Grendels van de achterlaadklep
1. Om de achterlaadklep te openen, drukt u de hendels van
de grendels naar boven (Fig. 13). De grendels klappen
naar het midden van de achterlaadklep. Laat de
achterlaadklep langzaam neer.
Opmerking: U moet wellicht het uiteinde van de
achterlaadklep naar binnen duwen (in het bijzonder als de
lading tegen de achterlaadklep zit), voordat de grendels
naar het midden van de achterlaadklep klappen en
loskomen.
Figuur 13
1. Grendel van de achterlaadklep
2. Om de achterlaadklep te sluiten, tilt u de hendels
omhoog en schuift u ze naar de buitenkant van het
voertuig.
3. Druk de hendels van de grendel naar beneden om de
grendel en de achterlaadklep vast te zetten.
Nieuw voertuig inrijden
Om ervoor te zorgen dat het voertuig goede prestaties levert
en een lange levensduur heeft, moet u de eerste 100
bedrijfsuren de volgende richtlijnen in acht nemen:
Controleer regelmatig het peil van de vloeistoffen en de
motorolie en let op tekenen die erop wijzen dat een
onderdeel van het voertuig oververhit raakt.
Na een koude start moet u de motor ongeveer 15
seconden warm laten worden, voordat u optrekt.
Tijdens de eerste uren van de inrijperiode voor een
nieuw voertuig moet u krachtig remmen vermijden.
Nieuwe remvoeringen leveren pas na enkele
bedrijfsuren optimale prestaties doordat de remmen dan
als gevolg van het gebruik zijn gepolijst (ingereden).
Varieer de snelheid van het voertuig tijdens het gebruik.
Vermijd snel starten en stoppen.
De motor heeft geen inrij-olie nodig. De originele
motorolie is hetzelfde type olie dat is voorgeschreven
voor regelmatige olieverversingen.
Zie hoofdstuk Onderhoud voor bijzondere controles op
rustige momenten.
Controleer de positie van de voorwielophanging en stel
deze in, als dit nodig is; zie Voorwielophanging
instellen, blz. 28.
1
Transport van het voertuig
Om het voertuig over grote afstanden te verplaatsen, moet u
een oplegger gebruiken. Zorg ervoor dat het voertuig stevig
is bevestigd aan de oplegger. Zie Figuren 14 en 15 voor de
plaats van de bevestigingspunten.
m–5334
Losse stoelen kunnen van het voertuig en de
oplegger vallen tijdens het transport en
terechtkomen op een ander voertuig of de weg
versperren.
Verwijder de stoelen of zet de stoelen stevig vast in
de vergrendelingen.
1. Bevestigingspunten
20
Voorzichtig
1
Figuur 14
1