Timer
Het apparaat heeft twee timers die u als
volgt kunt gebruiken:
Om de automaat
– op een bepaalde tijd in te schakelen,
bijvoorbeeld voor het ontbijt (
kelen om
).
– op een bepaalde tijd uit te schakelen
(
Uitschakelen om
– na een bepaalde tijd uit te schakelen,
als geen toets is ingedrukt of geen
drank is bereid (
bij "Timer 1").
De timerfuncties kunt u aan afzonder-
lijke weekdagen toewijzen.
Voor
Inschakelen om
moet de timer zijn geactiveerd en
moet er minstens een weekdag zijn
toegewezen.
Timer kiezen
U kunt kiezen uit:
– Timer 1:
Inschakelen om
om
,
Uitschakelen na
– Timer 2:
Inschakelen om
om
Inscha-
).
Uitschakelen na
, alleen
en
Uitschakelen om
,
Uitschakelen
,
Uitschakelen
Inschakelen om
Als de vergrendeling actief is, wordt
de koffieautomaat niet op het inge-
stelde tijdstip ingeschakeld.
De timerinstellingen worden gedeacti-
veerd.
Als het apparaat drie keer wordt inge-
schakeld (via de timerfunctie
om
), maar u gebruikt het niet, dan wordt
het apparaat daarna niet meer automa-
tisch ingeschakeld. Zo wordt voorko-
men dat het apparaat elke dag wordt
ingeschakeld, terwijl u niet aanwezig
bent (bijvoorbeeld in de vakantie).
De geprogrammeerde tijden blijven wel
in het geheugen staan en worden weer
geactiveerd, zodra u het apparaat hand-
matig inschakelt.
Uitschakelen om
Bij langdurige afwezigheid blijven de
opgeslagen tijden in het geheugen
staan en worden weer geactiveerd, zo-
dra u het apparaat handmatig inscha-
kelt (zie "Inschakelen om").
Instellingen
Inschakelen
53