GEBRUIKSAANWIJZING WALKAIDE II
Contra-indicaties
•
Niet samen gebruiken met elektronische bewakingsapparatuur, NMR-beeldvorming,
pacemakers, defibrillators of hoogfrequente medische apparatuur.
•
Niet gebruiken in de buurt (binnen 1 meter) van apparaten die gebruik maken van korte
golven, zoals een magnetron.
•
Patiënten met ernstige hartaandoening, ernstige hoge bloeddruk en huidaandoeningen
mogen dit product niet gebruiken.
•
Patiënten met actieve bloeding, acute purulente ontsteking, maligne neoplasmata,
tromboflebitis, sepsis en cardiopulmonaal falen mogen dit product niet gebruiken.
•
Gebruik dit product uitsluitend voor behandelingsdoeleinden.
•
Gebruik dit product niet bij bewusteloze patiënten.
•
Dit product niet uit elkaar halen, repareren of ombouwen.
•
Raak de oplaadconnector/accu en de patiënt niet tegelijk aan tijdens het opladen/gebruik.
Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen
•
De veiligheid van het gebruik tijdens de zwangerschap of menstruatie is niet vastgesteld.
•
De plaatsing van de elektroden en het instellen van de stimulatieparameters moeten door een
professional worden uitgevoerd. Als u steeds pijn of uitslag heeft, stop dan met het gebruik
van dit product.
•
Plaats de elektrode niet op een gebied van maligne neoplasmata, halsslagaders (keel) of
trombus.
•
Wees voorzichtig bij het plaatsen van de elektroden op gebieden waar het gevoel anders is.
•
Breng geen elektroden aan op gebieden waar de huid niet intact is.
•
Spiertraining na een recente operatie kan leiden tot verstoring van de revalidatie. De
gebieden waar de elektroden worden geplaatst kunnen mogelijk niet gevoelig genoeg zijn.
•
Wees voorzichtig wanneer de slagaders van het toepassingsgebied gedeeltelijke occlusie
vertonen, wanneer de patiënt vasculaire atrofie heeft vanwege hemodialyse of wanneer het
vaatstelsel instabiel is.
•
Wees voorzichtig als de behandelde gebieden structurele misvormingen vertonen.
•
Gebruik van dit product moet plaatsvinden onder begeleiding van artsen.
•
Patiënten moeten stabiel blijven en het apparaat niet verplaatsen tijdens het gebruik van dit
apparaat.
•
Patiënten mogen de elektrode niet verplaatsen of aanraken tijdens het gebruik van dit
apparaat.
•
Stop met het gebruik van dit product als het lichaam fysieke afwijkingen vertoont.
•
Patiënten met een van de volgende aandoeningen mogen dit product niet gebruiken:
–
–
–
–
–
–
Patiënten met epilepsie
Zwangere patiënten
Patiënten met acute dislocaties of fracturen van de enkel
Patiënten met plaatselijke kanker in het onderbeen
Patiënten met metalen implantaten
Patiënten met autonome dysreflexie
3
MNL-0031