5.3
Verlichting
De verlichting van de ARveo 8-operatiemicroscoop bestaat uit een
xenonlamp, die in het statief zit. De verlichting wordt naar de
optiekhouder geleid via een glasvezelkabel.
Er zijn twee identieke lampen. Als de gebruikte lamp defect is, kan
de andere lamp worden geselecteerd, op het aanraakscherm of
handmatig.
5.3.1
AutoIris
AutoIris synchroniseert het lichtveld automatisch overeenkomstig
de vergrotingsfactor.
Met de handmatige override kan het lichtveld handmatig worden
ingesteld.
5.3.2
BrightCare Plus
BrightCare Plus is een veiligheidsfunctie die automatisch de
maximale helderheid afhankelijk van de werkafstand begrenst.
Te fel licht kan in combinatie met een korte werkafstand leiden
tot verbrandingen bij de patiënt.
• Bij levering af fabriek is de veiligheidsfunctie BrightCare
Plus voor alle gebruikers geactiveerd.
• De status van de veiligheidsfunctie BrightCare Plus kan
worden uitgeschakeld tijdens een sessie, maar om
veiligheidsredenen kan deze wijziging niet worden
opgeslagen als onderdeel van het gebruikersprofiel.
Doorstraling
De optiek van de ARveo 8-operatiemicroscoop heeft een variabele
werkafstand tussen 225 en 600 mm. Het systeem is zodanig
ontworpen, dat het zelfs bij een lange werkafstand van 600 mm
nog voldoende licht voor een helder beeld levert.
Daarom heeft u voor het werken met een microscoop met kortere
werkafstand minder licht nodig dan met een grotere werkafstand.
Het is raadzaam te beginnen met gedimde lichtbron en dan
het licht feller te laten worden totdat een optimale
uitlichting is bereikt.
Warmte-ontwikkeling
Uit het licht van de gebruikte xenonlichtbron wordt warmte van
niet zichtbare straling gefilterd. Maar zichtbaar licht ontwikkelt ook
altijd warmte. Een te grote hoeveelheid wit licht kan leiden tot
oververhitting van weefsel en metalen objecten.
BrightCare Plus-display
Als BrightCare Plus is geactiveerd, verschijnt in het niet-gearceerde
veld (2) van het snelle-toegangsmenu (1) de maximaal instelbare
helderheid voor de actuele werkafstand.
De helderheid kan niet buiten het grijze gebied worden ingesteld,
tenzij de BrightCare Plus-functie bewust is gedeactiveerd.
Als bij ingestelde helderheid de werkafstand te klein wordt, wordt
de helderheid automatisch gedimd.
Instructies voor het deactiveren van BrightCare zijn te vinden in
hoofdstuk "BrightCare Plus uitschakelen" op pagina 54.
5.4
Met deze functie kunnen resolutie en scherptediepte worden
vergroot voor een ideaal 3D-beeld.
Leica FusionOptics werkt met twee aparte stralengangen met
verschillende informatie: de linker stralengang is geoptimaliseerd
voor een hoge resolutie, de rechter stralengang voor een optimale
scherptediepte.
Het menselijk brein combineert deze twee zeer verschillende
beelden tot één enkel, optimaal ruimtelijk beeld.
ARveo 8 / Ref. 10 748 483 / Versie 02
Het is raadzaam te beginnen met gedimde lichtbron en dan
het licht feller te laten worden totdat een optimale
uitlichting is bereikt. Bij het opstarten van het systeem
wordt de verlichting standaard ingesteld op 20%.
1
2
Leica FusionOptics
Functies
19