Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Rails Monteren En Bevestigen - novotegra Oost-west Montagehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

5.2 Rails monteren en bevestigen

C-rail groendak plaatsen
C-rail verbinden
Wijzigingen voorbehouden. Afbeeldingen dienen als voorbeeld en kunnen van het origineel afwijken.
V4.2 – mei 2023/TP,
Copyright novotegra GmbH
Rail op paneelsteunen plaatsen. Daarvoor het
slobgat van de rail op de bout in de steun plaatsen.
De rail op elke paneelsteun vastzetten met de borg-
flensmoer M12.
De borg-flensmoer is voorzien van schroefborging.
De borg-flensmoer moet stevig tegen de railbodem
aan liggen. Voorspannen is niet nodig.
Elk railstuk moet op min. twee paneelsteunen
liggen en bevestigd worden.
Na de montage van paneelsteunen en rails moet
het substraat worden aangebracht. De ballastering
gebeurt door middel van het substraat. De
hoeveelheid substraat per m² is te vinden in de
planningsdocumenten.
Zo nodig moeten er extra stenen voor de
ballastering op de substraatplaten worden gelegd.
De stabiliteit van het montagesysteem kan pas na
het aanbrengen van de vereiste hoeveelheid
ballast/substraat worden gegarandeerd.
Bij het zagen van de rails moeten de voorschriften
inzake ongevallenpreventie worden nageleefd.
Alleen de borg-flensmoer M12 mag worden gebruikt
om de rails op de steunen te bevestigen.
Railuiteinden goed op elkaar laten aansluiten,
railverbinder in het midden plaatsen en met de in de
set aanwezige bevestigingsschroeven met de rail
verbinden. De verbinder en het aantal schroeven
zijn afhankelijk van de rail (MV 1.1). Maximale
raillengte zonder onderbreking 13 m, daarna
dilatatievoeg of loslager aanbrengen (MV 1.3).
Aanhaalmoment flensmoeren met vertanding 50
Nm.
Bij het zagen moeten de voorschriften inzake
ongevallenpreventie worden nageleefd.
8

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave