Enveloppen plaatsen
2.
Plaats enveloppen.
Open de papiersteun.
(1)
Til de papiersteun niet omhoog.
Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de verlenging van de uitvoerlade
(2)
uit.
Schuif de papiergeleiders (A) open en plaats de enveloppen in het midden van
(3)
de achterste lade MET DE ADRESZIJDE NAAR U TOE GERICHT.
De gevouwen klep van de envelop bevindt zich naar beneden gericht aan de linkerzijde.
Er kunnen maximaal 10 enveloppen tegelijk worden geplaatst.
Schuif de papiergeleiders (A) tegen de zijkanten van de enveloppen aan.
(4)
Schuif de papiergeleiders niet te hard. Dan worden de enveloppen misschien niet goed ingevoerd.
(B) Achterzijde
(C) Adreszijde
3.
Geef de instellingen op in het printerstuurprogramma.
Selecteer Envelop (Envelope) bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used
(1)
Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
Selecteer DL Env. of Comm. Env. #10 in het venster Envelopformaat instellen
(2)
(Envelope Size Setting).
Selecteer Liggend (Landscape) in Afdrukstand (Orientation).
(3)
Pagina 48 van 710 pagina's