Het scherm ontgrendelen met een pincode
1.
Op het startscherm tikt u op
2. Tik onder PERSOONLIJK op Beveiliging.
3. Tik op Schermvergrendeling > PIN.
4. Volg de instructies op het scherm om een schermontgrendelingspincode in te
stellen.
Nadat een pincode werd ingesteld, moet u het elke keer dat u het scherm van de telefoon
wilt ontgrendelen, invoeren.
Als u vijf opeenvolgende onjuiste pincodes invoert, zal het scherm
gedurende 30 seconden niet reageren op verdere ontgrendelingspogingen.
U kunt nog wel noodoproepen verrichten in die 30 seconden.
Scherm ontgrendelen met een wachtwoord
1.
Op het startscherm tikt u op
2. Tik onder PERSOONLIJK op Beveiliging.
3. Tik op Schermvergrendeling > Wachtwoord.
4. Volg de instructies op het scherm om een schermontgrendelingswachtwoord
in te stellen.
5. Herhaal het wachtwoord en tik op OK.
Nadat een wachtwoord is ingesteld, moet u het elke keer dat u het scherm van de telefoon
wilt ontgrendelen, invoeren.
Als u vijf opeenvolgende onjuiste wachtwoorden invoert, zal het scherm
gedurende 30 seconden niet meer reageren op verdere pogingen om het
scherm te ontgrendelen. U zult wel nog steeds noodoproepen kunnen
verrichten.
Helderheid van het scherm aanpassen
1.
Op het startscherm tikt u op
2. Tik onder APPARAAT op Weergave.
3. Tik op Helderheid.
4. Voer in het weergegeven dialoogvenster een van de volgende handelingen uit:
Uw telefoon personaliseren
en vervolgens op het tabblad Alles.
en vervolgens op het tabblad Alles.
en vervolgens op het tabblad Alles.
28