6. Stel de sleutel voor de Wi-Fi-hotspot in.
Wanneer andere apparaten toegang willen hebben tot het netwerk
van uw telefoon, moet die sleutel worden ingevoerd.
7. Selecteer het selectievakje Draagbare Wi-Fi-hotspot.
8. Zoek op het apparaat dat u wilt gebruiken naar het Wi-Fi-netwerk van uw
telefoon en maak een verbinding met dat netwerk.
Om de apparaten die verbinding met uw telefoon mogen maken, te beheren
tikt u op Beheer toegestane apparaten en maakt u Sta alle apparaten toe om
te verbinden vrij. Tik op Apparaat toevoegen om een toegestaan apparaat
toe te voegen.
Uw dataverbruik controleren
Met de functie voor het controleren van dataverbruik van uw telefoon kunt u uw
dataverbruik nakijken en controleren.
Stel een cyclus van dataverbruik en een limiet voor mobiele data in voor die periode en u
zult op de hoogte worden gebracht wanneer het dataverbruik die limiet bereikt. U kunt
ook het dataverbruik opvragen binnen een bepaalde periode of het dataverkeer verbruikt
door een toepassing.
1.
Op het startscherm tikt u op
2. Tik onder DRAADLOOS EN NETWERKEN op Meer....
3. Tik op Datagebruik.
en vervolgens op het tabblad Alles.
61
Internetverbinding
1
2
3
4
5
6