Contactschakelaar
De contactschakelaar (Fig. 8), waarmee u de motor start en
afzet, heeft drie standen: Aan, Uit en Start. Draai het
sleuteltje naar rechts op Aan om het voertuig te starten.
Laat het sleuteltje los zodra de motor aanslaat. Als het
voertuig stilstaat, draait u het sleuteltje naar links op Uit om
de motor af te zetten. Verwijder het sleuteltje uit het
contact.
Urenteller
De urenteller (Fig. 8) geeft het totale aantal uren aan dat de
motor in bedrijf is geweest.
Oliedruklampje
Dit lampje waarschuwt de bestuurder dat de oliedruk in de
motor beneden een veilig niveau daalt (Fig. 8). Als het
lampje gaat branden, moet het oliepeil worden
gecontroleerd en olie worden bijgevuld indien dit nodig is;
zie Motoroliepeil controleren, blz. 24.
Opmerking: Het oliedruklampje kan gaan flikkeren. Dit is
normaal en er hoeven dan geen maatregelen te worden
genomen.
Lichtschakelaar
Tuimelschakelaar om de koplampen te ontsteken.
Indrukken om de lampen te laten branden (Fig. 8).
Aansluitpunt
Het aansluitpunt dient voor de aansluiting van 12 Volt,
optionele elektrische accessoires (Fig. 8).
3
2
Figuur 8
1. Contactschakelaar
2. Urenteller
3. Lichtschakelaar
4
1
5
m–4885
4. Oliedruklampje
5. Aansluitpunt
18
Brandstofmeter
De brandstofmeter (Fig. 9) geeft aan hoeveel brandstof er
in de tank zit.
Figuur 9
1. Brandstofmeter
Handgrepen voor passagier
De handgrepen voor de passagier bevinden zich rechts van
het instrumentenpaneel en op de buitenkant van elke stoel
(Fig. 10).
1
Figuur 10
1. Handgreep voor passagier
Controle vóór het gebruik
Een veilig gebruik begint al voordat u met het voertuig gaat
werken. U moet deze controles elke keer weer uitoefenen:
De bandenspanning controleren.
Opmerking: Deze banden zijn anders dan autobanden: zij
vereisen een lagere spanning om compactie en
beschadiging van de grasmat te voorkomen.
Het peil van alle vloeistoffen controleren. Indien het
peil te laag is, moet u bijvullen met de vereiste
hoeveelheid vloeistof overeenkomstig de voorschriften
van Toro.
1
2
m–4887
2. Heupsteun