4.
Selecteer de parameters en wijzig deze met het toetsenbord (met de toets [C] kunt
u tekens verwijderen) en druk vervolgens op [OK] .
Het scherm Samenvatting departementswijzigingen wordt weergegeven.
5.
Druk op [OK] om uw wijzigingen te bevestigen.
5
Departementen activeren
Met deze functie kunt u van tevoren departementen maken en voorkomen dat deze worden
gebruikt voordat de departementstructuur af is.
Een departement activeren/deactiveren
U kunt als volgt een departement activeren/deactiveren:
1.
Voer de procedure
2.
Wijzig de departementsstatus (de knop geeft de huidige status weer: actief of inactief)
en druk op [OK] .
3.
Accepteer de wijzigingen door op [OK] te drukken (in de Samenvatting
departementswijzigingen).
Als een departement is gedeactiveerd, wordt deze niet meer weergegeven aan de
gebruiker.
Departementen verwijderen
Het kan voorkomen dat u een departement wilt verwijderen.
142
De parameters van Budgetten en toeslagen zijn alleen
beschikbaar als de optie Geavanceerde rapporten is ingeschakeld.
Zie
Voorkeuren voor budgetten en toeslagen
Departementsinformatie weergeven/wijzigen
op pagina 153.
op pagina 141 uit.