20. VERLOOP NAAR EEN ANDERE
STRAMIENMAAT
De Allround steiger kan optimaal aan verschillende situaties aange-
past worden.
Verjonging (verloop) van de steigerbreedte de dwarsrichting:
Afbeelding 139
Afbeelding 140
Deze variant kan op soortgelijke wijze bij ruimtesteigers en om veld-
lengtes in langsrichting te reduceren toegepast worden.
1. Steiger opbouwen zoals
beschreven in hoofdstuk 5.
In dwarsrichting op het niveau
van het verloop dubbele buis-
liggers monteren.
2. Een staanderpen met halve
koppeling monteren op de dub-
bele buisligger in de gewenste
verloopbreedte.
3. Vloeren aanbrengen en
borgen.
4. De volgende slag aanbrengen
met de versmalde breedte.
5. Leuningen en kantplanken
plaatsen.
Let op bij hoge doorbouw vanaf
deze versmalling de belastbaar-
heid van de dubbele buisligger
controleren. Eventueel versterken
met een tweede dubbele buislig-
ger en deze onderling verbinden
of een tralieligger toepassen.
21. GEBRUIK VAN DE STEIGER
• De steiger mag alleen via openingen worden betreden, niet tegen de
steiger opklimmen.
• Niet (vanaf een hoogte) springen op een steigervloer.
• Alleen vlonders die geheel gesteund worden mogen betreden
worden en geen zware voorwerpen op de vlonders gooien.
• 1.5 vloerniveau belast (100% op 1 niveau en een ander niveau 50%).
• Vloerbelastingklasse zoals bepaald respecteren. (Vloerbelasting
klasse 1 t/m klasse 6: 75, 150, 200, 300, 450 of 600 kg/m
• Ruimtesteigers max. 6m
belasten (let op: straalgrit tijdig verwijderen).
2
• Hijsen van materialen alleen manueel of met een handtakel.
(Liften verankeren en motortakels ophangen alleen in overleg met de
technische verantwoordelijke).
• Wanneer materiaal of onderdelen op een vlonder worden gelegd,
moet een doorgang van 20cm breed vrij worden gehouden.
• Bij onweer en wind Beaufort > 6: de steiger verlaten.
• Vloerluiken en safety-bar en/of dubbele safety-bar sluiten na passeren.
• Geen constructieve elementen verwijderen (leuningen, ankers en
vloerelement in overleg en zo snel mogelijk weer terug aanbrengen).
Scherm dit gebied wel af met leuningen of rood-wit signaallint.
• Geen graafwerk onder of in directe nabijheid van de steiger.
• Na extreem weer (storm, zware sneeuwval) de steiger controleren
voor hernieuwde ingebruikname.
• Vergunningen: zorg dat uw werkvergunning in orde is.
• Steigerkaart (scafftag) wegnemen zodra de steiger niet meer veilig is.
(Wanneer geen steigerkaart toegepast wordt waarschuw de eindver-
antwoordelijke).
• Let altijd goed op de omgeving (onder de steiger!), zeker bij een
opstelling in de openbare ruimte.
• Sluit de werkplek na werktijd goed af zodat geen onbevoegden
(kinderen!) de steiger kunnen beklimmen.
Bij rolsteigers geldt verder nog
• Tijdens het verplaatsen mogen zich geen personen of materialen op
de steiger bevinden. Verplaatsen mag alleen door aan de onderkant
met de hand kracht uit te oefenen.
• De af te leggen route moet vlak zijn en vrij van obstakels.
• Na verrijden en vóór het gebruik (beklimming) van de rolsteiger
de wielen vastzetten (op de rem).
).
2
41