OMNIHI5 GEBRUIKSAANWIJZING
Tabel 5
Aanbevolen afstanden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur (radiofrequentie)
en de XFT-2003E zenuw- en spierstimulator
Het apparaat is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin uitgestraalde RF-
storingen worden beheerst. De klant of gebruiker van het apparaat kan elektromagnetische interferentie
helpen voorkomen door een minimumafstand aan te houden tussen draagbare en mobiele RF-
communicatieapparatuur (zenders) en het systeem voor klapvoet zoals hieronder aanbevolen, in
overeenstemming met het maximale uitgangsvermogen van de communicatieapparatuur.
Dit apparaat kan worden gebruikt in de omgeving waarin RF-storingen worden beheerst. De gebruiker
moet een minimumafstand tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur handhaven om
elektromagnetische interferentie te voorkomen. De aanbevolen afstand wordt berekend op basis van het
maximale uitgangsvermogen van de communicatieapparatuur.
Nominaal maximaal
uitgangsvermogen van
de zender (W)
0,01
0,1
1
10
100
Voor zenders met een maximaal uitgangsvermogen dat niet hierboven staat vermeld, kan de
aanbevolen afstand 'd' in meters worden geschat met behulp van de vergelijking die van
toepassing is op de frequentie van de zender, waarbij 'P' het maximale uitgangsvermogen van de
zender in watt is volgens de fabrikant van de zender.
Opmerking 1: bij 80 m en 800 MHz is de afstand voor het hogere frequentiebereik van toepassing.
Opmerking 2: deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties van toepassing.
Elektromagnetische verspreiding wordt beïnvloed door absorptie en weerkaatsing van structuren,
voorwerpen en mensen.
Afstand volgens de frequentie van de zender (m)
150 kHz - 80 MHz
d=1,2 √P
0,12
0,38
1,2
3,79
12
80 MHz - 800 MHz
d=1,2 √P
0,12
0,38
1,2
3,79
12
800 MHz - 2,7 GHz
d=2,3 √P
0,23
0,73
2,3
7,27
23
MNL-0026
51