Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Onderhoud Montagesysteem; Novotegra Voor Groendak - novotegra Oost-west Montagehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

2 Onderhoud montagesysteem

De stabiliteit en functionaliteit van het montagesysteem moeten in het kader van het systeemonderhoud
regelmatig worden gecontroleerd.
Naast de visuele inspectie van componenten adviseren wij de verbindingen steekproefsgewijs te
controleren. Het is aan te bevelen de installatie regelmatig te controleren op beschaduwing door
begroeiing.
Demontage kan plaatsvinden door de stappen hieronder in omgekeerde volgorde uit te voeren.
De onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een gespecialiseerd bedrijf dat
aantoonbare ervaring heeft met elektrische installaties en het werken met montagesystemen.

3 novotegra voor groendak

In deze montagehandleiding wordt de opbouw beschreven van de draagconstructie op daken met folie- en
bitumenafdichting. Deze handleiding geldt overeenkomstig ook voor daken met grind of dakbegroeiing.
Bij platte daken zonder attiek moeten de zonnepanelen met een afstand van min. 1,50 m tot aan de
dakrand worden gemonteerd. Bij platte daken met attiek moet min. 50 cm randafstand tot de binnenrand
van de attiek worden aangehouden, of moet rekening worden gehouden met de randafstand volgens
individuele berekening van de planningssoftware, om de randvoorwaarden van de windtunneltests te
kunnen naleven.
Afhankelijk van het materiaal van de dakafdichting moeten er evt. scheidings- / glij- en/of beschermlagen
worden aangebracht tussen de dakafdichting en de draagconstructie. Dit moet door de installateur van de
PV-installatie rechtsreeks worden afgestemd met de opdrachtgever en het gespecialiseerde bedrijf dat de
dakafdichting aanbrengt.
Bij de montage van de draagconstructie wordt de dakhuid niet doorboord. De PV-installatie wordt tegen
windzuiging beschermd door middel van ballastering (substraat of geschikte stenen) op basis van de
resultaten uit de windtunneltests voor het systeem. De vereiste substraathoogte en/of ballast moet met de
planningssoftware per project worden vastgesteld. De ballastering geldt voor de geplande installatie,
afwijkingen van de planning die ter plaatse ontstaan, kunnen tot andere resultaten leiden.
Het aantonen van de weerstand tegen glijden van de installatie vindt plaats met een wrijvingscoëfficiënt
van µ = 0,5. Deze waarde moet door de installateur voorafgaand aan de montage worden gecontroleerd.
Als de wrijvingscoëfficiënt door de installateur van tevoren wordt bepaald, kan het aantonen met de
vastgestelde waarde gebeuren in het kader van de planning.
In acht te nemen randvoorwaarden volgens windtunneltests:
-
Dakhoek 0 – 5 graden
-
Platte daken met en zonder attiek
-
Afstand installatie tot dakrand (zonder attiek) = 1,50 m
-
Afstand van installatie tot aan attiek (binnenrand) = zie planningsdocumenten; min. 50 cm
-
Paneellengte = max. 1,85 m
-
Paneelbreedte = max. 1,34 m
-
Paneeloriëntatie: verticaal
-
Consolehoek (vast) = 10°
-
Rijafstand = zie planningsdocumenten
Het montagesysteem is ontworpen voor belastingen tot 2,4 kN/m² (2.400 Pa). De zonnepanelen worden
aan de lange kant van het frame vastgeklemd (klemoppervlak 11 x 52 mm). Evt. aanwezige
afwateringsopeningen in het paneelframe mogen niet worden geblokkeerd, net als de daarvoor bestemde
voorgevormde elementen in de constructie van de steuncomponenten.
Wijzigingen voorbehouden. Afbeeldingen dienen als voorbeeld en kunnen van het origineel afwijken.
V4.2 – mei 2023/TP,
Copyright novotegra GmbH
4

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave