Gebruik
Tabel 21:
75
De omgevingstemperatuur moet tijdens het laden
tussen 10 °C en 30 °C liggen.
Temperatuur laden
De accu kan bij het laden op de fiets blijven zitten of
worden verwijderd.
Een onderbreking van het laden leidt niet tot schade
aan de accu.
Schakel het aandrijfsysteem uit op de bediening.
Verwijder het rubberen klepje op de accu.
Steek de laadkabel in de laadaansluiting van de
accu.
Sluit de netstekker van de oplader aan op een
normale geaarde contactdoos.
Aansluitwaarden
Het laden start automatisch.
Tijdens het opladen geeft de laadtoestandweergave
de laadtoestand aan. De LED van de
laadtoestandweergave kan in drie kleuren branden:
rood
oranje
groen
Betekenis van de kleuren van de laadtoestandweergave op de
accu
Het laden is voltooid wanneer de LED van de
laadtoestandweergave groen brandt.
Verwijder de accu. van de oplader.
De accu wordt niet geladen. Controleer de
verbinding.
De accu wordt geladen.
De accu is volledig opgeladen.
10 °C - 30 °C
230 V, 50 Hz
MY20P04-16_1.0_16.07.2019