FTP-servernaam
●
Poort
●
FTP-mappad
●
Aangepaste submap (benoemingsconventie voor submap)
●
FTP-overdrachtsmodus
●
Gebruikersnaam en wachtwoord
●
Klik op Verify Access (Controleer toegang) om na te gaan of de bestemming toegankelijk is. Klik op OK.
OPMERKING:
de netwerkinstellingen. Deze instellingen zijn aanwezig in het tabblad EWS Networking, onder de opties
Advanced (Geavanceerd).
Zend alleen naar mappen met lees- en schrijftoegang
Kies deze optie voor mappen die geconfigureerd zijn voor lees- en schrijftoegang. Deze optie ondersteunt
ook maptoegangidentificatie, taakmeldingen en het opnemen van een gebruiker in een submapnaam.
Bepaal de maptoegang voor aanvang van de taak
Selecteer dit vakje om het apparaat verplicht de maptoegang te laten bepalen voor aanvang van een
●
scantaak.
Maak dit vakje leeg om sneller scantaken te voltooien. Taken kunnen mislukken als de map niet
●
beschikbaar is.
Sta alleen verzending naar mappen met schrijftoegang toe
Selecteer deze optie voor mappen die geconfigureerd zijn voor alleen-schrijventoegang (vereist voor mappen
van deze soort).
OPMERKING:
vermeerderen. Het zend de zelfde bestandsnaam voor alle scans.
Kies een tijd-gerelateerd voor- of achtervoegsel bij de bestandsnaam van de scan, zodat iedere scan wordt
opgeslagen als een uniek bestand en eerdere bestanden zodoende niet worden overschreven. Deze
bestandsnaam wordt bepaald met de informatie in het dialoogvenster File Settings (Bestandsinstellingen) in
de instellingenwizard.
NLWW
Als een FTP-site buiten de firewall is, dan moet een proxyserver worden gespecificeerd onder
Als dit vakje is geselecteerd, dan kan het product de bestandsnaam van de scan niet
Opslaan in netwerkmap instellen
71