EEN VOORAFINGESTELD OEFENPROGRAMMA
GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 14.
2. Kies een van de voorafingestelde oefeningen.
Druk, om een
van de
zestien
voorafin-
gestelde pro-
grammaʼs te
kiezen, meerdere keren op de Oefening Kiezen
[WORKOUT SELECT] toetsen totdat de gewenste
oefening op de display verschijnt.
Met elke gekozen voorafingestelde programma zal
de maximale snelheidsinstelling en de maximale
hellinginstelling van de oefening in de onderste dis-
play een paar seconden lang opflikkeren. Tevens
zullen de duur en tijd van de oefening op de dis-
play verschijnen en een profiel van de snelheidsin-
stelling van de oefening zal langs de bovenste dis-
play lopen.
3. Start de loopband.
Druk op de Starttoets [START] of de
Snelheidstoenametoets [SPEED] om met de oe-
fening te beginnen. Even nadat u op de toets heeft
gedrukt, zal de loopband zich automatisch aan-
passen aan de eerste snelheid en hellingsinstelling
van de oefening. Houd de handleuningen vast en
begin met wandelen.
Elke oefening is verdeeld in 30 segmenten, 1-min-
uut ieder. Er is één hellinginstelling en één snelhei-
dinstelling geprogrammeerd voor elk segment. Let
op: Dezelfde snelheid en/of hellingsinstelling kan
worden geprogrammeerd voor opeenvolgende
segmenten.
Tijdens het oefen-
programma,
wordt uw profiel
weergegeven
zodat u uw
vorderingen kunt
volgen. De
flikkerende balk van het profiel stelt het huidige oe-
feningsegment voor. De hoogte van het flikkerende
segment geeft de weerstandsinstellingen voor het
All manuals and user guides at all-guides.com
Huidig segment
huidige segment weer. U zult aan het eind van
ieder segment een aantal geluiden horen. Als een
andere snelheid en/of hellinginstelling is gepro-
grammeerd voor het volgende onderdeel, dan zal
de nieuwe snelheid en/of hellinginstelling knip-
peren in de display om u te waarschuwen. De
loopband zal dan automatisch de snelheids- en/of
de hellinginstelling van het volgende segment in-
stellen.
De oefening gaat op deze wijze door tot het laatste
segment van het profiel knippert in de display en
het laatste onderdeel stopt. De loopband zal
langzaam tot stilstand komen.
Wanneer de snelheids- of hellinginstelling van het
huidige segment te hoog of te laag ligt kunt u deze
handmatig veranderen door op de Snelheid of de
Helling [INCLINE] toetsen te drukken. De loopband
zal echter, wanneer het huidige segment
eindigt, de snelheid en de helling van de loop-
band automatisch instellen voor het volgende
segment.
Om het intensiteitniveau van het gehele pro-
gramma aan te passen, drukt u op de
Intensiteittoename- en afnametoets [INTENSITY].
Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te
stoppen drukt u op de toets [STOP]. Om de oefen-
ing weer te starten, drukt u op de toets Start of op
de toets Snelheidstoename. De loopband begint bij
ongeveer 2 KM/H te bewegen, Als het volgende
onderdeel van de oefening begint, zal de loopband
zich automatisch aanpassen aan de snelheid en
hellinginstelling voor dat volgende onderdeel.
4. Volg uw voortgang op de display.
Zie stap 5 op pagina 15.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 15.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 15.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op pagina 15.
16