Februari 2019
5.0 Voeding transmitter aansluiten
Deze paragraaf beschrijft de vereiste stappen om transmitters op de voeding aan
te sluiten. Deze stappen zijn uniek en gebaseerd op het specifieke gebruikte
protocol.
De stappen voor HART-transmitters beginnen op
De stappen voor F
De stappen voor de WirelessHART
5.1 Voeding en bedrading aansluiten bij bedrade
HART-configuratie
Volg de onderstaande stappen voor bedrading van de transmitter:
1. Verwijder de oranje doorvoerbuispluggen en gooi ze weg.
2. Verwijder het behuizingsdeksel waar "Field Terminals" op staat.
3. Sluit de positieve draad aan op de "+"-aansluitklem en de negatieve draad op
de "—"-aansluitklem.
Opmerking
Sluit geen spanning aan over de testaansluitklemmen. De stroom kan de testdiode in de
testverbinding beschadigen. Getwiste aderparen leveren het beste resultaat op. Gebruik
draad van 24 tot 14 AWG met een lengte van ten hoogste 1500 meter (5000 ft). Voor
behuizingen met een enkel compartiment (aansluitkast) moet afgeschermde
signaalbedrading worden gebruikt in omgevingen met sterke EMI/RFI.
4. Zorg dat er goed contact is tussen de schroef van het aansluitklemmenblok en
de sluitring. Bij een directe bedradingsmethode wikkelt u de draad rechtsom
om ervoor te zorgen dat deze op zijn plaats zit wanneer u de
aansluitklemmenblokschroef aandraait.
Opmerking
Het gebruik van een pen of adereindhuls wordt afgeraden, omdat de aansluiting na verloop
van tijd of door trillingen los kan raken.
5. Als de optionele procestemperatuuringang niet is geïnstalleerd, brengt u een
plug aan op de ongebruikte kabelbuisaansluiting en dicht u die af. Raadpleeg,
als de optionele procestemperatuuringang wel wordt gebruikt,
optionele procestemperatuuringang (Pt 100 RTD-sensor)" op pagina 18
meer informatie.
Opmerking
Als de meegeleverde draadplug wordt gebruikt in de kabelopening, moet deze met een
minimaal aantal wikkelingen van de schroefdraad worden ingeschroefd om te voldoen aan
de vereisten voor explosieveiligheid. Bij rechte schroefdraad moeten ten minste zeven
draadgangen van de schroefdraad worden ingeschroefd. Bij een conische schroefdraad
moeten ten minste vijf draadgangen van de schroefdraad worden ingeschroefd.
™
Fieldbus-transmitters beginnen op
OUNDATION
®
-transmitter beginnen op
Snelstartgids
pagina
11.
pagina
pagina
"Installeer de
19.
21.
voor
11