimale watertemperatuur van ≤ 18°C.
Het absolute minimum bedraagt 2 l/min.
Druk van de watertoevoer: 4 tot max. 6 bar
Bereid afhankelijk van het werk en de situatie de vereiste
waterafvoer voor, b.v. waterdam, waterzuiger, plastic
afdekkingen, enz.
1.6
Controles en beveiligingen op de werkplek
Vraag de bouwleiding om toestemming voordat u gaat
zagen. Ga na of uit te zagen hoeken met overzagen
gezaagd mogen worden. Zo niet, zorg dan voor het
plannen en uitvoeren van hoekgatboringen. Controleer
of de benodigde steunen, afzettingen, waarschuwing-
en door anderen zijn aangebracht.
1.7
Planning van de zaagvolgorde en markeren
van de zaagsneden en bevestigingen
Normaal gesproken zijn de uit te zagen delen door de
opdrachtgever gemarkeerd. Door de railpoten handig
te positioneren kan men rationele zaagsneden maken.
Pas het maximale gewicht van de betonblokken zo nodig
met extra zaagsneden aan de situatie aan, b.v. aan de
opdracht, aan de hanteerbaarheid, aan de kraan of aan
de maximale vloerbelasting.
1e snede
2e snede
Gebruik voor het vastzetten van het
gezaagde beton zo nodig stalen
wiggen.
Omschrijving: stalen wig
3e snede
4e snede
5e snede