DE RICHTING VAN DE LUCHTSTROOM AANPASSEN
Verticale richting (omhoog-omlaag) van de luchtstroom wordt afgesteld met de knop SET (INSTELLEN) van de afstandsbediening.
Horizontale (rechts-links) richting van de luchtstroom wordt handmatig aangepast door de Luchtstroomroosters te bewegen.
Start steeds, wanneer u de horizontale luchtstroom aanpast, de airconditioner en controleer dat de roosters voor de verticale lucht-
stroom stilstaan.
De verticale luchtstroom aanpassen
Druk op de knop SET (INSTELLEN)
Telkens op de knop wordt gedrukt, zal het richtingsbereik van de luchtstroom als volgt wijzigen:
1
Verschillende luchtstroominstellingen:
1, 2, 3 : Tijdens de Koelen/Drogen:
4, 5, 6, 7 : Tijdens Verwarmen
Het display van de afstandsbediening wijzigt niet.
● Pas de richting van de luchtstroom binnen de hierboven aangegeven bereiken aan.
● De richting van de verticale luchtstroom wordt automatisch ingesteld zoals weerge-
geven, volgens de gekozen werking.
Tijdens de Koelen/Drogen : Horizontale stroom 1
Tijdens Verwarmen
● Tijdens de werking in de stand AUTO zal de luchtstroom in de eerste minuten hori-
zontaal 1 zijn; de richting kan tijdens deze periode niet worden aangepast.
De instelling van de richting van de luchtstroom is tijdelijk 1, wanneer de temperatuur
bij aanvang van de stand Verwarming laag is.
Aanpassing Rechts-Links
Stel de Rechts-Links-lamellen af.
● Verplaats de Rechts-Links-lamellen en pas de luchtstroom aan in de door u gewenste richting.
Knop (2 plaatsen)
SWING (ZWENKEN)
Het product beweegt de luchtstroomroosters op en neer en verplaatst zo koele of warme lucht naar alle delen van het vertrek.
SWING (ZWENKEN) selecteren
Druk op de knop SWING (ZWENKEN)
Het SWING Display "
In deze stand zwenken de Luchtstroomroosters automatisch heen en weer en richten
de luchtstroom zowel omhoog als omlaag.
SWING (ZWENKEN) stoppen
Druk nogmaals op de knop SWING
Het SWING Display "
De richting van de luchtstroom keert terug naar de instelling voordat de functie ZWENKEN werd geactiveerd.
Over SWING
Tijdens de Koelen/Drogen: Zwenkt heen en weer tussen 1 en 4.
Tijdens Verwarmen
: Zwenkt heen en weer tussen 4 en 7.
● SWING kan tijdelijk tot stilstand komen wanneer de ventilator van de airconditioner niet of op een zeer lage snelheid werkt.
2
3
4
5
: Neerwaartse stroom 6
Right-Left Lamellen
" licht op.
" dooft.
6
7
1
2
3
4
5
6
7
Knop
.
WAARSCHUWING
● Steek geen vingers of vreemde voorwerpen
in de uitlaatpoorten, de interne ventilator
draait op een hoge snelheid en kan per-
soonlijk letsel veroorzaken.
● Regel altijd de richting van de verticale
luchtstroom met de knop SET (INSTEL-
LEN) van de afstandsbediening. Probeert
u de richting handmatig te wijzigen, dan
kan tot een verkeerde werking leiden.
Schakel in dat geval het apparaat uit en
vervolgens weer in. Het rooster moet
vervolgens weer goed werken.
● Stel in de standen Koelen en Drogen
het luchtstroomrooster niet Lange tijd
in het verwarmingsbereik (4 - 7) in, er
kan waterdamp bij de uitlaatroosters
condenseren en waterdruppels kunnen
van de binneneenheid druppelen. In de
standen Koelen en Drogen zullen de
luchtstroomroosters, als zij langer dan
30 minuten in het verwarmingsbereik
zijn afgesteld, automatisch terugkeren
naar stand 3.
● Gebruikt u de airconditioning in een ka-
mer met baby's, kleine kinderen, bejaar-
den of zieke personen, houd dan bij het
instellen rekening met de richting van
de luchtstroom en kamertemperatuur.
OPGELET
● Wanneer u de Rechts-Links-lamellen afstelt,
moet u eerst de Verticale lamellen (om-
hoog-omlaag) stilzetten en pas de richting
aanpassen wanneer u hebt gecontroleerd
dat zij volledig stilstaan.
Nl-8