5.4
Elektrische installatie
Stroom aansluiten
De DriveControl is uitgerust met een interne, niet uitwisselbare zekering, die uitsluitend dient ter
bescherming van het apparaat. De bescherming van de stroomleidingen moet worden gegarandeerd door
de beheerder.
DriveControl 20 / DriveControl 2048
Benodigde leidingen:
Aansluiting
In-/uitgangen
stroom
De aderuiteinden voorbereiden volgens de aanbevelingen van de fabrikant.
¾
De leidingen van de ingangen/uitgangen met behulp van het gele hulpwerktuig in de aansluitstekker stoppen
¾
(zie „Ingangen en uitgangen" op pagina 27).
Stroomleidingen met behulp van het zwarte hulpwerktuig in de aansluitstekker stoppen.
¾
Aansluitstekker in de DriveControl stoppen.
¾
Zo nodig de DIP-schakelaar volgens de eisen instellen (zie „Configuratiemogelijkheden" op pagina 35).
¾
De stekker van de RollerDrive dusdanig insteken dat bij de DriveControl het opschrift „RD" te lezen is en op de
¾
stekker het opschrift naar achteren wijst, dus niet te lezen is.
Versie 1.1 (07/2019) Online
Vertaling van de originele gebruikershandleiding
Dwarsdoorsnede geleider
Flexibele aders: 0,08 tot 0,5 mm
Flexibele aders met beslagringen: 0,25 tot 0,34 mm
Striplengte: 5 tot 6 mm
Flexibele aders: H05 (07) V-K 1,5 mm
Optioneel met beslagringen
Striplengte: 6 tot 7 mm
Montage en installatie
2
2
2
25 van 58